Crisisjaren
De economische crisis van de dertiger jaren ging ook niet aan
agrarisch Castricum voorbij. De jaaromzetten op de veiling gingen
na 1929 snel bergafwaarts. De omzet van 1933 was nog maar 1/3
van die van het jaar 1929. waarbij wordt aangetekend dat omzetten
niet alleen worden bepaald door de opbrengsten doch ook door de
hoeveelheden aanvoer. Aan te nemen is dat de dalende omzetten
in de crisisjaren vooral het gevolg waren van lagere prijzen. De
met zo veel zorg gekweekte gewassen, werden voor een appel en
een ei verkocht, of erger nog doorgedraaid. De armoede onder de
tuinders was groot. Velen moesten ondersteuning zoeken bij de
gemeentelijke of kerkelijke armenkassen. Het leven voor hen was
met name in deze jaren zwaar. Het hele gezin moest van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat in de tuin meewerken. De beloning
daarvoor was karig.
Als men de notulen van de bestuurs- en ledenvergaderingen uit de
dertiger jaren doorleest, dun proeft men de zorgelijke toestand van
die tijd. Als voorbeeld dient het volgende citaat uit de algemene
ledenvergadering van 30 januari 1931:
"Hierna werd door Louter betaalmeester-boekhouderin plaats
van een jaarverslag, een aanmoedigend woord gesproken, dat de
leden in dezen tijd van malaise, toch vooral den moed niet moeten
verliezen, en toch vooral hun producten aan onze veiling te bren
gen, en er niet mee naar andere veilingen te gaan".
Kennelijk om de moed er in te houden stelde Louter in de hieraan
voorafgaande bestuursvergadering voor om op de ledenvergade
ring de aanwezigen bij de pauze een "gelagje" te geven. Daar die
vergadering in het café van Langedijk werd gehouden, is de aard
van dat gelagje duidelijk.
De algemene ledenvergadering van 7 juni 1933 in het café van
Willem Borst in Bakkurn wordt door de voorzitter Jan Brandjes
"met een sober hart" geopend. De reden hiervan is de treurige toe
stand in het tuinbouwbedrijf. "Onze afzetgebieden Duitsland en
Engeland", aldus de voorzitter "zijn zo slecht, dal onze vroege
groenten, zelfs de kasgroenten, naar de belt worden gebracht en
als het weer(nu midzomer) "niet beter wordt, komt er van onze
oogst ook weinig terecht"
In de crisisjaren begon men er mee om op de ledenvergaderingen
een gratis verloting van tuinbouwgereedschappen te houden om
hierdoor de opkomst te vergroten.
Hoewel de crisisperiode na enige jaren wat naar de achtergrond
verdween, was het nog niet direkt rozegeur en maneschijn, zeker
niet in de tuinbouw en zeker ook niet in Castricum.
huize van Louter memoreert voorzitter Brandjes dat de toekomst
van de tuinbouw en de veiling er niet rooskleurig uitziet. Dit
kwam door de slechte export, in het bijzonder naar Duitsland dat
uit angst voor de gevreesde coloradokever de invoer over een
groot gebied had stopgezet.
Deze kever is een voor de aardappelplanten zeer schadelijk insect
dat zich sinds 1922 in Europa verspreid heeft. Hij richtte in geheel
Europa geweldige schade aan door de vernietiging van hele oog
sten. De bestrijding is in Nederland bij wet geregeld. Men was er
dermate voor beducht dat in de na-oorlogse jaren klassen school
kinderen werden ingezet om coloradokevers op het strand te van
gen.
Ruimtegebrek
De veiling 'Ons Belang' had in die jaren een opslagprobleem. Het
bij de veiling en tuinders in omloop zijnde fust (verzamelnaam
voor kisten, kratten, sloffen, zakken etc.) nam steeds meer in
omvang toe. In 1936 moest het fust wegens plaatsgebrek bij de
veiling worden opgeslagen in de doorrijstal van hotel De Rustende
Jager, even verderop aan de Dorpsstraat. In 1939 overwoog het
bestuur een verplaatsbaar kistenpakhuis te bouwen op de tuin van
de weduwe Ten Wolde. Zij woonde toen aan de Burg. Mooijstraat
op de plek waar later een supermarkt is gebouwd.
De benodigde grond kon daarvoor in huur worden verkregen. Het
gemeentebestuur wilde hieraan echter geen medewerking verle
nen. waarop men besloot de kisten dan zomaar bij mevrouw Ten
Wolde op het erf te zetten en in de winter af te dekken. Op 21
februari 1940 besloot de algemene ledenvergadering het dagelijks
bestuur te machtigen om voor een bedrag van 9.600.- het woon
huis met bollenschuur aan de Dorpsstraat 60 van Bernardus Res
aan te kopen. Dit was hoofdzakelijk om een bergplaats voor het
fust te hebhen. Het woonhuis zou worden verhuurd, terwijl de vei
lingvereniging -zonodig- de beschikking kreeg over het kantoorge
deelte.
Gerrit Louter
Ook al moest de buikriem aangesnoerd worden, de tijd stond niet
stil. De besturen van 'Ons Belang' en van de Castricummer Polder
sloegen de handen ineen om Gerrit Louter de zo nodige schrijfma
chine te laten aanschaffen.
Louter was naast betaalmeester-boekhouder voor de veiling ook
secretaris van het polderbestuur. Het polderbestuur kocht de ma
chine en het veilingbestuur gaf daarvoor een jaarlijkse subsidie
van een tientje. Vanaf 1930 kon Gerrit zijn stukken met de 'tikma
chine' verwerken. In 1936 moest nog een greep in de portemon-
naie gedaan worden om het kantoortje in het veilinggebouw van
boven af te dichten en in de wintermaanden een 'peteroliekachel'
te laten branden. De veiling kwam voor nog grotere zorgen te
staan toen bleek dat de conservenfabriek van de Gebr. Docter in
Beverwijk in financiële problemen verkeerde. Om het faillisse
ment van de fabriek te voorkomen had men de medewerking van
de schuldeisers nodig. Het veilingbestuur had een voor die tijd ste
vige vordering op de fabriek van meer dan 2.300.-. Men accep
teerde het aanbod tot afkoop van de vordering tegen betaling van
v ijftig procent daarvan.
Bij de opening van de bestuursvergadering op 12 juni 1939 ten
Gerrit Louter
is voor 'Ons
Belangvan
grote betekenis
geweest. Hij
stelde het
belang van de
veiling voorop.
Toen de voor
zitter hem een
salarisverho
ging voorstel
de, was hij er
zeer dankbaar
voor, maar
wilde het pas
accepteren als
hij de balans
van 1936
gezien had.
7