10 augustus 1898 De gemeenteraad vindt het billijk dat de verpleegkosten te Meerenberg van W. Glorie niet door de Gemeente maar door het Algemeen Armbestuur zouden worden gedragen, omdat het armbestuur nu in een betrekkelijk goede financiële toestand verkeert. Er zou overleg worden gevoerd met het Algemeen Armbestuur. 24 augustus 1898 J. de Graaf heeft een verzoek ingediend om het schuthok te ver plaatsen. In het schuthok werd loslopend vee ondergebracht. Als de eigenaar van het vee kwam opdagen, werd tegen een vergoeding voor voer en onderdak het vee meegegeven. In de vorige eeuw stond in de gemeente op twee plaatsen een schuthok: in Noord-Bakkum op de kruising Duinweg - Hoogeweg en aan de Kramersweg (nu Burg. Mooijstraat). Verder wordt tijdens de Raadsvergadering in het midden gebracht om in de Oosterbuurt een paardenpad aan te leggen. De stenen zijn echter nodig voor de straatwegen van de Gemeente. 31 augustus 1898 Op deze dag wordt prinses Wilhelmina achttien jaar en meerderja rig; zij was de troonopvolgster van haar vader. Koning Willem III, die in 1890 was overleden. Zolang Wilhelmina minderjarig was oe fende haar moeder. Koningin Emma, als regentes haar functies uit. In een proclamatie, die op deze dag in de gemeenteraadsnotulen zijn opgenomen, richt Wilhelmina zich tot haar Volk: Op dezen voor U en Mij gewichtigen dag gevoel ik Mij gedrongen eenige woorden tot IJ te richten. Allereerst een woord van warme dankbaarheid! Sedert Mijne vroegste jeugd hebt Gij Mij omgeven met Uwe liefde. Uit alle deelen van het Koninkrijk, uit alle kringen der maatschappij, van ouden en jongen, ontving Ik steeds de treffend ste blijken van gehechtheid. Nadat Mijn beminde Vader Mij was ont vallen. werd al Uwe aanhankelijkheid aan Mijn Stamhuis op Mij overgebracht. Thans nu ik gereed sta de schoone doch zware taak. waartoe ik geroepen ben, te aanvaarden, gevoel ik Mij gedragen door Uw trouw. Ontvang Mijnen dank! Hetgeen ik tot dus vermocht on dervinden, liet onuitwischbare indrukken bij Mij na. Het is mij een waarborg voor de toekomst. Mijn innig geliefde Moeder, aan wie ik onuitsprekelijk veel ver schuldigd ben, gaf mij het voorbeeld van een edele en verhevene op vatting der plichten, die nu op Mij rusten. Ik stel mij tot levensdoel dat voorbeeld na te volgen, te regeeren zooals van een vorstin uit het Huis van Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwet getrouw wensch ik den eerbied voor den nederlandschen naam en de Nederlandsche vlag te bevestigenIk wensch bij het opperbestuur over de Bezittingen en Koloniën in Oosten West rechtvaardigheid te betrachten, en naar Mijn vermogen bij te dragen tot verhooging van Uw geestelijk en stoffelijk welzijn. Ik hoop en verwacht, dat U aller steun in welken ambtelijken ofmaat- schappelijken werkkring binnen of buiten het Koninkrijk Gij zijt ge plaatst, mij daarbij nooit ontbreken zal. Op God vertrouwende en met de bede dat Hij mij sterke, aanvaard ik de regeering Op 6 september 1898 vond in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de in huldiging van Wilhelmina als koningin van Nederland plaats. Een dag later nam de jonge vorstin in het Paleis voor Volksvlijt de Gouden Koets in ontvangst, een geschenk van het volk van Amsterdam. Door de gemeenteraad van Castricum wordt op 28 september 1898 voor de kroningsfeesten toch nog 60 gulden subsidie verleend in ver band met "het gunstige beloop en afloop van de feestelijkheden" 8 december 1898 Voor de invordering van het schoolgeld is een nieuwe verordening vastgesteld. Per kwartaal wordt het schoolgeld geheven. Het bedrag per gezin is afhankelijk van het aantal kinderen uit dat gezin: voor 1 kind betaalt men 1 gulden, voor 4 kinderen ƒ2,60. Voor minder draag krachtige gezinnen zijn deze bedragen gehalveerd; de bedeelden zijn vrijgesteld. 31 december 1898 De gemeenterekening over het jaar 1898 telt aan ontvangsten ƒ10.735,- de uitgaven bedragenƒ 9.728,-, zodat een nadelig saldo resteert van 1007 gulden. Simon Zuurbier Foto genomen te Castricum tijdens de kro ningsfeesten Op de bak zit Gerrit Smit en bij de fiets staat Simon Smit, resp. 27 en 34 jaar oud, zoons van de dorpssmid Klaas Smit en Maartje Brakenhoff, en werkzaam in de smederij van hun vader. Een maand later op resp. 8 en 10 okto ber 1898 overlijden Gerrit en Simon Smit aan de heersende Spaanse griep. Hun vader. Klaas Smit dan bijna 66 jaar, staat weer alleen voor de smederij. Ruim een jaar later komt als knecht de twintigjarige Cor Peperkamp bij hem wer ken. Deze, later een legendarische dorpsfiguur zie het 15e jaarboekje), zal in 1906 de smede rij overnemen De in dit artikel genoemde en in 1898 aange stelde onderwijzer Wilhelmus Ph. Van Munster uit Amersfoort trouwt in datzelfde jaar 1906 met Agatha Smit, een dochter van deze Klaas Smit. 68

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 68