Blootgestoven geploegd middeleeuws akkerland in de duinen bij Caslricum (foto A. Schermer toeval. In de toekomst zullen we er echter nog meer naar moeten stre ven te komen tot voorafgaand overleg tussen belanghebbende par tijen, waardoor het in bepaalde gevallen mogelijk moet zijn, wijzen van uitvoering te bereiken die zoveel mogelijk alle waarden tot hun recht doen komen, zonder de primaire belangen van het werk, waar voor het is opgezet, daaronder te laten lijden Mensen lijken steeds meer geïnteresseerd te raken in wat er binnen hun dorps- of stadsgrenzen aan geschiedenis te vinden is en de be langstelling voor de regionale geschiedenis en archeologie neemt toe. Stichtingen en verenigingen die zich bezighouden met de plaatselij ke of regionale geschiedenis zijn de laatste jaren fors in aantal toe genomen. Er lijkt weer een toekomst te bestaan voor het verleden. Bescherming archeologisch en cultuurhistorisch erfgoed Het is meer dan 30 jaar geleden dat Van Deelen en Schermer in bo venstaand tekstgedeelte hun wens tot een zorgvuldiger benadering van het archeologisch erfgoed bepleitten. Pas in de negentiger jaren is het beleid geworden om in de planologie ook de archeologische en cultuurhistorische waarden te betrekken. Dat is hard nodig, want in 1993 berekende de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) dat in de laatste 50 jaar minstens eenderde van het "bodemarchief' verloren is gegaan. Dit proces voltrekt zich niet alleen in Nederland. Verschillende landen van EU werken aan de ratificering van het verdrag van Malta, dat streeft naar het behoud van het bodemarchief. Tot voor kort waren archeologen uitsluitend gravers, die zich. van wege het vele grondverzet, steeds meer genoodzaakt zagen tot het verrichten van noodopgravingen. Nu stelt de ROB zich vooral ten doel om het bodemarchief te beschermen, zodat sporen van het ver leden voor de toekomst in het landschap bewaard of zichtbaar blij ven. Ook de provincies en sommige gemeenten nemen nu meer verant woordelijkheid. Er worden provinciale-, stads- en gemeente-ar cheologen aangesteld, die nauw met de ROB samenwerken. Bovendien werken de provincies aan de samenstelling van een cultuurhistorische waardenkaart, waarin ook de archeologische waarden in opgenomen worden. Als toch tot de aanleg van een snelweg, vliegveld, spoorlijn, woon wijk of een industrieterrein wordt besloten, moeten de kosten van ar cheologische inventarisatie, beschermende maatregelen of opgraving worden meegenomen in het project. Daarbij wordt het principe ge hanteerd dat de verstoorder betaalt. Volgens deze uitgangspunten wordt nu de bodem onder het traject van de toekomstige Betuwe spoorlijn archeologisch onderzocht. Ernst Mooij Bronnen: Deelen, D. van: Merovingische bewoning gevonden in de Kennemerduinen (manuscript). Deelen, D. van en Schermer A.: Middeleeuws akkerland onder de Castricummer duinen. Westerheem no.6, 1963. Mesters, B.: De strijd om het verleden, De Volkskrant, 4 maart 1997. Provincie maakt kaart van historisch cultuurgoed. De Kennemer. 1 april 1997. Provincie Noord-Holland: Noord-Holland proeftuin op het gebied van archeologie. Infobulletin, december 1995. 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 25