in vaten overgebracht, waarna het persen kan beginnen. Dan worden
de kazen in een pekelbad gelegd. De laatste fase is de rijping van de
kaas. Daarvoor is de eerste verdieping van de fabriek ingericht.
In de oude fabriek staan de stoomketel en de aandrijfmachine voor de
centrifuge nog in het hoofdgebouw, maar in 1923 komt er een apart
stookhuis voorde Cornwall stoomketel en een grote schoorsteen gaat
het silhouet van het dorp mede bepalen. De aandrijving op stoom
kracht wordt geheel vervangen door elektriciteit. Stoom is alleen nog
nodig voor verwarming van water voor het produktieproces en voor
het schoonmaken van o.a. de melkbussen. Steeds meer moderne hulp
middelen worden aangeschaft waarvoor ruimte nodig is.
Het kantoortje in een van de uitbouwtjes aan de voorzijde wordt be
drijfsruimte en ten oosten van de fabriek wordt in 1925 een nieuw
kantoor gebouwd. Ook is er in dat gebouw plaats voor het pasteuri
seren van de melk. De melk wordt verhit om schadelijke bacteriën
uit te schakelen. Ook het bereiden van diverse vlasoorten en het vul
len van flesjes met slagroom vindt in het nieuwe gebouw plaats. Deze
produkten worden meer en meer gevraagd na de toeneming van het
toerisme en de groei van het kampeerterrein Bakkum, na de opening
van de Zeeweg in 1926.
In 1930 wordt er tussen het kantoor en de machinekamer een ruim
te voor het laboratorium bijgebouwd. Voortdurende controles in het
laboratorium zijn noodzakelijk. Een bacterie kan immers een hele
bak met kaasmelk bederven. Het kantoor en het laboratorium ver
huizen na enkele jaren naar het naastgelegen woonhuis. Het voor
malige kantoor en het laboratorium worden dan ingericht voor de af
gifte van de melkprodukten aan de slijters.
In 1932 wordt de apparatuur van de fabriek uitgebreid met koelin
stallaties, o.a. voor ijs. In 1938 komt er een homogenisator. Van ge
homogeniseerde melk komt de room niet meer bovendrijven. Dit
wordt bereikt door de melk onder grote druk door heel kleine gaat
jes te persen. In 1942 wordt het melkontvangstgebouw aangepast in
verband met de installatie van een wasmachine voor melkbussen of
kannen zoals ze ook wel genoemd werden. Nadat de bus is geleegd,
wordt deze doorgeschoven naar deze machine. De bus wordt er in
gezet en gespoeld, daarna nog eens met een schoon
maakmiddel behandeld, dan met schoon water en
tenslotte met stoom, waarna de bus gloeiend heet
weer op de melkwagen wordt teruggezet. Er wordt
veel water gebruikt en de fabriek heeft een eigen
bron en ook regenwater van het dak van de fabriek
wordt opgevangen en benut.
Dominee en technicus
De melkfabriek met uitbouwen aan de voorzijde en links op de foto het kantoor dat in
1925 werd gebouwd.
Een zoon van de directeur, de nu 86-jarige heer
Leo Baas, herinnert zich, dat eens op een zaterdag
de stoomketel een mankement vertoonde. Het zou
veel tijd kosten om een monteur van veraf te laten
komen. Dat dit zou betekenen dat de fabriek stil
kwam te liggen, wat natuurlijk een ramp was. De
Hervormde predikant in die dagen, dominee Van
Poelgeest, was bijzonder technisch onderlegd. Het
is dat zijn ouders het hem verboden hadden, maar
hij zou liever technicus zijn geworden. In zijn
schuurtje stond de complete apparatuur voor een
machinebankwerker. Dominee Van Poelgeest werd
dus naar de fabriek geroepen en inderdaad, hij slaag
de erin om de reparatie uit te voeren en naar men
zegt op zo'n manier dat het euvel zich nooit meer
heeft voorgedaan
Leo Baas vertelde dat zijn vader iedere week de
kaas en botermarkt in Alkmaar bezocht, waar de
prijs tot stand kwam. De boter voor de detailhan
del wordt in pakjes van een pond verpakt met daar
op de merknaam 'Holca'. Aan de handelaren wordt
de boter in vaten vanuit de fabriek verkocht. Ook
wordt geleverd aan het ziekenhuis Duinenbosch.
Die produkten worden met een vrachtauto bezorgd.
De wei, die is overgebleven van de kaasbereiding
en die niet door de boeren als varkensvoer mee te
rug is genomen, wordt geregeld opgehaald door
een grote ketelwagen van de Melksuikerfabriek in
Uitgeest.
De melkontvangst vond hier plaats. Geheet links
Klaas Zonneveld bij de spoelmachine; rechts
melkcontroleur Johan Dijkstra. De namen van
de twee personen, die de melkbus legen, zijn niet
bekend.