J/êé
v:
den in 1830 aan de Kooiweg, aan de Alkmaarderstraatweg of in de
directe omgeving daarvan. Aan deze huizen is in het 19e jaarboekje
bij de beschrijving van het gebied Kooiweg, Eerste- en Tweede
Groenelaan reeds aandacht besteed.
De periode 1830 - 1940
In een beschrijving van de wegen in Castricum uit 1850 loopt de zo
geheten 'Schulp- en Noordenderweg vanaf de Bakkummerstraat (nu
Stetweg en Brakersweg) tot aan de Alkmaarderstraatweg. De naam
Brakersweg was gegeven alleen aan het gedeelte dat liep vanaf de
Alkmaarderstraatweg en eindigde in de landerijen richting Uitgeest:
"vangt aan, aan de Straatweg, loopt op een kleine afstand langs de
banne van Limmen, en verstrekt aan deszelfs einde voor waterkee-
ring en banscheiding, alwaar dezelve aan de landerijen eindigtDit
weggedeelte dat uitsluitend wordt gebruikt voor het bereiken van de
aanliggende weilanden, is in onderhoud en beheer bij het bestuur van
de Castricummer Polder. Volgens dezelfde beschrijving is Het
Koogdijkje een voetpad, dat de scheiding vormt tussen de
Castricummer- en Limmerpolder en doorloopt tot de grens met
Uitgeest. Bij de Castricummers wordt dit gedeelte nog wel "de oude
Brakersweggenoemd.
In een beschrijving van de wegen uit 1893 wordt de 'Schulp- en
Noordenderweg' inmiddels 'de Stet- of Noordeinderweg' genoemd
en heeft een lengte van 1801 m; de Brakersweg (vanaf de
Alkmaarderstraatweg) is 1664 m lang en het Koogdijkje, dat parti
culier eigendom is, is 595 m lang. In 1930 worden door de
Gemeenteraad nieuwe benamingen vastgesteld. De Stet- of
Noordeinderweg ging tot de spoorwegovergang Stetweg en na de
De boerderij van Piet Borst (nr 2).
De ingang naar het 'Lange Pannenhuis
i 'i' -■
De voorzijde van het 'Lange Pannenhuis' (nr 4, 6, S en 10).
De drie Gratiën (nr 20, 22 en 24).
Het huisje van Maarten Admiraal (nr 36).
Het woonhuis van Jacob Admiraal (nr 38).
35