jm. De fa- i'en. Vader rakersweg boter, kaas ersbedrijf- laas Veldt zijn jeugd openbare ruw dat in rgedragen. t; iedereen daas Veldt iet woord: dat waren r 30 schel- rmaanden land in het e. De pro- Wied, een van over- Die 82 ha 'end mooie van alles 1gehaald; 924 kwam \enover iet. daar een einde aan. Toen werd het pompstation gebouwd en de wa teronttrekking begon waardoor de grond onbruikbaar werd. Het is wel nooit erkend door de deskundigen, maar degenen die altijd in het duin gewerkt en gewoond hebben, weten wel beter. Er waren hele stukken land die in de winter onder water stonden en waar je met vorst op kon schaatsen. Naderhand hebben we er nooit meer water op gezien. Vogelwater was ook een groot stuk bouwland dat erg laag lag, zo laag dat je er 's winters nauwelijks kon lopen omdat het onder wa ter stond. Het dankte zijn naam aan het water en aan de vele vogels die er broedden. Toen Vogelwater droog raakte, ging ook een hele broedkolonie verloren. Alle vogels die in de zomer in dat Vogelwater waren uitgebroed, gingen naar de Limmer en Castricummer polder en werden daar verder groot gebracht. Doordat dat niet meer be staat, is de vogelstand hier in de omgeving ontzettend afgenomen. We hadden in de duinen heel vee! wild, konijnen, fazanten en patrij zen. De jacht was verhuurd aan baron Van Zuilen en aan de heer Wassenaar. Er waren twee jachtopzieners. Dirk de Winter en Bertus Jacobs. In de tijd dat ik 20 jaar was, trok ik me van de jachtopzie ners niet veel aan. Ik kon nogal goed uit de weg komen. De jachtop zieners waren reuze goede en eerlijke mensen, maar ze waren boven de vijftig en konden je toch niet te pakken krijgen als ze je niet her kenden. In 1907 ging ik naar de lagere school aan de Van Oldenbarneveldweg. Ik keek erg op tegen de gro te jongens van de 6e klas. Voor het catechismus- onderwijs moest je naar de school in Castricum. Ik weet nog dat aan de ene kant van het schoolplein de Bakkummerjongens stonden en aan de andere kant de jongens uit het dorp en niemand had het lef om de andere groep op te zoeken. Zo was in die da gen de bevolking gescheiden. Dat was niet alleen met de kinderen zo, dat gold voor iedereen. De scheiding kwam goed tot uiting wanneer er kermis was. Dan vonden er menigmaal vechtpartijen plaats. Katholieken en niet-katholieken leefden ook erg ge scheiden. Als katholiek kocht je niet bij een niet-ka- tholiek en omgekeerd was dat ook het geval. Na de lagere school kwam Klaas bij zijn vader op de tuinderij. Klaas was gek op sport zoals voetbal len. Hij hoorde tot de mede-oprichters van de voet bal vereniging Vitesse '22. Hij was de eerste se cretaris-penningmeester en speelde ook in één van de elftallen. Om gezondheidsredenen moest hij met die sport stoppen. Op 13/14 jarige leeftijd had hij al een aanval van reuma te verduren gehad, zo erg dat hij zich niet be wegen kon. In 1923 herhaalde zich dat. Op een open auto van Dorus Schermer keerde het voetbalelftal terug van een wedstrijd in Haarlem; mede als gevolg van de kou die hij toen heeft opgelopen, sloeg de reu ma weer toe. Dokter Schoonhoff adviseerde dat hij maar een kan toorbaan moest zoeken. Klaas kon heel goed leren en ging een boek- houdcursus volgen bij meester Kant in de Dorpsstraat. Hij kwam al snel terecht op een kantoor in Alkmaar, waar hij het een half jaar heeft vol gehouden. Zijn zuster Marie Veldt ziet hem op een zekere dag nog thuiskomen. Zij vertelt dat Klaas zijn tas in een hoek gooide en heel beslist zei: "Ik ga niet meer heen, ik wil boer worden.Vanaf die dag bleef hij definitief thuis bij zijn vader op het bedrijf. Aan zijn jonge jaren kon Klaas met genoegen terugdenken. De ker mis in Bakkum en de gezelligheid in café Tuin was een jaarlijks hoog tepunt. Veldt wist zich de Bakkummerkermis van 1924 nog goed te herinneren. Hij vertelde: "Mijn vader was een tegenstander van de Bakkummerkermis. Of hij er slechte ervaringen mee had weet ik niet. Ik mocht een hoop van hem, maar de kermis, daar was hij niet op voor dat ik er heenging. Hij gaf zijn toestemming dat ik er op een zondag heenging, onder voorwaarde dat ik om 12 uur weer thuis was. We waren op de kermis en ik raakte met een meissie uit. We gingen De drie Gratiën worden de drie onafscheidelijke stolpboerderijen op Brakersweg nr 20, 22 en 24 ook we! genoemd. De westelijke stolp dateert uit 1858 na Schotvanger, Van Weenen en de familie Hogensteijn kocht Klaas Veldt deze stolp in 1954. De middelste stolp is door Pieter Veldt in 1913 tot stolpboerderij verbouwd en Klaas woonde er vanaf 1929 tot zijn overlijden. De oostelijke stolp werd gebouwd door Jan Louter in 1868 en werd van deze familie in 1946 door Veldt overgenomen. Nu woont daar zoon Herman en zijn gezin. 'Buurtenachter het Commissarishuis aan de Zeeweg (±1925). V.l.n.r.: Cor Veldt, Annie Zonneveld, Piet Veldt, Gerrit Veldt, Willem de Groot, Klaas Veldt, Gerrit Zonneveld, Piet Beentjes en Jaap Veldt. 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2000 | | pagina 33