De vaas van Bleijendaal was in 1969 te zien op de tentoonstelling 'Historische momenten in Castricums monument' in de N.H. Kerk te Castricum kennis met het op de draaischijf vervaardigde en veel hardere Romeinse aardewerk. De inheemse bevolking, zo eigenzinnig als ze blijkbaar waren, bleef echter vasthouden aan het met de hand ver vaardigen van hun karakteristieke aardewerk. Zij waren in staat klei ne en grote potten te maken, met gladde randen, kartelranden, met en zonder oor. De vormenrijkdom van hun aardewerkprodukten was groot, de versiering sober. Mens en dier In de verslaglegging zijn de faunaresten (slachtafval) onderbelicht gebleven. Uit opgravingen elders is gebleken dat in de Romeinse tijd koeien, schapen, geiten, paarden en varkens tot de veestapel be hoorden en dat ook de hond. de kat en het pluimvee tot de levende have behoorden. Het overal verspreid voorkomend dierlijk botma- teriaal getuigde ervan dat ook in Castricum de veestapel zo opge bouwd geweest moet zijn. Ongetwijfeld zal men ook wel eens ge vogelte gegeten en, met zoveel water in de directe omgeving, een visje verschalkt hebben. Maar de mens, waar zijn de overblijfselen van de mens gebleven? Daarvan geen spoor, totdat de opgravingen van de ROB in de Oosterbuurt daar verandering in brachten door de vondst van een grafveldje met tenminste 9 skeletten (zie het 19e jaarboekje. 1996). Uit de deelopgravingen zou geconcludeerd kunnen worden dat het nederzettingsgebied zich in noordwestelijke- zuidoostelijke richting uitstrekte en zich waarschijnlijk bevonden heeft op de noordflank van één of een stelsel van stroomruggen. Ook de Breedeweg en de Doodweg zijn hierop gesitueerd, dus kan de omgeving daarvan van archeologisch belang zijn. Uit de vondstdichtheid en de plaatsbepa ling van de waterputten zou verondersteld kunnen worden dat er in het nederzettingsgebied twee nederzettingskernen (twee boerener ven) geweest zijn, namelijk één in de omgeving van het kruispunt Cieweg/Dokter De Jonghweg en één nabij de hoek Cieweg/Rietkamp. De inlijving van een groot deel van ons land bij het Romeinse Imperium heeft ook z'n uitstraling op het vrije noorden gehad. Er werd handel gedreven en het Romeinse aardewerk kwam binnen het bereik van de inheemse bevolking. Importvondsten zijn aangetrof fen in grote delen van Noord-Holland, waaronder Texel en in de Fries-Groningse kleigebieden. In de Castricumse bodem werd tussen de grote hoeveelheden in heemse aardewerkscherven slechts een zeer geringe hoeveelheid Romeins importaardewerk gevonden. Besluit Verondersteld wordt dat vanaf het einde van de 3e eeuw de bevol kingsdichtheid fors is afgenomen en dat vooral in het lage westen een ware ontvolking heeft plaatsgevonden. Als oorzaak wordt de toe nemende invloed van de zee genoemd, waardoor de kuststreek steeds natter werd en men er geen bestaan meer kon vinden. De vraag of Castricums grondgebied helemaal verlaten werd. is door de opgra ving van de ROB beantwoord. Daarbij is uit diverse vondsten na melijk gebleken dat in ieder geval nog tot het einde van de vierde of het begin van de vijfde eeuw in de naaste omgeving gewoond moet zijn. In ieder geval was het middeleeuwse vondstmateriaal erg schaars. Eigenlijk heeft dit gebied pas in de 20e eeuw weer een woonbe stemming gekregen. E. Mooij Geraadpleegde literatuur Bloemers, J.H.F. e.a.. Verleden land; archeologische opgravingen in NederlandAmsterdam 1981 Deelen. D. van. 'Vondstbericht Castricum (N.H.)', Westerheem 5, 1966. Deelen, D. van. 'Sporen van bewoning uit de eerste en tweede eeuw te Castricum', Westerheem 6, 1966. Deelen, D. van, "Dobbelsteentje uit de tweede eeuw'. Westerheem 6, 1970. Diederik. F., Archeologica, Schoorl 1989. Es, W.A. van, e.a., Archeologie in Nederland, Amsterdam/Amers foort. 1988. Mooij, E., 'De onderkant van Castricum', Op zoek naar Castricum's verleden, Schoorl 1992. Mooij, E.. Opgravingsverslag Cieweg 1969-1970, Werkgroep Oud Castricum. Piepers. J., Verkennings- en opgravingsactiviteiten hoek Cieweg/Dokter de Jonghweg 1981Werkgroep Oud Castricum. Bronnen waarnaar in de tekst wordt verwezen, zijn niet in deze literatuurlijst opgenomen. 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1997 | | pagina 21