Voorspoedige bouw
Het nieuwe veilingcomplex zou bestaan uit een
klok- of doorrijveiling, neerzetveiling, koffielokaal,
kantoor en emballageruimte. Het werd gebouwd
door het Castricumse bouwbedrijf de firma A.
Castricum voor ruim 100.000.
Het plan voor het veilinggebouw voorzag in een
dubbele overkapping, met een breedte van 32 en
diepte van 36 meter. In de overkappingen zouden
lichtkappen worden gemaakt zodanig dat het licht
alleen van de noordkant naar binnen kon komen.
Doel hiervan was een beperking van de warmte in
de zomermaanden. De bouw zou worden gefinan
cierd met een hypothecaire lening en de opbrengst
van een obligatielening. De bouw is voorspoedig
verlopen. Bij de aanvang van de bouw sprak men al
de verwachting uit dat de aardbeiencampagne van
1952 in de nieuwe veiling zou kunnen plaatsvinden.
Bij de bouw van het nieuwe veilingcomplex besloot
men om het woonhuis aan de Dorpsstraat 60 te verko
pen. Hierin waren de kantoren van de veiling geves
tigd. Het pand ging voor 21.000 over in eigendom
naar de Coöperatieve Boerenleenbank. De bij die
woning staande emballageloods bleef buiten de over
dracht. Het was de bedoeling geweest om de grote
kistenloods aan de Dorpsstraat te verkopen. Al gauw
Hel nieuwe veilingcomplex bij de opening in 1952.
(boven)
Burgemeester Smeets bij zijn openingsrede. Op de
achtergrond een gedeelte van de landbouwtentoon
stelling. (onder)
Het is interessant hoe het gemeentebestuur de voorstellen van het
veilingbestuur heeft beoordeeld. In het voorstel aan de gemeente
raad schrijven burgemeester en wethouders dat zij zich in de eerste
plaats afvragen of de veiling in de toekomst wel voldoende levens
kracht zal tonen. In deze kwestie heeft men zich laten adviseren
door een aantal deskundige instanties zoals de Provinciale Com
missie van de Veilingen in Noord-Holland, het Centraal Bureau
van de Tuinbouwveilingen in Nederland, de rijkstuinbouwconsu-
lent en de hoofdcontroleur van het Centraal Uitvoer Bureau. Zij
komen allen met een positief advies. De laatstgenoemde hoofd
controleur schreef dat de veiling in haar veertigjarig bestaan heeft
bewezen over bestaansrecht te beschikken. De veiling zou voorts
niet alleen voor de binnenlandse consumptie een goede naam heb
ben, maar ook voor de buitenlandse handel van belang zijn. speci
aal voor produkten als schorseneren en breekpeen. De drie eerst
genoemde instanties schreven overtuigd te zijn van de verdere
bestaansmogelijkheid van de Castricumse veiling.
Het is interessant dat het bestaansrecht van de veiling voldoende
aandacht heeft gekregen, temeer daar de praktijk heel anders heeft
uitgewezen.
Akkoord
Met de door het bestuur voorgestelde ruil van het veilinggebouw
aan de Dorpsstraat tegen de grond aan de Kramersweg, gaan
B&W akkoord.
Daarbij gaan zij uit van een schatting van 6.000 voor het oude
veilinggebouw met de ondergrond. Gelet op de prijs voor de grond
aan de Kramersweg van 18.000 zou de gemeente op die ruil
12.000 moeten toeleggen. Burgemeester en wethouders zien in
hun voorstel alle reden om dit financiële offer te brengen. Zij ach
ten de veiling van zoveel belang voor de gemeente dat het offer
verantwoord zou zijn. "Voor het oude gebouw", zo schrijven bur
gemeester en wethouders, "hebben wij nog geen bestemming, het
ligt echter zo mooi in het centrum van de gemeente, met uitgangen
aan twee wegen, dat wij er niet aan twijfelen of het zal in de toe
komst een verantwoorde belegging van de geschatte waarde blij
ken" (dat was goed gezien, het bracht bij de verkoop in 1980
50.000 op).
Het gebouw heeft jarenlang dienst gedaan als Rode Kruisgebouw
en is ook nog in gebruik geweest als opslagplaats voor de materia
len van de vroegere B B. (Bescherming Bevolking). In het gebouw
is nu het Italiaanse restaurant 'La Trattoria' gevestigd. De
gemeenteraad neemt het voorstel op 26 oktober 1951 over. Niet
echter het toezichthoudende orgaan, het College van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland.
Het probleem voor dat college was het financiële offer van
12.000 dat de gemeente wilde brengen. Hiervoor werd al na
enige maanden een oplossing gevonden. Het bedrag werd omgezet
in een schuld, die 'Ons Belang' -afhankelijk van de jaarlijkse
exploitatiecijfers van de veiling- zou terugbetalen. Er is nooit spra
ke geweest van afdrachten, het exploitatieresultaat was hiervoor
niet toereikend. Het bedrag is merkwaardigerwijs nooit op de
balans als schuld aan de gemeente opgenomen. Bij
de uiteindelijke liquidatie van de veiling in
1971/1972 is het bedrag toch in zijn geheel aan de
gemeente betaald.
10