Plattegrond van de fabriek in 1954. Tekening van A.M. Korsman). Het was een leuke tijd. maar ook waren het verloren jaren achteraf. Mijn acht broers waren altijd zaterdags en zondags vrij en ik zat al tijd maar te werken. Het was een sleur, je wist niet beter. Zondagochtend om half vier ging ik al naar de fabriek en dan zorg de je datje om half zes de eerste kaasbak klaar had en dan kwamen je collega 's en dan was het stampen en dan ging ik om half twaalf naar huis toe en dan had ik mijn uren. Maar op laatst was je meer sjouwer van bussen en kratten dan dat je iets kon maken. Financieel begon het me ook tegen te staan, 's Winters had je bij de melkfabriek f62.- en in de zomermaanden f80,- totf90.- voor 54 uur werkenBij de Ballast had je meteen f 119,-" Achter de fabriek respectievelijk achter de Schoolstraat had lag een stuk grond waar tien personeelsleden van de fabriek konden tuinie ren. Het was een kleine compensatie voor de lage lonen. Het was hard werken bij de melkfabriek. Jan Lute over wie Siem Admiraal vertelde kwam op zijn 25e bij de fabriek werken en haalde er in 1961 de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Toen had hij er. op drie maanden na. 40 dienstjaren opzitten. Een zoon van hem vertelde dat zijn vader er niet toe te bewegen was om die 40 jaar vol te maken. Voor Jan Lute was het meer dan genoeg geweest. Melkslijters Van Eik waarschuwt Klaas Zonneveld dat het einde van de fabriek in zicht komt. Zonneveld heeft helemaal geen zin om bij de melkinrich ting Velsen of in Heiloo te gaan werken en gaat zijn middenstandsdi ploma en andere vakdiploma's halen om melkslijter te kunnen wor den. De oorspronkelijke consumptiemelkvoorziening was heel een voudig. De boeren (melkboeren genoemd, omdat ze melk leverden ter onderscheiding van groenteboeren, kaasboeren e.d.) woonden tussen hun klanten. Met de uitbreiding van de dorpen en steden werd de af stand te groot om de melk bij de consument te kunnen bezorgen. Op dat moment kwam de zelfstandige melkslijter naar voren en ook de grossier als schakel tussen boeren slijter. Tot de eerste tientallen jaren na de eeuwwisseling werd er elke dag twee keer en ook zondags melk aan huis bezorgd. Er bestond tenslotte nog geen koelsysteem. Gortepap en bloempap wordt door de fabriek los geleverd. Jan Castricum, bijgenaamd Jan Pap, vent met losse gortepap. Mej. de wed. P. Keetbaas verkoopt alleen yoghurt. Maar als later de melk slijters hun assortiment ook gaan uitbreiden worden de specialisten gedwongen de bakens te verzetten. Er zijn maar liefst 16 melkslij ters en één straat wordt soms wel door drie of meer slijters aange daan. In 1932 was de melkslijtersvereniging 'de Eendracht' opge richt. De leden maken één keer per jaar een uitstapje maar verder 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1997 | | pagina 12