De geschiedenis van de stoomzuivelfabriek kDe Holland'
Daar lag kort geleden zomaar in de modder van een sloot een
klein beugelflesje. Op de sluiting leest de nieuwsgierige
wandelaar de woorden N.V. 'De Holland": HolcaTel.no.
417; Castricum. Weinig Castricummers zullen hebben
beseft, hier een tastbaar bewijs in handen te hebben van
het bestaan van een echte zuivelfabriek in ons dorp. Op
de hoek van de Breedeweg en het Schoutenbosch aan de
rand van het dorp heeft bijna zestig jaar de zuivelfabriek
'De Holland' gestaan. Er werd harden lang, voor een laag
loon, maar met veel plezier gewerkt. Een fabriek, nauw
verbonden met het agrarisch verleden van ons dorp. die
ook een regionale functie vervulde. Eén van de vele be
drijven die ten ondergingen in het proces dat Nederland
aan de top van de zuivelproducerende landen zou bren
gen.
Kaas- en boterbereiding op de boerderij.
Tot in de tweede helft van de 19e eeuw is de kaasmakerij en het
maken van boter een normaal onderdeel van het boerenbedrijf. De
verwerking vindt volgens eeuwenoude methodes plaats. Er wordt twee
maal daags gemolken en de melk wordt ook twee maal per dag ver
werkt tot volvette zoetemelkse (Edammer-) kaas. Goed kaas maken
op de boerderij is dikwijls meer een kwestie van geluk dan van ken
nis. Het steunt op ervaring en gevoelHildebrand schrijft over de werk
zaamheden van de boerin: De bestemming van de boerin is kezen,
kezen en nog eens kezen: is bestendig zorgen dat de melk die 's och
tends en 's avonds na 'melkerstaid' wordt binnen gebracht, de deur
niet uitgaat dan in de vorm van goede gezonde en niet barstende ka
zen".
Roomflesje omstreeks 1940) van De Holland.
kregen, die sneller rijp en minder vatbaar
is voor gebreken dan de zoetemelkse
kaas. De boer heeft het voordeel, dat hij
behalve de kaas, ook nog eens de room
overhoudt, waarvan boter wordt gemaakt.
Boter wordt gemaakt door de room te ver-
karnen. Dat is door de room in een vat -
de zogenaamde karn of karnton - flink
heen en weer te klotsen.
Vanaf de late middeleeuwen werd zowel bo
ter als kaas al in grote hoeveelheden geëx
porteerd. De kaaswaag in Alkmaar werd al in
de 15e eeuw gesticht. De boer was tegelijker
tijd grondstoffenleverancier, fabrikant, ver
voerder en handelaar. De welstand van de boe
ren hangt hoofdzakelijk af van de prijs die weke
lijks op de kaasmarkt in Alkmaar wordt bepaald.
Gegevens over de prijzen noteert boer Arie Asjes in een exemplaar
van de Noordhollandsche Almanak van 1866: voor 40 stuks gras
kaas 115 gulden, voor 42 stuks hooikaas 143 gulden en voor 41 kop
boter 33.82 gulden. Een boerenkaas woog ruim 10 pond, zodat de
prijs op rond dertig cent per pond komt. Een kop boter van 500 gram
bracht 80 cent op. Na de overgang op de boerderij van de bereiding
van zoetemelkse volvette Edammers twee keer per dag. naar de be
reiding van niet-volvette één keer per dag, is de volgende stap de in
voering van de fabrieksmatige verwerking.
Op steeds meer boerderijen ging men er in de tweede helft van de
negentiende eeuw toe over om alleen 's morgens kaas te maken: de
zogenaamde dagkaas. Deze wordt bereid uit afgeroomde avondmelk
en volle ochtendmelk. Op die manier wordt een steviger kaas ver-
Schoolplaat van C. Jetses: De kaasbereiding op de boerderij.
De eerste Castricumse kaasfabriek
Op de hoek van de Dorpsstraat en de Cieweg, die toen nog Zeedijkje
heette, stond het postkantoor. Jacobus Res was de postkantoorhouder.
Achter zijn pand ligt een flink stukje grond en op 12 okto
ber 1900 verkoopt hij twee derde deel voor f 240.- aan wa
genmaker Floris Twisk en kruidenier Gerrit Louter. Met z'n
drieën stichten ze daar de eerste kaasfabriek van Castricum
die de naam 'De Duinstreek' krijgt. In 1904 treedt ook vee
houder Cornelis Spaansen tot de onderneming toe.
De fabriek is een dagfabriek, waar net als op de boerderij
van de afgeroomde avondmelk en de volle ochtendmelk
Edammerkaas worden gemaakt. De melk van de veehou
ders wordt 's avonds op de boerderij neergezet en afge
roomd en 's morgens gaat de afgeroomde melk met de och
tendmelk naar de fabriek.
De melk wordt om beurten door de eigenaren van de fabriek
van de boeren in ontvangst genomen. De wei gaat voor var
kensvoer naar de boeren terug. Van het begin tot het einde
is Manus Zomerdijk de kaasmaker en de feitelijke leider van
'De Duinstreek'. Hij woont ook in het fabrieksgebouw.
Castricum is niet uniek. Bijna ieder dorp in Noord-Holland
heeft z'n kaasfabriek en soms wel twee. In 1909 waren er
125 fabriekjes in Noord-Holland. De produktie van kaas
op de boerderij nam wel af, maar was in die tijd toch nog
groter dan de produktie van fabriekskaas.