Wie was Wub van Weenen
van Kenne-
grondslag.
im, Londen,
Vooroorlogs amusement in Castricum en de grote en kleine
inan erachter.
25 februari 1890....
't is snerpend koud. De straffe wind jaagt dikke natte sneeuw
vlokken over de Kramersweg. Ze plakken tegen de buizen en de
nog kale bomen en doen vandaag elke gedachte aan een naderend
voorjaar verbleken. Jaap van Weenen trekt de voordeur van zijn
café op de hoek van de Dorpsstraat achter zich dicht en stevent al
schuifelend - de kraag van zijn duffelse jas hoog opgetrokken- op
het oude raadhuis af Hij heeft zich vandaag te kwijten van een
gewichtige, maar vooral blijde boodschap. Vandaag immers
schonk zijn vrouw Jannetje van Duijn het leven aan een zoon, hun
eerste nog wel. Hij zou het iedereen willen toeroepen, maar wei
nig gehoor vinden. Met dit weer is de Dorpsstraat nog stiller dan
gewoonlijk. De jonggeborene zal als Wilbrordus door het leven
gaan, zo hadden ze het beslist
De kleine Wilbrordus van Weenen -men zal hem al gauw Wub
noemen en dat klinkt wel gezellig- groeit op als alle Castricummer
kinderen en stapt blij en parmantig als hij daarvoor de leeftijd heeft,
de oude school van meester Bussen binnen, waar meester Dekker
en juffrouw Sluisken zich over hem zullen ontfermen en hem de
eerste grote zaken van het leven zullen bijbrengen. Dat lukt nogal,
want een moeilijke leerling is hij niet en hij wijkt niet af van de
dorpsjeugd. Hij laat zich niet onbetuigd als de appels en peren in de
diverse achtertuinen gaan kleuren en vragen geplukt te worden.
Wub en zijn makkers weten er weg mee en de tuin van mijnheer
pastoor wordt niet overgeslagen. Ach, zo gaat dat in zo'n dorp.
Vliegers en stoommachines
't Is op die oude school naast het gemeentehuis dat hij belangstel
ling krijgt voor allerlei technische zaken, vooral stoommachines.
Hij is een meester in het maken van grote vliegers, die als kleurige
ruiten en vierkanten hoog tegen de blauwe lucht staan. Hij is altijd
te vinden voor grappen en grollen. Als de kranten melding maken
van een verlichte ballonvaart van Engeland naar Duitsland, laat hij
op de bewuste avond op een stukje weiland zijn vlieger opstijgen
met een lampje eraan, zet het touw stevig vast en mengt zich onder
de mensengroepjes, die het lichtje al ontdekt hebben en menen
getuige te zijn van de aangekondigde ballonvaart. Wub is er op
zijn manier ook zeker van en als het lichtje op een gegeven
moment dooft, meent hij mèt iedereen, dat de ballon wel ergens
zal zijn neergestort. In het donker haalt hij zijn vlieger binnen en
gaat vlug naar huis waar hij smakelijk lachend van zijn 'practical
joke' vertelt.
Wub van Weenen verlaat de school waar hij 'met vrucht onderwijs
heeft genoten' en komt -kan het anders in dit agrarisch dorp?- in
de tuinderij terecht. Niet van harte overigens, want het wroeten in
de grond ligt hem niet zo erg. maar ja, een jongen moet toch wat.
he? Niet zo vreemd dat hij in zijn vrije tijd altijd te vinden is in de
stoomzuivelfabriek 'Holland' waar hij bij de machinist voor zijn
vragen een willig oor vindt en van alles en nog wat opsteekt. Hij
krijgt er zelfs een baantje, maar dat is van korte duur, want zijn
belangstelling voor het machinevak voert hem in 1906 -hij is dan
16 jaar- naar de hoofduitvoerder van de bouw van Duin en Bosch.
Die heeft schik in de jongen en neemt hem in dienst. Hij verwerft
er een paar getuigschriften en mag in 1909 als de bouw voltooid
Optreden van Van Weenen 's Revue in 1924 op Duin en Bosch. Op de foto Wub van Weenen getooid met een krans gekregen van de patiënten.