Het gezin van de vertellers met de dochters Ans
(links) en El (boven).
Het gezin Gijzen in 1952, v.l.n.r. Niek, Gonny, moe
der Corrie Molenaar, Gerard, Wim en Gre', vader
Wim, Piet en Cor.
Tweede pinksterdag was ook een bijzondere feestdag, naar Volendam
met de trein bijvoorbeeld.
Of naar Bergen op de fiets om een uur of een en daar kwam een hele
meute van overal vandaan naar toe. Dat was in het café, waar nu het
pannenkoekenhuis is in de bocht van Bergen naar Schoorl bij de ski
baan. Dat was een buitengebeuren er was ook buiten een dansvloer
aangelegd. Er kwamen ook veel boerenjongens met hun meiden met
de paardekar. Dat gebruik was al oud. want mijn moeder kwam daar
ook al. Je moest of vroeg thuis zijn om te melken, of je had iemand
gevraagd om dat voor je te doen. zodat je kon blijven.
Putje (bedevaartsoord in Heiloo) was ook een soort uitje, maar dat
was meer een kerkelijke vorming. Je had daar ook verloofdenbede
vaarten. Pater Toebosch deed vaak die verloofdendagen. Hij deed
ook eens een missieweek. dan kreeg je alle dagen vorming. Hij had
dan de hele jeugd en als je er niet was. kwam hij overdag kijken wat
er aan de hand was. De hele jeugd zat dan in de kerk en kreeg je van
die knetterende preken. Die verloofdenbedevaarten waren heel ge
zellig. Je ging daar met je meisje naar toe. Bij Putje waren veel ca
feetjes, terrasjes en winkeltjes, er kwamen veel pelgrims en was er
elke dag wel een bedevaart. Er was ook een aparte treinhalte. Als de
wind een beetje noordelijk was, kon je op Bakkum de fanfare horen
spelen. 'Maria op de bergen'. De bedevaarten werden ook vanuit de
parochie georganiseerd. Castricum ook. De kerk in Castricum loopt
spel. dat heette katknuppelen. Er was een vat dat
hing tussen twee palen en in dat vat hing een touw
tje met knopen. Je had knuppels met een beitel erop.
Je moest met die bijl eerst de ringen van het vat
stuk gooien en elk ring was bijvoorbeeld 2 kwart
jes. Net zolang tot het vat uit elkaar viel en het touw
met knopen aan de beurt was. Ik heb wel gehoord
dat er nog vroeger een levende kat in het vat werd
gezet, men was vroeger nogal bruut met die din
gen. Dat spel werd door de kastelein georganiseerd.
Ik denk dat de kermis in de dertiger jaren verplaatst
is naar de Bakkummerstraat. De loop raakte toen
ook uit het café van Willem Castricum.
Op de Castricummer kermis was een bioscooptent
met films van De Dikke en De Dunne. Dat was op
het toenmalige veilingterrein aan de
Dorpsstraat/Overtoom. Wat ik mij ook herinner
was een Hypodrome met paarden. Boven de sta
tionsvijver bij hotel Beentjes, hij had een bijnaam
Zwarte Cor werd een danstent gebouwd. Daarvoor
zat Jan Twisk erin. Je had toen ook het café van
Kehl. later heette het Ammeraal. in de Burg.
Mooijstraat/ hoek bij het Stationsweg. Dat was ook
een danstent, net als Roozendaal. De Rustende
Jager en Beentjes in de Dorpsstraat. Er kwamen
dan ook veel jongeren uit de wijde omgeving naar
Castricum. De kermis in Bakkum kreeg op een ge
geven moment de naam van Bakkummer oorlog,
maar dat is zwaar overdreven. Er waren wel eens
vechtpartijtjes, maar dat was heel gering. Maar ook
toen was er wel eens wat aan de hand.
Er waren hier op Bakkum rond de Bleumerweg
heel wat winkeltjes, zelfs hier recht tegenover het
kruidenierswinkeltje van Schermer. Je had de bakkers Krimp en
Wester, later Matze. Naast Matze had je de kruidenierswinkel van
Zonneveld. En tegenover het café van Willem Castricum melkboer
Cor de Winter. De bakkerij van Wester was vroeger een café. De prijs
van een borreltje (jenever) was 6 cent, bier was niet zo in trek.
Er kwamen op een gegeven moment (de dertiger jaren) mensen uit
Amsterdam en de Zaanstreek op de fiets op zaterdagmiddag. Het be
gin van het toerisme, het strandleven kwam op gang. Die mensen
wilden hier overnachten. Henk Twisk. hieraan de Bleumerweg. bood
die mensen onderdak, hij had al ervaring opgedaan bij boerderij
Johanneshof. Hij vroeg een of twee kwartjes per nacht slapen in het
stro in de stal. De jongens beneden en de meiden boven. Om de bok
ken en de geiten te scheiden, ging Twisk wel eens bij de jongens sla
pen. als het te onrustig werd. Een andere buurman ging het ook doen.
Twintig, dertig slapers op een zaterdag was heel gewoon en dat ver
diende toentertijd lekker. Er waren regelmatig problemen om de pacht
op te brengen van de 30 HA land. die van advocaat Kraakman, werd
gepacht. De jongens kregen geen loon. een zakcentje, dat was alles.
Je kreeg f 2,50 voor een avondje uit. een biertje was toen 15 cent en
de entree een kwartje. Als je 7 glazen nam. betaalde je een gulden.
Reizen was er toentertijd niet zo bij. Hooguit naar Alkmaar voor een
uitvoering in het Gulden Vlies, als 'De witte non' en 'Rooie Sien'.
25