trachtte van hier met geschut naar Castrikum te trekken, maar hetzel ve bleef in den weg zitten, waardoor men genoodzaakt was terug te keer enHet gevecht duurde tot des namiddags 4 urenmaar men bleef hier tot den volgende morgen in onzekerheid wegens den afloop'. Het dagboek van de Zaandijker Jacob Honig Jansz geeft van dag tot dag een relaas van de gebeurtenissen in Zaandijk met betrekking tot de invasie. Hij beschrijft hoe er dagelijks per schuit over de Zaan troepen naar het front worden aangevoerd en gewonden terug. Ook dat er paarden en mankracht worden gevorderd om te helpen schan sen en stellingen op te werpen bij Purmerend, Knollendam en Schermerhorn en dat er 's nachts door de burgers de wacht moest worden gehouden tegen rovend en plunderend krijgsvolk. 3 oktober. Zijnde er veel schuiten met gekwetsten. Berigten dat ons leger aan het retireren was. 'S avonds berigt dat de Engelsen in Alkmaar getrokken waren. 4 oktober. Men kon alhier op den tooren de prinsenvlag zien waai en op de Alkmaarder toren. 5 oktober. Zijnde geruchten dat de Engelsen in Limmen en Hevloo waren. 6 oktober. Hebbende deze morgen sterk horen schieten. 'S middags ten één uur, hoorde men nog schieten, komende hier vele vluchte lingen aan, die de een van hun man, en de ander van hun zoon niks wisten. Zijnde de gehele dag sterk geschoten, zo dat het hier met het een en ander een allerakelijkste dag was. Men was telkens bevreest voor nadelige berigten. 'S avonds komt er nog bevel de boeiers en vaartuigen te evacueren dat indien de Engelsen mochten komen daar zij geen nut van konden hebben. 7 oktober. Zijnde berigt uit Beverwijk gekomen dat er gisteren we der een groot gevecht geweest was, dat er 1100 Engelse en Russische krijgsgevangenen in Beverwijk waren en dat de donkerte een einde aan het gevecht had gemaakt. Het einde Een ander ooggetuigeverslag van de gebeurtenissen wordt gegeven door de Castricumse pastoor Bommer. In zijn verslag wordt ook het enige tot nog toe bekende burgerslachtoffer vermeld, Neeltje een dochter van Bakkumer Jan Groentjes, doodgeschoten in de kelder door een Russische soldaat. In vergelijking met de grote aantallen gewonde en gesneuvelde militairen is het aantal burgerslachtoffers gering. Dit is gemakkelijk te verklaren uit het feit dat in die tijd de gebruikte wapenen primitief waren en een klein bereik hadden. Dit gaf de burgers vrij gemakkelijk de gelegenheid het slagveld te ont vluchten en de gebeurtenissen op een veilige afstand af te wachten. Ook tijdens de andere veldslagen van de invasie was het aantal slacht offers onder de burgerij op één hand te tellen. De primitieve bewa pening was ook oorzaak van het grote aantal doden en gewonden on der de combattanten. Het grootste deel van de strijd was immers 'clo se combat' dat wil zeggen na een enkel musketsalvo ging men elkaar te lijf met bajonet, messen, bijlen en geweerkolven. Groot moet echter de ravage en verwoesting zijn geweest na de strijd. Ook de overlast van rondzwervende troepen, zowel geallieerde als Gallo-Bataafse was enorm. Jacob Jansz. Honig beschrijft in zijn dagboek dat hij op 11 oktober met zijn vriend Adam Adamie het slagveld bij Castricum bezoekt. Hij vertelt over de verwoestingen, het grote aantal gevallenen, dat Dit schilderij hangt in het raadhuis van de gemeente Castricum. Het geeft een goed beeld van de hevigheid waarmee tijdens de slag gestre den werd. 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1999 | | pagina 10