ste 30 jaar na de sluiting braak moest liggen. De plaats kon dus niet worden geruimd. Misschien hebben de beleidsmakers van het zie kenhuis toen de tekst van de wet iets te letterlijk gevolgd. De be graafplaats verloederde en verkeerde in desolate toestand. De tand des tijds deed zijn werk en vandalen gingen hun gang: grafzerken werden omgegooid, de paden raakten overwoekerd door onkruid. Het was de tijd die het einde van het 'self-support' karakter van het ziekenhuis inluidde: de tramlijn, tot dan toe nog noodzakelijk voor de aanvoer van cokes voor de centrale, werd opgeheven; de tramre mise werd verplaatst en kreeg een andere functie: houtopslag voor de bouwkundige dienst. De sluiting van de begraafplaats stond dus niet op zich zelf. maar paste in de ontwikkelingen van de tijd. De psychiatrie veranderde. Men ging beseffen dat de mens, onder wat voor omstandigheden dan ook, een individu is dat op zijn omgeving blijft reageren en dat het om die reden van groot belang is dat de omgeving van een psychia trisch ziekenhuis deel uitmaakt van zijn bestaan. Een aantal psy chiatrische inrichtingen, onder andere 'de Willibrordus' in Heiioo, voegde in die tijd het woord "centrum" toe aan hun oorspronkelijke naam, om daarmee aan te geven dat men het middelpunt wenste te zijn van de zorg voor geestelijk zieken, maar dan in samenhang met de omliggende gemeenschap. Duin en Bosch hield zijn eigen naam, zonder nadere toelichting, maar bleef niet achter bij de trend: het realiseerde het cultureel centrum 'de Clinghe' met een zalencomplex dat niet alleen voor intern ge bruik bestemd werd maar waar ook de omgeving van het ziekenhuis van kon profiteren. In 1969 werd in een oude duinboerderij, bij gelegenheid van het 60 jarig bestaan, een museum ingericht. De doelstelling van het muse um is het veiligstellen en toegankelijk houden voor een breed pu bliek van het historisch bezit van het voormalig rijkskrankzinnigen gesticht, later provinciaal ziekenhuis te Medemblik en van Duin en Bosch. De bezoekers kunnen, kijkend naar de talrijke voorwerpen uit het verleden, mogelijk een ander en misschien beter inzicht krij gen in de psychiatrische praktijk van nu. Natuurmonument In 1993 werden de begraafplaats en het omliggende duingebied tot natuurmonument verheven. De kwalificatie monument dankt het aan een aantal onderdelen. De begraafplaats op zich is een monument maar ook de omgeving is bijzonder. De oorspronkelijke paden zijn weer in ere hersteld en worden omzoomd door 25 'monumentale ie pen'; centraal op de plek staat een, in de entourage passende 'treur- iep'Alle bomen dateren uit de begintijd van het ziekenhuis. Ze zijn exclusief, omdat een iep. zo dicht bij de zee gegroeid, zelden een zo buitengewoon formaat heeft. Om ze tegen de iepziekte te bescher men, wordt de bast van de bomen jaarlijks geïnjecteerd, teneinde de gevreesde schimmel op afstand te houden. Tot slot: de voormalige begraafplaats is ook het unieke domein van een aantal vleermuissoorten. De dwergvleermuis bezoekt 's zomers het gebied om er zijn kostje bij elkaar te scharrelen. De vleermuis die eigenlijk in het gebied woont, is de grootoorvleermuis: een in Nederland steeds zeldzamer wordende soort, die zich 's winters schuil houdt op een zolder van de nabijgelegen Clinghe. Gerrit Schumm Bronnen: Het jaarverslag van Duin en Bosch van 1909 Linda Kos, documentalist medische bibliotheek Duin en Bosch. De grafzuil van Dr. J.W. Jacobi. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 31