om-
ebt gy,
ek elke
Vel dan
lle dag
met
ebben,
in de
ersten
ter ver-
grond-
)it ver
weten
hoord.
is.
ikatiën
lier en
ryheid,
lyken,
venwel
ulk een
men-
et don -
dan is
Steek
oei op,
w magt
Ik pre-
Wel, de
aen, en
tb, aan
tk niet.
rij kun-
'oerin-
y er om
ring te
r in het
en van
hebt gy
>ots op,
threeu-
varia
tien, of stembuygingen, als gy zo hard schreeuwt?"
Klapwiek: "Dat laat ik u zelfbeoordeelen, ik zing al de Psalmen
Davids zo goed als de beste Voorzanger"
Lucifer: Dan is de zaak gewonnen. Ga dan gerust heen Burger!
Trek een mooye rok aan, verschyn in de Volksvergaderingen.
Balk op de Preekstoel. Brom daar de onverstaanbare wartaal.
Spreek de woorden Vryheid, Gelykheid, Broederschap, nu eens
vlemend, dan eens langzaam, dan eens zagjes en daar weer don
derende uit, mits altoos verstaanbaar.
En, om zeker te wezen van 's Volkstoejuyching, verzoek van den
avond te voren, wanneer gy de volgende dag predikt, een dousyn
of anderhalf van uwen toehoorders, die groote sterke handen heb
ben, en die steeds gewoon zyn, om in de Vergaderingen het hard
ste te schreeuwen en het hardste te klappen—onthaal deze op een
goed glas wyn—en zie u by de eerste verkiezing Regent!"
In dit geval kon één van de departementale commissieleden in
Alkmaar, die de teksten onder ogen kreeg, er de humor nog wel van
inzien. Maar veelal waren de reacties veel fanatieker. Zo gaf de
Commissie van Binnenlandse Correspondentie in de Beemster in juli
1799 kennis van een zeer vuijl en quaardaardig Libel"waarbij men
alles zal aanwenden om de schrijver te vinden en te bestraffen. Het
is een gedrukt schotschrift, met een wat moeizaam taalgebruik, dat
als volgt aanvangt:
"Gij vervloekte Patriotten,
Gij zult ons niet langer bedotten.
Gij die zo gij zijt ons verlost hebt van slavernij en ons gebragt hebt
in vrijheid,
gij zult gestraft worden door een man,
die zo gij zegt hier niet komen kan,
of regt geseid door de Prins van Oranje
door hulp van de Vorst van Groot Brittagne
en door het Huijs van Oostenrijk
Plaatselijke bestuurders worden vervolgens op de korrel genomen in
kreupel rijmende zinnen als:
"Dirk de Boer is een Deïst, Jacob Hartog is Menisten
Kees van Meder, dronken man, gij spant met de beesten an"
En het geschrift eindigt kort maar krachtig:
Departementale Stront. Gij zijt allemaal een hond".
Nog meer onrust
De invasie van Engelse en Russische troepen eind 1799 kwam niet
onverwacht. Bataven en Fransen zagen de oorlog al ruim van te vo
ren aankomen en ook onder de bevolking deden allerlei geruchten
de ronde.
Zo meldde de Noordhollandsche Boeren Courant al in juli 1799:
"LONDEN den 5 July
Gister hebben de Generaals Ralph Abercrombie en Doyle van den
Koning afscheid genomen, om het bevel der geheime landingsexpe
ditie op zig te nemen, tot welke de garde brigade zig van hier naar
Southampton op marsch begeeven heeft, en uit alle oorden zyn trou-
pen ter inscheeping insgelyks op marsch. Te Portsmouth en
Southampton, alwaar reeds 12000 man troupen verzameld zyn, lig
gen geheele divisien van platte vaartuigen, welke bestemd zyn om de
troepen in te nemen. Het getal der manschappen, tot de Expeditie be
stemd, zal tot 35000 gebragt worden, met welken 45000 Man Russen
zullen medewerkenDe Generaal Sieward zal nevens de Generaal
Abercrombie commandeeren."
Uit angst voor onrust onder de bevolking en oplaaiende
Oranjesympathie richtte de censuur van het Bataafse bewind zich nu
zelfs op de pers en werd het nummer van de Noordhollandsche Boeren
Courant, waarin het geciteerde bericht voorkwam, in beslag geno
men. Niet alleen vanwege leugens, die de eenvoudige plattelands
bewoner zouden kunnen misleiden, maar ook omdat ze "de aan
hangers van den verstoten voortvluchtige stadhouder, op den terug
keer van hunnen afgod doen hopen"Aangekondigd werd, dat de
aandacht zou worden verdubbeld en dat geen middel onbeproefd zou
worden gelaten om de verspreiding van soortgelijke oproerige ge
schriften dadelijk in handen van de rechter te stellen.
De vrees van het bewind, dat het nog vóór de veronderstelde terug
keer van de prins tot oncontroleerbare uitingen van Oranjesympathie
zou kunnen komen, was overigens niet ongegrond. In juni 1799, dus
nog vóór de invasie, schreef de Agent van Inwendige Politie der
Bataafse Republiek vanuit Den Haag naar het Departementaal Bestuur
te Alkmaar om op "geheime en openlyke machinatiën der verderve-
lijke Orange-Party een wakend oog te houden"Hij merkte verder
op "dat in dit tydsgewricht de aanhangers van het vernietigd stad
houderschap zich buitengewoon onbeschaamd opstellen, omdat zij
hopen op een aanstaande tegen-omwenteling, met herstel van het
vernietigt stadhouderschap en aristocratisch bestuur". Zij ontzien
De "Slag bij Castricum" aquarel door Charles Rochussen.
19