Die hadden een vast salaris en hadden wat meer armslag als de tuin
derskinderen. Zelf heb ik allerlei cursussen gedaan. Landbouwcursus
in Egmond Binnen. Ik denk dat het de eerste cursus in de omgeving
was, want ik was 16 en er waren erbij, die waren wel 30. Het duur
de 2 winters, 2 avonden in de week. van 7 tot 10. Er zat van alles bij,
ontwikkeling, boekhouden, EHBO en houtbewerken. Lassen leerde
ik op de ambachtsschool in Alkmaar. Bij de ontwikkelingscursus zat
ook spreekvaardigheid, dat was wat angstig.
De enigste vrije dag. die we hadden, was zondag. Maar ook op zon
dag vroeg op, melken. Iedereen in het dorp werkte toen 6 dagen in
de week. In onze vrije tijd hadden we de Jozefgezellen voorde jeugd
vanaf 17 jaar. Je kon daar kaarten, biljarten, gezellige avonden, maar
er werden ook wel ontwikkelingsavonden georganiseerd. Toen ik 18
was mocht ik op dansles bij Arends hier in het dorp. En op zondag
avond gingen we te dansen. Om 7 uur ging de danstent open, eerst
moest je naar de kerk, naar het lof en dan zagen we elkaar en bedacht
je met wie je later op de avond wilde dansen. En om een uur of half
acht gingen we naar de danstent. De Jozefgezellen was in een groot
gebouw van Goes tegenover het oude gemeentehuis. In dat gebouw
waren nog andere groepen, als de Kruisvaart. Dansen was bij De
Oude Schimmel. Roozendaal heette dat toen. Ook
bij Eggers in de Rustende Jager kon je dansen. Het
duurde tot half elf en om elf uur kon je thuis we
zen.
Als het vroor ging de ijsbaan open, op het Stet, ge
woon op de sloot. In de winter konden we niks
doen. dus konden wij schaatsen. Als het gesneeuwd
had, gingen we eerst 's morgens de baan schoon
vegen. Schaatsen was toen zwieren, een soort kunst
schaatsen, zeg maar. Daar op de Schulpvaart op
het Stet is de ijsclub opgericht. Later is een wei
land uitgegraven aan de Zeeweg voor de ijsbaan.
Mogelijk is die uitgraving geweest voor zandwin
ning voor Alkmaar. Voor de Zeeweg van het kruis
punt in Bakkum naar Limmen is het Duinmeer uit
gegraven. Daarvoor was een spoorlijntje aange
legd. Een klein stoomlocomotiefje trok een rits
kiepkarretjes. Elke dag werden mannen met bus
sen aangevoerd om het werk te doen. Volgens mij
waren het werklozen uit Haarlem. In oorlogstijd
kwamen er veel mannen uit Rotterdam om kabels
te leggen voor de Duitsers. Die werden ingekwar
tierd op Duin en Bosch.
In oorlogstijd mochten alleen zij in Bakkum blij
ven. die voor de voedselvoorziening werkten. Wij
kregen dan een Ausweisz, met foto en vingeraf
druk. Je was wel gebonden aan tijden, om acht uur
bijvoorbeeld moest je 's avonds binnen blijven.
Dan zat je bijvoorbeeld op een mooie zomeravond
in het zonnetje, dan mocht je niet weg. Het was wel
eens angstig voor vader en moeder, want als je voor
achten door de controlepost was gegaan, kon je
nog wel even blijven kletsen met een vriend bin
nen de zone. Als je dan om een uur of negen thuis-
De oorspronkelijke boerderij van de familie Duijn
aan de Bteumerweg omstreeks 1914. De schuur
ging door brand verloren, de boerderij is afge
broken en vervangen door de huidige (boven).
Vader Reinier Duijn links), Jansje Duijn-Bakker,
dochter Truus, op de bok Piet, Gerard, Jaap en
Jo. en de knecht Jaap Groot in 1928 (onder).
kwam, was het: Waar ben je gebleven, we waren ongerust."
Natuurlijk was ik ook wel eens te laat bij de wacht, die was in het
eerste doktershuis. Eigenlijk moest je dan een nacht overblijven. Werd
je naar de Ortskommandant gebracht in het domineeshuis. tegenover
De Kern. Maar ik was ook wel eens te laat. dan zaten die wachten te
suffen, die zeiden: "Ach mensch, lass gehen." Ik was toen begin 20.
Ik hoefde niet naar Duitsland voor de Arbeitseinsatz. Mijn jongste
broer zou wel moeten. Maar we hadden toen dokter Van Nievelt. die
was een huisvriend. Nou was het eten erg schaars, maar wij waren
zelfvoorzienend, graan, we slachtten een kalf, we hadden melk en
nog meer. En tabak niet te vergeten. Elke middag werd er pap ge
kookt en dan kwam Van Nievelt ook een lekker bordje pap meeëten.
Hij zorgde dat mijn jongste broer een verklaring kreeg, dat hij zoge
naamd TBC had. Ik hoefde niet naar Duitsland, omdat ik in de voed
selvoorziening zat. Als er razzia kwam, kwam de plaatselijke politie
op de fiets waarschuwen. Wij hebben eigenlijk nooit echt last gehad
van die Duitsers. Wel hadden we een schuilplaats gemaakt in de hooi
berg. Wij zaten tenslotte in de leeftijdsklasse, die door de Duitsers
werd opgepakt. Mijn vrouw zag hoe in Akersloot mannen zomaar
van de straat werden opgepikt. Allemaal aan elkaar vastgebonden
trokken ze voorbij het schoollokaal, waarin wij zaten. Allemaal jon-
U- -
z&:~
23