De begraafplaats van Duin en Bosch Toen het provinciaal psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch in 1909 in gebruik werd genomen, was de organisatie zodanig geregeld dat het helemaal in de eigen behoeften kon voorzien. Op bijna geen en kele wijze was men afhankelijk van de omgeving. In de centrale werk plaats werd de benodigde elektriciteit opgewekt, men beschikte over een wasserijEen ingenieus systeem zorgde ervoor dat de fecaliën en het was- en afvalwater via een apart riool over de zogenaamde vloeivelden werd verspreid teneinde de schrale duingrond nog enigs zins vruchtbaar te maken. Een smalspoor verbond de paviljoens on derling: het maakte het vervoer van voedsel, gewassen kleding en andere zaken mogelijk. De tramlijn naar het station Castricum maak te Duin en Bosch tot een dorp op zich. En er was de begraafplaats. In het begin van de 20e eeuw heerste in wetenschappelijke psychia trische kringen de opvatting dat de psychiatrie het meest duidelijk gedefinieerd kon worden als de leer der hersenziekten. De deskundigheid van de psychiater was gelegen in zijn kennis van de anatomie der hersenen. Het bestuderen van de microscopische anatomie van de hersenen van overleden patiënten bood de moge lijkheid uiterst geringe afwijkingen te ontdekken die men in samen hang met de waargenomen ziektebeelden trachtte te brengen. Dat verklaart de betekenis van de Duin en Bosch begraafplaats, maar sterker nog van het gebouw dat zich bij de ingang bevindt: het ana- tomiegebouw. Het gebouw met de voor de architectuur van het zie kenhuis zo karakteristieke 'vakwerkstijl'. De volgorde van de bouw van het ziekenhuis was als volgt: eerst werd de tramlijn gerealiseerd, daarna de twee opzichterswoningen aan de zuidkant van het ziekenhuis en daarna het gebouw voor ana tomie. Daarin bevonden zich: "een lokaal voor het opbaren van de overleden patiënten, een vertrek met een katafalk voor de begrafe nissen en een wachtkamer voor de familie van de overledene. In de andere helft van het gebouw was de sectiekamer en daarnaast twee vertrekken voor het laboratorium. Een van die vertrekken was be stemd voor het macroscopisch bewerken van preparaten, het twee de voor het vervaardigen en bestuderen van microscopische prepa raten. Een donkere kamer voor fotografie sloot zich hierbij aan, ter wijl op een zolder de gelegenheid was tot het inrichten van een mu seum voor het tonen van buitengewone hersenweefsel-coupes"al dus dr. J.W. Jacobi in zijn secure rapportage in het jaarverslag van 1909. Bijzondere betekenis De begraafplaats is gelegen aan de oostzijde van het ziekenhuister rein. In cultuurhistorisch opzicht is het een belangrijke plaats omdat het een beeld geeft van de bejegening van de overleden patiënten en van de personeelsleden die er een laatste rustplaats kregen. De opmerkelijke hiërarchie die er bestond rondom de plek waar ver pleegden en functionarissen begraven werden, schetsen de opvattin gen van destijds. Er zijn graven van mensen die in de geschiedenis van Duin en Bosch en de Castricumse gemeenschap een belangrij ke functie vervulden, maar ook graven van jonge mensen waarvan het overlijden diepe indruk maakte bij de Bakkumse bevolking. De begraafplaats was verdeeld in twee afzonderlijke gedeelten: één deel was bestemd als algemene begraafplaats en het andere deel was voor rooms-katholieke overledenen. In beide delen waren drie klas sen te onderscheiden. De eerste klasse was voor hogere en middel bare ambtenaren, de tweede klasse voor het overige personeel en de derde klasse voor de patiënten. Als de Commissie van Bestuur daarvoor toestemming verleende, was het geoorloofd de lijken van de leden van het gezin van het perso neel, met inachtneming van de bovenvermelde klasseverdeling, hier te begraven. Een begrafenis vond in de regel plaats tussen 10 en 12 uur. Alle overledenen werden naar de begraafplaats gedragen: bij de ter aardebestellingen in de le en 2e klasse door tien, en bij begrafenis sen in de 3C klasse door acht dragers. De dragers werden door de ge- neesheer-directeur uit het verplegend personeel aangewezen. De voor- Door de oude graven, de schelpenpaadjes en de monumentale iepen geeft de niet meer in gebruik zijnde begraafplaats een mysterieuze en rustige sfeer. 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 29