Het perceel bouwgrond omsloten door de Cieweg, de Rietkamp en de
Wisseven werd het laatst bebouwd. Het is niet uit te sluiten dat ook
hier een nederzettingskern heeft bestaan. Bij de voorbereidende werk
zaamheden werden hier plaggenkransen van vier waterputten aange
troffen. alsmede 2e - 3e eeuws aardewerk van een goede kwaliteit en
met prachtig geprofileerde randen. De hier gevonden plaggenputten
zullen dezelfde opbouw gehad hebben als de plaggenput die enkele
jaren eerder aan de Dokter De Jonghweg gevonden werd (zie het 2e
jaarboekje. 1979).
Met de archeologische waarnemingen in 1980. tijdens de aanleg van
het hoofdriool langs de Heemstederweg, is vast komen te staan dat
het nederzettingsgebied zich in ieder geval tot daar heeft uitgestrekt,
(zie het 12e jaarboekje, 1989).
Plaggenkrans van één van de waterputten.
Locatie Deurganck
Ook de Deurganck. een voetgangersgebied tussen De Loet en Braveld,
kan tot het nederzettingsgebied gerekend worden. Na oplevering van
de huizen trof één van de bewoners bij het bewerken van z'n voortuin
scherven aan. Hij maakte dit aan de werkgroep bekend, waarop een
archeologische verkenning volgde. Temidden van een kleine hoe
veelheid inheemse aardewerkscherven werd een scherf gevonden van
geïmporteerd Romeins terra sigillata aardewerk. Op de prachtige rode
scherf staan in reliëf een staande, menselijke gestalte en een boom af
gebeeld. Volgens deskundigen van de ROB te Amersfoort is de scherf
afkomstig van een product van een Romeinse pottenbakker die zich te
Rheinzabern in Z.W -Duitsland gevestigd had. Als datering wordt de
eerste helft van de 3e eeuw genoemd.
Onder de enorme hoeveelheid schervendie tot 1966 door Van Deelen
rond de Cieweg verzameld werd, bevindt zich ook een geringe hoe
veelheid scherven van verschillende typen Romeins aardewerk, als
mede een bodemstuk van een bronzen emmer. Het is afkomstig van
een Hemmoorder Eimer, zogenoemd naar de Duitse plaats Hemmoor.
waar de eerste emmer van dit type gevonden werd. Helaas noemt
Van Deelen in zijn boek niet de precieze locatie waar dit Romeinse
materiaal gevonden werd. Aangenomen wordt dat dit uit de omge
ving van de Dr. de Jonghweg/Cieweg afkomstig is. Opmerkelijk is
dat nadien bij verkenningen in werkgroep-verband aan de Cieweg
nooit meer Romeins materiaal gevonden werd. Hieraan zou de con
clusie verbonden kunnen worden dat de aanwezigheid van Romeinse
gebruiksvoorwerpen tot één of hooguit enkele huishoudens beperkt
is gebleven.
Volledigheidshalve dient ook melding gemaakt te worden van 2e -
3e eeuws scherfniateriaal van inheemse aardewerkprodukten. dat
blijkens de vondstenkaart, door Van Deelen in de hoek Deurganck -
Buwitsacker gevonden werd.
Scherf van Romeins terra sigillata aardewerk, gevonden aan de
Deurganck.
Het sleuvenproject
Op het voor woningbouw bestemde terrein tussen de basisschool 'De
Hoeksteen' en het zwembad werd in oktober/november 1978 met fi
nanciële steun van de gemeente Castricum een aanvullend onder
zoek verricht. Hiertoe werd besloten omdat in de directe omgeving
in 1969/1970 veel archeologisch materiaal gevonden werd. Machinaal
werden er vier lange sleuven gegraven, waarvan twee in oost-wes-
telijke en twee in noord-zuidelijke richting. In de vier gemaakte sleu
ven werd weliswaar aardewerkgruis aangetroffen, maar er werden
geen andere bewoningssporen gevonden. Een uitgebreider onder
zoek is dan ook achterwege gebleven.
In de noord-westhoek van het terrein werd een oude sloot ontdekt
die door recentelijk grondverzet overdekt was geraakt, maar daar
onder een oude vulling bevatte. Al eerder is gebleken dat het gebied
rond de Cieweg in noord-zuidelijke richting en op tamelijk regel
matige afstanden doorsneden werd met in onbruik geraakte sloten.
Waarschijnlijk zijn het middeleeuwse kaveisloten geweest die met
de Ciesloot in verbinding hebben gestaan om zo deze gebruiksgron-
den te ontwateren. Luchtfoto's van dit toen nog onbebouwde gebied
lijken deze veronderstelling te bevestigen.
Nog eens De Hoeksteen
In de voorzomer van 1984 ontstond tijden het bouwrijp maken van
dit terrein de laatste mogelijkheid voor een aanvullende archeologi
sche verkenning. Daarbij werden twee locaties gevonden met een
aanzienlijke hoeveelheid scherven. Een eerste concentratie van 2e -
3e eeuws inheems aardewerk bevond zich in de noord-oosthoek van
het terrein, in de hoek Cieweg/Het Strengh. De scherven lagen erg
verspreid en konden naderhand nauwelijks tot grotere stukken aan
elkaar gevoegd worden. Uit enkele scherven kon wel een potfrag-
19