heer, hetgeen in die tijd een duidelijke promotie betekende. Uitwonend wilde vrijwel altijd zeggen dat men een vaste aanstelling kreeg en werd opgenomen in de zogenaamde "formatie". Eerste plannen voor de bouw van Duin en Bosch In Amsterdam maar ook elders in de provincie Noord-Holland is de vraag naar de opvang van armlastige psychiatrische patiënten zodanig toegenomen dat in 1899. door het provinciaal bestuur, een commissie benoemd wordt die als opdracht had te onderzoeken hoe de nood te lenigen was. Als prominent lid van de commissie wordt Cornelis Winkler benoemd als de psychiatrisch deskundige. Uit de uiteindelij ke rapportage blijkt dat men in meerderheid van mening is dat uit breiding van het gesticht Meerenberg te Santpoort de beste optie was. Meerenberg had toen al een grote reputatie opgebouwd als hèt insti tuut met een wetenschappelijke benadering van de inrichtingspsy- chiatrie. Gedeputeerde Staten aanvaarden de denkbeelden van de commissie. Provinciale Staten daarentegen kunnen zich niet verenigen met de plannen en benoemen uit hun midden een onderzoekscommissie die tot een ander oordeel komt. Men acht in eerste instantie uitbreiding van Santpoort vanwege de dreigende onbestuurbaarheid van zo'n grote inrichting ongewenst. Bovendien is de commissie voorstander van een paviljoensysteem. Provinciale Staten nemen het advies over en besluiten in de najaarsvergadering van 1902 tot de bouw van een psychiatrisch ziekenhuis elders in de provincie. Gedeputeerde Staten vinden in de duinen bij Bakkum een geschikt terrein van 82 hectare. Het ziekenhuis zal Duin en Bosch gaan heten. De bouwfïlosofie Door het provinciaal bestuur wordt op voordracht van Professor Winkler, Dr. Jacobi aangezocht de wijze van behandeling en ver pleging nader te onderzoeken en in overleg met Winkler en de ar chitect F.W.M. Poggenbeek een ontwerp voor het nieuwe ziekenhuis te maken. Hij krijgt de gelegenheid zich in het buitenland te oriën teren. Een buitengewoon verlof wordt hem daarvoor toegekend. In België bezoekt hij de gezinsverpleging te Geel en Lierneux en in Duitsland een 8-tal soortgelijke instituten. Zowel in zijn rapportage als in de presentatie van de tekeningen en de plaats van de gebouwen, gaat Jacobi uit van het paviljoensysteem, dat wil zeggen afzonderlijke gebouwen voor verschillende catego rieën patiënten. De beheersbaarheid van een relatief grote groep pa tiënten door een efficiënt ingezet aantal personeelsleden is het uit gangspunt van de bouwfilosofie. De inspectie voor de geestelijke volksgezondheid kan zich op een aan tal punten niet vinden in de plannen. Voor de keu ze van het terrein kan men niet warm lopen, maar men acht het gebied uit hygiënisch oogpunt voor het gestelde doel wel geschikt. Uit medisch-psy- chiatrisch standpunt twijfelt men sterk of de keuze wel zo gelukkig is. Met name het beschikbare bouw land langs de Zeeweg, van belang met het oog op de werkverschaffing der patiënten, vindt men veel te klein. Het geboomte, spaarzaam aanwezig, moet worden ontzien wil het terrein niet te veel aan na tuurschoon verliezen. Meer effen terrein zou een be tere keus geweest zijn. In een gesprek tussen de inspectie, de gedeputeer de voor de ziekenhuizen en Winkler en Jacobiwor- Paviljoen vrouwen IIIlater paviljoen Kinnehin geheten en nu omgevormd tot een zeer luxe ap partementengebouw Prinses zu Wied'. den de bezwaren nader genoemd. De inspectie heeft veel moeite met de voorgenomen bouw van twee paviljoens elk voor 128 rustige pa tiënten, twee gebouwen, beide voor 126 half-rustigen en lichamelijk zieken, en twee paviljoens elk voor 56 onrustige patiënten. Totaal 620 plaatsen. Opgemerkt wordt dat aan een systeem van kleine pa viljoens de voorkeur is te geven. Er wordt op gewezen dat het voor psychiatrische patiënten in kleine gebouwen met ten hoogste 40 plaat sen aangenamer en huiselijker is. Er wordt overwogen de ontworpen gebouwen te splitsen. Verder wor den bedenkingen genoemd tegen de totale omvang van het gesticht: dat zou veel te groot zijn voor één geneesheer-directeur. Dr. Jacobi bracht daar tegenin dat men overzicht moet kunnen houden. "Zolang men aan 120-150patiënten één medicus wenst te geven, zal men die voor de behandelend arts overzichtelijk moeten rangschikken Men komt niet tot overeenstemming. Dat verhindert Gedeputeerde Staten niet om het oorspronkelijke bouwplan, met een verzoek om Koninklijke goedkeuring, in te die nen bij het ministerie. Botsende meningen De inspecteurs voor de geestelijke gezondheidszorg, die de aanvraag voor raad en advies ontvangen, rapporteren aan de minister van bin nenlandse zaken hun bezwaren tegen het gekozen systeem. Ze ge ven aan hoe op eenvoudige wijze, zonder ingrijpende verandering van de plannen, enigszins tegemoet gekomen kan worden aan hun grote moeite met het bouwplan. De minister betoogt dat de vraag naar de omvang van het ziekenhuis een wetenschappelijk geschil betreft over de beste wijze van inrich ten van een psychiatrisch ziekenhuis. Hij heeft uit de stukken de over tuiging gekregen, dat aan de eisen krachtens de wet op de verpleging van krankzinnigen, voldaan is. onverschillig welk systeem gekozen zal worden. Hij is van mening dat tegen de grootte van het gesticht en de omvang van de paviljoens, zoals door Jacobi voorgesteld, geen bezwaar gemaakt kan worden. Bij Koninklijk Besluit van 22 maart 1904 wordt de verlangde vergunning tot de oprichting van Duin en Bosch verleend. Een groot succes voor Jacobi. Met de bouw wordt begonnen in september 1904. Zwanenburgwal In het najaar van 1904 zijn alle psychiatrische instellingen in Nederland vol. Met name in Amsterdam, in het Wilhelminagasthuis. is de situ atie voor de zoveelste keer nijpend. Daar verblijven ruim 80 vrouwe lijke patiënten die wachten op plaatsing in Bakkum. Voor tijdelijke huisvesting is de aandacht gevallen op het juist ontruimde gebouw van het jongensweeshuis aan de Zwanenburgwal in Amsterdam. Bij ko- 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 27