J
31 CM
ment met een knobbeloor samengesteld worden. In voorgaande ja
ren werden tientallen knobbeloortjes gevonden, maar de archeolo
gische waarnemingen in 1994 aan de Rietkamp leverde de eerste
complete knobbeloorpot op (zie het 19e jaarboekje, 1996).
Een opmerkelijke vondst is een ronde, van een potscherf gemaakte
schijf met een diameter van 6.5 cm. De kern van het baksel is zwart
en de schijf vertoont duidelijk de welving van de potwand. De schijf
moet tamelijk intensief gebruikt zijn, want aan de onderkant, langs
de rand, is de schijf tot aan de zwarte kern afgesleten.
Overal hij opgravingen van nederzettingen uit de Romeinse tijd wor
den ronde aardewerk schijfjes gevonden, maar veelal kleiner. Ook
in Castricum zijn er tientallen gevonden, met name op de Goudtuinen,
een tuinbouwperceel aan de Heemstederweg. Aangenomen wordt
dat het speelschijtjes zijn geweest.
Bijzonder zijn de restanten van kleiplaten. Het grootste fragment, sa
mengesteld uit verschillende brokstukken, is een randstuk van een
kleiplaat met een diameter van 31 cm. De bovenkant is min of meer
plat. de onderkant ruw. Waarschijnlijk is de kleiplaat overdwars ge
spleten en zijn er slechts fragmenten van de boven- of onderkant ge
vonden. Dit vermoeden wordt bevestigd door een tweede, 4 cm
dikke, kleiplaatfragment, die zowel aan de boven- als onderzijde vlak
is en dezelfde diameter gehad moet hebben. Ook in de collectie van
Van Deelen bevindt zich een kleiplaatfragment. Op de vlakke kant
daarvan zijn bij elkaar drie vingertop-indrukken aangebracht.
De gebruiksfunctie van de kleiplaten is vooralsnog onduidelijk. Voor
het gebruik als haardplaat is het oppervlak nogal klein, als afdekplaat
voor voorraadpotten zijn ze wel erg zwaar uitgevoerd. In de collec
tie van de werkgroep bevinden zich echter wel kleidekselfragmen-
ten, waarvan één met een handgreep. De diameter is echter kleiner
(zie het 19e jaarboekje. 1996).
De basisschool 'De Hoeksteen', aan de Cieweg werd in 1991 ge
sloopt. Hoewel deze locatie zich tussen de opgravingslocatie van
1969 en het hiervoor genoemde bouwterrein bevindt leverde een ar
cheologische verkenning hier toen geen nieuwe gegevens of ar
cheologisch materiaal op.
Vervolgonderzoek noordzijde Cieweg
Als voorbereiding op de bouw van woningen vlakbij het bejaarden
centrum 'De Boogaert' werden in de periode april/mei 1981 grond
werkzaamheden verricht. Deze werkzaamheden vonden plaats in het
gebied waar al eerder bewoningsresten uit de 2e - 3e eeuw aange
troffen werden, zoals de restanten van een veronderstelde potten
bakkersoven 1969) en een wateiput 1971Besloten werd de grond
werkzaamheden vanuit archeologische belangstelling te volgen; van
een systematisch onderzoek kon geen sprake zijn vanwege de vele
grond verstoringen, die al eerder bij de realisering van plan Molendijk
zuid hadden plaatsgevonden. De bodem van de bouwput lag op on
geveer 50 cm onder het maaiveld. Hier werden de reeds bekende
grondsporen van grijze banen aangetroffen. Zandruggen met ver-
spoelde zeeschelpen en pikkleiplekken getuigden van de invloed die
de zee tot ongeveer 200 jaar voor Christus op dit gebied heeft gehad.
Aardewerkscherfjes kwamen nagenoeg over het gehele oppervlak
verspreid voor.
In een ondiepe donkere vetachtige plek bevond zich een tamelijk gro
te hoeveelheid scherven, die voor een deel door het machinale graaf
werk verbrijzeld waren. Bovendien bestond de indruk dat een deel
van de scherven met het zand was afgevoerd. Naast de scherven, be
stond de kuilinhoud ook uit slachtafval (botmateriaal), een bewerkt
stukje bot, een wetsteen en enkele stukjes huttenleem. Het bewerk
te stukje botje is hol en enigszins hoekig van vorm, 3,5 cm lang en
heeft een diameter van ongeveer 2,5 cm. Rondom, ongeveer in het
midden is een groef aangebracht. Waarschijnlijk was het de bedoe
ling om van het botfragment twee afzonderlijke delen te maken. Dit
vermoeden wordt nog eens bevestigd.omdat tijdens de opgraving
1995/96 van de ROB in de Oosterbuurt een identiek stukje bewerkt
bot werd gevonden. De smalle en platte wetsteen is ongeveer 12,5
cm lang en 3,5 cm breed en van fijnkorrelig groengrijze zandsteen.
Vermoedelijk is de steen afkomstig uit Noorwegen of Zweden.
Uit de overgebleven scherven kon gedeeltelijk een vaasvormige pot
gereconstrueerd worden. In de jaren zestig werd door de heer P.
Bleijendaal. tijdens zijn machinale graafwerkzaamheden, eveneens
aan de noordzijde van de Cieweg (omgeving van de Loet), een der
gelijke vaas gevonden. Deze vaas zou op twee meter diepte gevon
den zijn. Verondersteld wordt dat de 32 cm hoge vaas in een 2e - 3e
eeuwse waterput is terecht gekomen en daardoor zo compleet is ge
bleven. Na bijna dertig jaar in zijn bezit geweest te zijn. werd de vaas
in februari 1994 door Bleijendaal aan de werkgroep geschonken.
De eerste bewoners
Kleiplaatfragment
Een andere schervenconcentratie bevond zich in het meest westelij
ke deel van het terrein, in het talud van de vijveruitgraving naast het
zwembad. Dit schervenmateriaal is van recenter datum en bestaat
onder andere uit 17e eeuws Nederlands majolica. Uit de scherven
konden twee vuurklokken gerestaureerd worden. Deze vuurklokken
werden uit veiligheidsoverwegingen voor het slapen gaan tegen de
haardplaat gezet.
Ten noorden van de Rijn, langs het Nederlandse deel van de
Noordzeekust leefden de Friezen. De kustlijn was niet overal geslo
ten. Om bij hoogwater of stormvloeden niet overstroomd te raken,
moesten de nederzettingen wel hoog gelegen zijn. Op de Friese en
Groningse kwelders werden zij gedwongen hun nederzettingen op
kunstmatige hoogten te bouwen: de terpen en wierden. In het wes
ten vestigden zij zich onder andere op de strandwallen en op
Castricums grondgebied op de stroomruggen van het nagenoeg van
de zee afgesloten binnendeltagebied. Zij woonden in boerderijen
waarvan het dak gedragen werd door een dubbele rij houten palen.
De wanden bestonden uit vlechtwerk van twijgen aangesmeerd met
klei, waarschijnlijk vermengd met plantaardig materiaal. Mens en
dier leefden onder één dak. Veeteelt was dan ook de voornaamste
bron van bestaan. Waar mogelijk werd op beperkte schaal ook land
bouw bedreven. Met de komst van de Romeinen maakten de Friezen
20