Leeftijd --->
slechts vijf inwoners ouder dan 80 jaar met als oudste de 90-jarige
Maarten Ranke. In tabel 5 is de grootte van de verschillende leef-
tijdscatagoriën in aantallen en procenten weergegeven. Ter vergelij
king is ook de leeftijdsverdeling in Castricum in 1988 gegeven. Hieruit
blijkt dat het aantal kinderen verhoudingsgewijs veel geringer is en
het aantal ouderen veel groter.
Tabel
5:
leeftijdsgroep
aantal personen
percentage
jaar 1830
1830
1988
t/m
10 jaar
248
31,4
11, 8
11
t/m
20
160
20,2
15,6
21
t/m
30
124
15,7
13, 9
31
t/m
40
96
12,1
14, 0
41
t/m
50
72
9,1
15,6
51
t/m
60
50
6,3
12, 6
61
t/m
70
26
3,3
9,3
71
t/m
80
12
1, 5
4,9
boven
80
3
0,4
0,3
totaal
791
100,0
100, 0
Huwelijkse staat
Van de 791 inwoners zijn er 506 ongehuwd, verdeeld over 269 man
nen/jongens en 237 vrouwen/meisjes; verder zijn er 124 gehuwde
mannen en 125 gehuwde vrouwen, 20 weduwen en 16 weduwnaars.
De Castricumse bevolking bestaat dus uit 409 mannen en 382 vrou
wen. Als we de leeftijd en de huwelijkse staat met elkaar vergelijken,
dan blijken de jongeren niet voor hun twintigste jaar te trouwen. In
de leeftijdsgroep 20 t/m 24 is 6% van de mannen en 31 van de vrou
wen gehuwd; in de leeftijdsgroep 25 t/m 29 is dit respectievelijk 46%
en 63%. Op een leeftijd ouder dan 61 jaar komen geen ongehuwden
meer voor. In tabel 6 zijn de betreffende gegevens opgenomen.
Geboorteplaats
Uiteraard is het merendeel van de bevolking in Castricum geboren;
toch zijn niet minder dan 231 personen ofwel bijna 30% elders gebo
ren. Als we hiervan de plaats van herkomst nader analyseren, dan ko
men er uit de direkte omgeving in totaal 132 personen t.w. uit de
Egmonden 27, Akersloot 22, Limmen 22, Uitgeest 18, Heemskerk 17.
Alkmaar 16 en Heiloo 10. Uit de overige gemeenten in Noord Holland
komen 73 personen, uit de rest van Nederland 19 personen en tenslot
te zijn er nog 7 inwoners in het buitenland geboren (5 uit Duitsland).
Van de in totaal 231 personen, die elders zijn geboren, is het over
grote deel en wel 186 personen volwassen (21 jaar en ouder).
Aangezien de totale bevolking van Castricum uit 383 volwassen per
sonen bestaat, betekent dit dat hiervan ca. 48% elders is geboren. Dit
is een duidelijk bewijs dat men ook in vroeger tijd niet zo plaatsge
bonden was en dat men ondanks de beperkte vervoersmiddelen - uit
sluitend te voet of met paard en kar - zich regelmatig op reis begaf.
Van de mannelijke personen, die van elders komen, is er wel een aan
tal met een bijzondere functie, zoals schoolmeester Schut uit
Krommenie, burgemeester Kieft uit Westzaan, pastoor Ruijgrok van
der Werve uit Hazerswoude, dominee Canne uit Kuinre. heelmees
ter Res uit Zaandam (stamvader van de Castricumse familie Res), de
heer Rommel, herbergier van De Rustende Jager, uit Amsterdam
(overgrootvader van kapitein Rommel) en de tolgaarder Van den
Braak uit Pijnakker.
Beroepen
Van elke inwoner wordt bij de volkstelling het beroep vermeld. Bij
huisvrouwen en kinderen wordt 'geen' beroep aangegeven. Bij en
kele zeer jonge kinderen komt al een beroep voor. Van de 345 kin
deren onder de 16 jaar zijn er elf met een beroep. Op reeds 13 jarige
leeftijd zijn er één schoenmakersknecht, twee werkboden en één
werkmeid; zij zijn als zodanig bij andere mensen werkzaam en in
wonend. De kinderen, die bij hun ouders wonen en vaak op die leef
tijd ook al hard moeten aanpakken in het eigen agrarische bedrijf,
staan als zonder beroep vermeld.
In de leeftijdsgroep 16 t/m 20 zijn er 30 meisjes, waarvan er 14 een
beroep hebben, met name werkbode (8x), werkmeid (4x), dienstmeid
1 x) en werkster 1 x). Verschillen tussen deze beroepen zijn er niet
of nauwelijks. Bij de 33 jongens in dezelfde leeftijdsgroep hebben
er 20 een beroep; hiervan zijn er 12 boerenknecht, 3 dagloner (ar
beider), 1 slagersknecht, 1 metselaarsknecht, I kleermakersknecht,
1 stalknecht en 1 kantoorbediende.
Van de 199 volwassen mannen hebben er 194 een beroep opgege
ven. Opvallend is hierbij het grote aantal schulpenvissers. Ook uit
andere gegevens is ons bekend dat in die tijd de schelpennering voor
velen het hoofdmiddel van bestaan vormde. In Castricum zijn dat 47
mannen, waaronder 38 schulpenvissers, 8 schulpenvaarders en I
schulpersknecht. De schulpenvissers hebben met hun gezinnen een
zeer mager bestaan; er wordt veel armoede geleden. De meesten van
hen hebben geen eigen huis, bewonen een zeer klein huisje en/of zijn
op de armenzorg aangewezen.
In de agrarische sector is het wel wat beter. Er zijn vrij veel grote boe
ren met veel weiland in bezit. In totaal zijn er 45 die het beroep van
bouwman (boer) uitoefenen en daarnaast zijn er nog 42 als boeren
knecht werkzaam. Van alle in cultuur gebrachte grond is in Castricum
het overgrote deel weiland en slechts een klein deel bouwland, zoals
ook bij de uitwerking van de kadastrale gegevens is gebleken (zie het
16e jaarboekje). Dit is de reden dat er maar 4 personen het beroep land
bouw! st)er uitoefenen. De laatste grote beroepsgroep van in totaal 26
personen, wordt gevormd door de dagloners of wel de losse arbeiders.
Tabel
6:
leeftijd
Ongehuwd
Gehuwd
ine1.wed.
Totaal
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Man
Vrouw
t/m
15
177
168
0
0
177
168
16
t/m
19
26
25
0
0
26
25
20
t/m
24
30
22
2
10
32
32
25
t/m
29
14
12
13
24
27
36
30
t/m
34
7
4
25
15
32
19
35
t/m
61
15
6
81
80
96
86
vanaf
62
0
0
19
16
19
16
totaal
269
237
140
145
409
382
44