Frans Zonneveld met zijn schelpen op weg naar
huis.
De schelpenkar moest door het mulle zand over de
eerste duinenrij worden getrokken.
ren. Het aanbod werd bepaald door de aanwas en het afsterven van
de dieren. De aanvoer van schelpen werd ook beïnvloed door de wind.
Bij aflandige dus oostenwind ontstond een onderstroom naar de kust
toe. Hierdoor werden schelpen opgewoeld en naar de vloedlijn ge
bracht, waar ze verzameld werden door de schelpenvissers.
De schulpwegen
Het kostte het paard buitengewoon veel inspanning om de kar van
af het strand door het mulle zand de eerste duinenrij omhoog te trek
ken. Daarom werd de kar vaak in kleinere hoeveelheden schelpen
omhoog gebracht, die bovenop het duin door de visser op een eigen
plekje voorlopig even werden neergegooid. Als er een volle karren
vracht boven was verzameld ging de tocht op huis aan. En die tocht
liep via mulle zandwegen door het duin. In een verhandeling van mr.
D.T.Gevers uit 1826 over het toegankelijk maken van de duinval
leien staat letterlijk: Langs onze kust is er geen punt op hetwelk zoo
vee! schulpen van het strand werden opgehaald dan tegenover
Castricum en Bakkum, vandaar dat aantal schulpwegen door de dui
nen". De duinen waren in de vorige eeuwen particulier terrein en in
het bezit van meerdere adellijke families. De paden door de duinen
mochten door de schelpenvissers worden gebruikt, mits ze de duin
hekken niet beschadigen en niet open laten staan. Dit gebeurde niet
altijd: "Alzo verscheyde klagten gedaen worden, dat de duyn hekken
door de Schulphaelders en andere, die door dezelve komen te pas
seren, zeer worden beschadigt en aan stukken gereden, om dat de
zelve op de karren blyven zitten, en de paarden zo door het slaan en
stoten weten te leeren de hekken met de borst open te lopen en met
geweld daar door te ryden, dat de hekken blyven open staan, of zo
sterk toeslaan, dat ze aan stukken raaken, waar door veele schade
word veroorzaakt"Dit wordt in 1731 opgetekend bij het instellen
van een plaatselijke verordening, waarin bij overtreding een boete
van 42 Kennemer Schellingen betaald moet worden.
Van 'Castricum aan Zee' werden de schelpen door het duin over het
pad gevoerd, dat nu nog 'de Oude Schulpweg' wordt genoemd. Dit
pad liep verder langs Kijk Uit. de Kramersweg, de Mient. de
Bakkummerstraat en de Stetweg naar het Schulpstet. Van het gebruik
van dit zandpad als schulpweg weten we iets meer door een rechts
zaak in 1929. Aanleiding hiertoe vormde de bekeuring, die de rijks
veldwachter Gorter had opgemaakt tegen ene Nicolaas de Jonge van
wege het lopen op de Oude Schulpweg, terwijl dit duinterrein ei
gendom is van de 'Hollandsche Duinmaatschappij' en er borden 'ver
boden toegang' zijn geplaatst. Eigenlijk was dit een proefproces en
Gorter was gevraagd een proces-verbaal op te maken om een rech
terlijke beslissing uit te lokken over de vraag of de weg - ja dan nee
- openbaar was. De vorige eigenaar van de weg, de heer Gevers, is
in 1922 overleden en heeft nooit bekeuringen voor het gebruiken van
de weg doen opmaken. De weg is volgens de processtukken een zand
weg, met gedeeltelijk verharde stukken, terwijl de weg op sommige
stukken in het geheel niet meer te zien is, hoewel de richting wel dui
delijk naar zee was. Tijdens de rechtszaak komen verscheidene ge
tuigen voor de rechter. Volgens jonkheer Gevers, zoon van de vroe
gere eigenaar, is de weg nooit openbaar geweest. De 76-jarige bos
wachter Dirk Dokter weet nog dat zestig jaar geleden 1869) die weg
gebruikt werd door de schelpenvissers. Burgemeester Lommen en
de gemeentesecretaris Van Lunen melden dat deze weg in de ont-
werp-legger van de wegen was opgenomen, maar door GS de be
slissing in 1929 was opgeschort. Ook de 87-jarige Klaas van den
Berg staat voor het getuigenbankje. Hij meldt: "Ik was destijds strand
vonder te Castricum. Vijftig jaar geleden werd de Oude Schulpweg
te Castricum door de schelpenvisschers gebruikt, evenals door mij
zelf. Die visschers onderhielden den weg. Het was een zandweg. Ook
andere personen mochten daar loopen zonder bijzondere vergun
ning en niemand maakte daar aanmerking op. Ik weet niet wanneer
de borden metverboden toegang' daar gekomen zijn. Er waren des
tijds nog 80 schelpenvisschers te Castricum. Ook zelfwas ik scliel-
penvisscher. ledereen uit Castricum kwam op dien weg en men mocht
ook buiten den weg in de duinen loopen, zonder dat er aanmerking
op werd gemaakt". Nog zes oudere dorpsgenoten komen aan het
woord om te verklaren dat zij vroeger vrij van de weg gebruik kon
den maken. In het vonnis blijft de weg particulier bezit en wordt de
verdachte veroordeeld tot de betaling van een symbolisch bedrag van
vijftig cent.
Ook werden de schelpen vanaf 'Bakkum aan Zee' over een zandpad,
de Glopsweg geheten naar het Stet vervoerd. Dit zandpad is in 1924
bestraat en is toen 'de Zeeweg' gaan heten. De bestrating van de
Zeeweg betekende een enorme verbetering voor de schelpenvissers.
Op de dag van de officiële opening op 19 mei 1925 reden ongeveer
50 schelpenkarren en wagens als eerste over de pas geopende weg.
In deze eeuw werden de schelpen alleen nog via de Zeeweg naar het
Schulpstet vervoerd. Het was een vertrouwd dagelijks beeld dat vele
schelpkarren op weg waren naar het Schulpstet.
4