de 31 -jarige Jan Louter, boer, zijn vrouw Maartje Tromp en hun kin
deren Simon, Antje en Gerrit en de dienstmeid Maartje Visbeen.
Gerrit Tromp, oud 61 jaar is o.a. schelpenkoopman, gecommitteer
de in de schelpenhandel en ook gemeenteraadslid; hij woont met zijn
vrouw Willemijntje van Winsen en hun zoon Jan op nr. 9. Gerrit
Tromp heeft diverse omliggende percelen in zijn bezit, evenals het
hiervoor genoemde huis nr. 8, waar zijn dochter Maartje woont.
Achter zijn huis staat een schuitenhuis aan een insteekhaventje van
de Schulpvaart.
In het 'Lange Pannenhuis' (nr. 10) woont aan de noordzijde de 46-
jarige vrijgezel en schelpenvisser Olof Stuilbergen. Naast hem woont
Cornelis Zonneveld, oud 58 jaar en schelpenvaarder, zijn vrouw
Guurtje Stet, hun zoon Engel en de 49-jarige vrijgezel Willem
Duijneveld, schelpenvaarder. Aan de zuidzijde woont het gezin van
Jan Baars, oud 45 jaar, schelpenvisser, zijn vrouw Guurtje Arende
en hun kinderen Gerrit, Aaltje en Huijgje. Bij hen woont de 61 -jari
ge vrijgezel en arbeider Willem Koster (die van de gemeente Limmen
alimentatie ontvangt).
Het laatste pand (nr 11) wat in 1830 nog onder het Schulpstet viel,
is ook in tweeën bewoond: het echtpaar Jacob Zonneveld, oud 62
jaar, schelpenvaarder en Grietje Twisk, en het echtpaar Teunis van
den Bos, oud 57 jaar, arbeider en Jannetje Schrama en hun zoon Jacob,
16 jaar en reeds vletschipper van beroep.
Deze luchtfoto uit 1926 geeft het gebied vanaf de Van Tietihovenhoeve
aan de Heereweg linksondertot een groepje huizen van het
Schulpstet (linksboven). Aan de Stetweg stonden nog niet veel hui
zen. Het verlengde van de Zeeweg naar Limmen bestond nog niet.
Vanaf de driesprong Heereweg-Zeeweg loopt het verlengde van de
Schulpvaart naar het 'Koningskanaal' langs de Zeeweg.
Dit kaartje geeft de situatie omstreeks 1940. De nummers worden in
de tekst gebruikt bij de vermelding van de verschillende huizen en
hun bewoners.
wat meer huizen, maar het is nog steeds een eigen buurtje, waar voor
al de schippers wonen, die als de 'Stetters' of 'de Schippers van het
Stet' worden aangeduid. Het zijn vooral de families Hollenberg, Lute
en Zonneveld die hier deze kleine gemeenschap vormen.
Belangrijke verandering in deze periode van honderd jaar is de aan
leg van de spoorlijn, die in 1868 in gebruik is genomen en daarbij
het Schulpstet aan de oostzijde begrensde. Rond 1930 zijn tegen de
spoorlijn tussen Schulpvaart en Schulpstet door Cees de Groot twee
kalkovens gebouwd.
De bewoners in 1940
In 1940 is de vroegere drukte aan het Schulpstet veel minder ge
worden. De kalkovens van Cees de Groot zijn nog wel in bedrijf. Het
Schulpstet is in onze eeuw de naam van de zijstraat van de Stetweg,
die ongeveer begint tegenover de Constantijn Huygensstraat en na
twee haakse bochten naar rechts ca. 200 meter verder weer terug-
De periode 1830 - 1930
In deze periode van honderd jaar is de betekenis van de schelpkalk
en de schelpenvisserij aanzienlijk afgenomen. Veel minder inwoners
waren nog als schelpenvisser werkzaam. Het karakter van het
Schulpstet is echter niet ingrijpend veranderd. Er staan in 1930 wel
komt op de Stetweg. Op de schets is de situ
atie rond 1940 weergegeven.
We volgen nu de huizen en bewoners van de
Schulpstet en beginnen aan de rechterkant van
het Schulpstet (nr 1). Hier woonde Gerrit
Brakenhoff, landbouwer en bloemist, met zijn
vrouw Maria Klein en enige zoon Johannes.
In het dubbele woonhuis (nr 2) woonden
Nicolaas van den Akker en Jan Eijkmans. De
boerderij in de bocht (nr 3) was in vieren be
woond door de familie Lute; hier woonden
Toon Lute sr., het gezin van Toon Lute jr. (de
laatste schelpenvisser) en Comelia Hollenberg.
hun zoon Nicolaas, die werkte bij Hoogovens,
met zijn vrouw Catharina Admiraal en ten
slotte Piet Hollenberg, die werkte op de melk-
suikerfabriek en getrouwd was met Catharina
Lute, dochter van Toon Lute sr.. In het huis
(nr 4) voorbij de bocht woonde Maria Schoorl.
beter bekend als opoe Hollenberg met haar
zoon Arie Hollenberg, die werkzaam was als
bronbemaler bij Toon Borst.
26