Zinneprent op Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. te zich niet alleen in de gerechtelijke vervolging van kleine inciden ten, waarbij burgers, veelal onder de invloed van alcohol, openlijk hun Oranjeaanhankelijkheid betuigden, maar ook in de oprichting van een officieel ambtelijk spionagecircuit, bestaande uit Commissies tot Binnenlandsche Correspondentie. Achter deze onschuldige naam ging een netwerk schuil, waarin bestuurlijke colleges elkaar vrijwel dagelijks schriftelijk op de hoogte hielden van plaatselijke politieke activiteiten, met de vraag of men die kon dulden en de maatregelen, die hiertegen genomen moesten worden. Een vorm van activiteit van deze commissies was het tegengaan van ongewenste pamfletten en drukwerken, die bij aantreffen in beslag werden genomen, waarna tegen de verspreider en de maker, als die bekend waren, een vervolging werd ingesteld. Een voorbeeld van wat zoal de toorn van deze overheidsinstanties kon opwekken is de inbeslagname begin 1799 van gedrukte bescheiden te Buiksloot. Hieronder bevonden zich manuscripten van enkele toneelstukken, die niet zozeer om het etaleren van Oranjesympathie misnoegen had den gewekt, maar veeleer door het op de hak nemen van de bestuurlijke autoriteiten. Een voorbeeld van de satirische tekst van één van deze toneelstukken treft de lezer elders in dit artikel. "Staatkundige Samenspraak" door J. Bruijn Een burger genaamd Klapwiek en een kamerbewaarder met de naam Apollionnetje(!) betreden een toneel, waarop de Bataafse maatschappij als hel wordt voorgesteld, met echter een gedeel te ingericht als een vergaderruimte. Klapwiek tegen Apollionnetje: Wel verbaast en verschriklyk! Wat al Committeés! Hier een Committé, daar een Committé, ginter een Committé! Men kan geen voet verzetten, of men struykelt over een Committé. Als het Vaderland nu niet behou den word, dan weet ik het niet" Klapwiek, als hij op het toneel satan (Lucifer) en een handlan ger ontwaart, beiden gekleed als Bataafse bestuurders, met de bekende sjerp en steek en bovendien een bril, om geleerdheid te suggereren: Wel jemini Joosje! Dit is een mooy Committé! En ei kyk, wat aardige Commitésleden. Wel, die zien er grap pig uyt" De dialoog spitst zich vervolgens toe op een advies dat Klapwiek van Lucifer wil krijgen, over hoe hij in de regering kan komen. Klapwiek noemt enkele van zijn verdiensten, die het verkrijgen van een zetel in de regering wellicht vergemakkelijken. Hij heeft geld en draagt een knap kostuum. Hij betwijfelt echter of hij verstandig genoeg is, want zijn om geving noemt hem een zot. Lucifer: "Wel nu, laat dat zoo zyn, des te grooter kans hebt gy, om aan 't roer van de staat te komen". Om carrière te maken acht Lucifer het nuttig dat Klapwiek elke dag een ander kostuum draagt. Klapwiek: Wat je zegt? Zou er dat goed voor wezenWel dan laat ik hier nog twee pakken by maaken. Maar Burger, alle dag een ander pak: dat strookt immers niet met de Gelykheid, met de Burgerlyke vryheid". Lucifer: "Daar moet het niet meede strooken". Klapwiek: Maar elk heeft de woorden in de mond". Lucifer: "Gy moet ze ook onophoudelyk in den mond hebben, maar er nooyt naar doenV' Klapwiek: "Welfoey, dat zoufalsch zijn". Lucifer: "Wanneer gy er zo over denkt, komt gij niet in de Regeering. Begryp dat woorden geen kleederen zyn: de eersten moet gy gebruiken, en de laatsten aantrekken" Als voorwaarde om in de regering te komen noemt Lucifer ver volgens het deelnemen aan de vele clubs, sociëteiten en grond vergaderingen. Klapwiek bekent, dat hij zich daar nooit ver toont, omdat hij bang is te moeten spreken en niet zou weten wat hij moest zeggen. Wel heeft hij veel discussies over de staatkunde aangehoord, soms tot diep in de nacht, in gezelschappen bij hem thuis. Lucifer: Dat wil ik gelooven, maar verstaat gy die Predikatiën ook?" Klapwiek: Wel om je de waarheid te zeggen, neen! Hier en daar is er zo een enkel woord in, dat ik versta, zoals Vryheid. Gelykheid, Broederschap, Vaderlands liefde en dergelyken, maar van het overige begryp ik net zo veel als myn kat. Evenwel hoor ik het gaarne, want kyk, die woorden worden op zulk een verschrikkelijke mooy en toon uytgesproken, dat er een men- schen hart van verdaagt. Somtyds klinken ze ook net of het don derde, en vooral, als het wat laat in de nagt word, want dan is het stil, begryp je?". Na enige verdere discussie geeft Lucifer als advies: "Vervoeg u daaglyks in de Vergaderingen van dit volk! Steek den buyk vooruyt, den kop in de hoogte, vlieg de Predikstoel op, breid de Armen uyt, verhef uw stem, en predik uyt al uw magt over de Vryheid, Gelykheid en de BroederschapV' Klapwiek: "Wel, daar sla ik een gat van in den Hemel! Ik pre diken? Ik, in een Volksvergadering het woord voeren! Wel, de Burgers! Zy zouden my uytlachen" Lucifer: "En waarom zouden ze u uytlachen?" Klapwiek: "Wel, geen mensch zou myn Predikatie verstaen, en by myn ziel! Ik zelf ook niet". Lucifer: Toen gy, zoo als gy zegt, die Burgers uyt de Club, aan uw huys hebt hooren Prediken, toen verstond gy ze ook niet. Maar hebt gy ze toen uytgelachenT Klapwiek: "Wel neen! In 't geheel niet". Lucifer: "Welnu, evenmin zullen ze ook u uytlachen en wij kun nen u zelfs verzekeren dat hoe minder zy van uwe redenvoerin gen of aanspraaken verstaan ofbegrypen, hoe minder zy er om lachen zullen" Klapwiek: "Kyk, als dat zoo is, dan ga ik op de Preekstoel" Lucifer: Het is voor u de naaste weg, om in de Regeering te komen. Alleenlyk draag zorg, dat men u weinig of liever in het geheel niet begrypt; uytgezondert de berugte woorden van Vryheid, Gelykheid en Broederschap! Maar appropo, hebt gy een goede stem?" Klapwiek: "Een stem als een klok. Kyk ik ben er niet groots op, want het is een gaaf van onzen Lievenheer, maar ik kan schreeu wen, dat men het een halfuur verre hooren kan" Lucifer: "O! dat is by uytstek. Maar hebt gy noch al veel varia 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 18