Voorwoord Na het verschijnen van het vorige jaarboekje is er op archeolo gisch gebied in Castricum ongekend veel gebeurd. Nog nooit heeft in Castricum op zo'n grote schaal en met zo'n grote deskundig heid archeologisch onderzoek plaats gevonden. Naar aanleiding van verschillende opgravingen en vondsten vanaf de eind zestiger jaren langs de Cieweg en de Heemstederweg door de Werkgroep Oud-Castricum werd het toekomstige woongebied ten zuiden van de voormalige Albertshoeve al bestempeld als archeologisch bijzonder interessant. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) heeft met hulp van de Werkgroep Oud-Castricum er hard aan gewerkt om zoveel moge lijk gegevens en vondsten over de ontstaans- en de bewoningsge- schiedenis van dit gebied te verzamelen. Daarbij werd buitenge woon veel steun en bereidheid ondervonden van de Gemeente Castricum en de aannemer Tervoort van de bouwcombinatie E.M.E. uit Egmond om de opgravingsduur met vele maanden te kunnen verlengen. De ROB heeft daarbij alles in het werk gesteld om voldoende finaneile steun te vinden om deze toch veel geld verslindende opgravingen te kunnen bekostigen. Ook vele leden van de Werkgroep Oud-Castricum hebben de ROB bij de opgravingen geheel vrijwillig geholpen: voor enkele leden betekende het, dat zij hieraan over een periode van zeven maanden meer dan een dagtaak hadden. Deze buitengewone inspanning zorgde er natuurlijk voor dat andere werkzaamheden wat op het tweede plan kwamen, maar de resultaten waren er ook naar. Het archeologisch onderzoek heeft met de vondsten van waterputten, grote hoeveelheden aardewerk scherven, menselijke skeletten en de verkaveling inzicht gegeven in de ontwikkeling naar een per manente bewoning vanaf de eerste eeuwen na het begin van de jaartelling. Unieke vondsten uit de Laat-Romeinse Tijd geven nauwkeurige bijzonderheden over de bewoning. Zo kon het groot ste deel van de plattegrond van een houten drieschepige woon- stalboerderij worden blootgelegd met een breedte van ca. 6 meter en een lengte van tenminste 36 meter. Op basis van de jaarringen kon worden vastgesteld dat de eikebomen die voor dit huis werden gebruikt in de winter van het jaar 271 op 272 werden omgehakt. Hoewel de bestudering van alle vondsten en gegevens nog veel tijd in beslag zal nemen heeft het ROB in een artikel voor dit jaar boekje al een bijzonder interessant beeld geschetst van de reeds beschikbare resultaten van dit onderzoek. Het hoofdthema van dit - inmiddels alweer het 19e - jaarboekje wordt gevormd door een artikel over de geschiedenis van de groenteveilingen in Castricum. In het jaar 1913 werd door enkele tuinders de tuinbouwvereniging 'Ons Belang' opgericht. In 1919 werd door deze vereniging een gebouwtje (nu Italiaans restaurant La Trattoria) als 'doorrijveiling' ingericht met een ingang aan de Kramersweg (de huidige Burg. Mooijstraat) en een uitgang aan de Dorpsstraat. Hoogtepunten van de geschiedenis zijn de bouw in 1952 van een groot veilinggebouw aan de Duinkant (nu Uniekaas van Dijkman) en het turbulente einde rond de opheffing van de tuinbouwvereniging in 1972. Met o.a. het vele materiaal wat door veilingkenner Cor de Bakker uit Alkmaar is verzameld, heeft Wijnand Veldman de veilinggeschiedenis van Castricum ge schetst. Verder in dit jaarboekje uitgebreid aandacht voor de archeologie. Naast het hiervoor reeds genoemde artikel van de ROB. ook een artikel van Herman Zomerdijk over de Romeinse munten die voor de grote opgraving van 1995/96 in Castricum en Bakkum zijn gevonden en een artikel van Ernst Mooij over de bewoning aan de Rietkamp op basis van de vondsten uit de Laat-Romeinse tijd en de middeleeuwen. Verder een artikel over de geschiedenis en ontwikkeling van het gebied rond Kooiweg en de Eerste en Tweede Groenelaan met de huizen en bewoners in 1830 en in 1940. In een volgend artikel schetst Jaap Glastra op boeiende wijze het vooroorlogse amuse ment in Castricum rond de humorist Wub van Weenen. Als Caslricumse familie wordt nu de familie Scheerman gepubli ceerd. Deze familie vindt hoogstwaarschijnlijk zijn oorsprong in de omgeving van Coevorden. Ene Hendrik Scheerman duikt in 1784 op in Beverwijk. Na zijn huwelijk in dat jaar woont hij enke le jaren in Beverwijk en daarna in het Heemskerkerduin. Van zijn drie zoons trekken er twee naar Castricum. Het nageslacht van genoemde Hendrik Scheerman woont in deze regio met de meeste naamgenoten in Castricum. Verder vindt U in dit jaarboekje de vaste rubrieken als Castricum honderd jaar geleden, het jaarverslag en de kroniek van 1995. Ik wens U veel leesplezier S.P.A. Zuurbier voorzitter Overzicht van de opgraving in plan Albertshoeve. V.l.n.r.: achter: Wim Rebel en Harry Vermanen (Oud-Castricum), Mark van Raaij Oud-Limmen); vóór: Paul Boesaart en Peter Levi Oud-Castricum) en achter de teken tafel Maaike Sier (projektleiding ROB). Foto Kees Blokker.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1996 | | pagina 2