blinde vlek. Nederland is een Franse satellietstaat zonder eigen iden titeit hetgeen culmineert in Franse annexatie in 1810.Pas in I813na Leipzig en de terugkeer van de erfprins op verzoek van 150 voor aanstaande Nederlanders onder leiding van Gijsbert Karei van Hogendorp, wordt de vaderlandse geschiedenis weer ingekleurd. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het besef gekomen dat de Franse of Bataafse tijd wel degelijk belangrijk is geweest voor Nederland. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd de Nederlandse staat geboren, maar in de Franse tijd (1795-1813) werden de fundamen ten gelegd van de moderne eenheidsstaat waarin we thans leven. De patriotten in de tweede helft van de 18e eeuw moeten gezien wor den als hervormers, progressieven, te vergelijken met de liberalen in het midden van de 19e eeuw en de sociaal democraten van de 20e eeuw. Zij ijverden voor ideeën en beginselen die nu voor ons van zelfsprekend zijn. Verklaring van de Rechten van de Mens, gelijk heid en kiesrecht voor alle burgers, afschaffing van de voorrechten van adel en grootgrondbezitters, emancipatie van katholieken, joden en andere minderheidsgroepen. Ook de ballingschap van Oranje was niet de eerste keer. In de 17e eeuw lag men regelmatig overhoop met de Stadhouder, getuige twee stadhouderloze tijdperken. Verdienstelijke Nederlanders, zoals raad pensionaris Johan van Oldenbarnevelt, rechtsgeleerde Hugo de Groot en anderen, waren fervent anti-Oranje. Stadhouder Willem V stond niet boven de partijen in de Republiek. Zijn soevereiniteit werd gegarandeerd door de buitenlandse mo gendheden Engeland en Pruisen. In 1787 had hij zelfs Pruisische ba jonetten nodig om zijn gezag te herstellen. Het staatsbestel binnen de Republiek was verouderd en de besluitvorming traag hoofdzake lijk door federalisme en talloze overlegorganen. Erfprins Willem Frederik was in Noord-Holland tijdens de invasie. Daar heeft hij misschien begrepen dat er geen terugweg mogelijk was en dat de veranderingen niet ongedaan gemaakt konden worden. In tegenstelling tot zijn vader begreep hij wel de tekenen des tijds. Hij kwam terug als constitutioneel vorst. De grondwet van 1814 was niet alleen het werk van G.K. van Hogendorp maar kwam voor een groot deel voort uit de ideeën en gedachten van de oude patriotten en Bataafse voormannen. Na de terugkeer van de Oranjes kwam er geen bijltjesdag en veel vooraanstaanden uit de Bataafs Franse tijd bleven op hun hoge posten, inclusief Nuhout van der Veen. Toen Willem het strand betrad bij Scheveningen moet hij ongetwij feld hebben teruggedacht aan die 'lange herfst van 1799' en aan 'die natte zondag in oktober' toen bij Castricum geschiedenis werd ge schreven. JanZuurbier, M.Sc. Bestuurslid 'Stichting Herdenking 1799' Bronnen: Niet alleen de patriotten maar ook veel andere Nederlanders zagen 1795 als een bevrijding. Van enig militair verzet tegen de Fransen is binnen de Republiek nooit sprake geweest. Pas na 1810 kwam er on tevredenheid vanwege de conscriptie (dienstplicht) en de grote schaars te als gevolg van het Continentale Stelsel. De fluwelen revolutie van 1795 verliep zonder bloedvergieten en was binnen enige dagen een feit. Echter tussen idealen en realiteit stonden veel praktische bezwaren. Het opbouwen van een nieuw staatsbestel, rechtvaardig en met in spraak van alle burgers was geen eenvoudige zaak. Toch kwam op 23 april 1798 de eerste Nederlandse grondwet tot stand. Een zeer uit voerig en ingewikkeld stuk waarmee in de praktijk niet mee viel te werken. Het stuk was verreweg de mindere van de Amerikaanse Constitutie van 1789. Een meesterstuk wat nog steeds van kracht is. De schrijvers van dit document waren wel geïnspireerd door de Nederlandse patriotten, met wie ze in contact waren en die zij zelfs adviezen vroegen. De herdenking, vorig jaar, van het 150 jarige ju bileum van de grondwet van Thorbecke van 1848 was misplaatst en toch weer het gevolg van de historische verwaarlozing van de Frans tijd. In 1998 had 200 jaar grondwet in Nederland gevierd moeten worden. De Nederlanders die vochten en sneuvelden nabij Castricum en op andere Noord-Hollandse slagvelden zagen de invasie wel degelijk als een vijandelijke inval. De opvatting van Grenville c.s. dat er een oproer zou komen, was verkeerd. Een groot deel der Nederlandse be volking wilde helemaal niet terug naar de situatie van voor 1795 maar koos voor de revolutie met al zijn onzekerheden en onrust, maar ook met zijn hoop op een betere en rechtvaardiger samenleving. Willem V hield niet van nieuwigheden. Indien de Engelsen en Russen op 6 oktober 1799 bij Castricum zouden zijn doorgebroken zou dit het einde van het reeds begonnen hervormingsproces hebben bete kend en dit zou de wording van de moderne Nederlandse staat ern stig vertraagd kunnen hebben. Dit is de betekenis van de slag bij Castricum en maakt die gebeurtenis meer dan waard herdacht te wor den. Alberts, A.: De huzaren van Castricum. Een geschiedenis van de Nederlandse Republiek van 1780 tot 1800, Amsterdam, 1973. Dagboek van Pastoor Bommer, collectie Werkgroep Oud-Castricum Deelen van, D.: Historie van Castricum en Bakkum, Schoorl, 1973. Honig, G.J.: De landing van het Engels-Russische leger in Noord- Holland, De Zaende, 4,1949. Israël. Jonathan I.: De Republiek,deel II vanaf 1647. Franeker, 1996. Mackesey, Piers: Statesmen at War, the Strategy of Overthrow 1798- 1799, New York, 1974. Nieuwland, Ilja e.a.: De lange herfst van 1799, Castricum, 1998. Schama, Simon: Patriotten en Bevrijders. Revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780-1813, Amsterdam, 1989. Zeiler, mr. F.: Openingsrede van tentoonstelling te Bergen uitge sproken op 22 april 1999. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 12