zonder bron van inkomsten achter. Haar dochter Francisca, de
moeder van Jan Steeman, heeft haar toen naar Castricum gehaald.
Zij betaalde ook de huur voor haar moeder, 75 cent per week. Wel
aardig om te vermelden is dat "opoe" als jong meisje, toen zij in
Limmen bij een familie in de huishouding werkte, voor haar bazin
medicijnen moest halen in Castricum en wel bij de chirurgijn in
het Knophuis. Nu woonde zij zelf in de kamer waar eens de chi
rurgijn huisde met zijn pillen en poeders. Zij sliep in de bedstee in
de voorkamer, de bedstee met de halfronde achterwand.
Op de zolder van de boerderij was de ruimte in vier gedeeltes
afgezet met een soort van hekwerk. Voor iedere huurder een
gedeelte. Op het deel van opoe Kuijper was nog een heel klein
kamertje, wat latwerk met behang erop;, daar woonde nog een
poosje een kunstschilder (van der Velde). Of, en hoeveel hij aan
huur betaalde, is niet te achterhalen. Voor haar verder levenson
derhoud stond opoe met een koekkraam op de kermissen in de
omtrek. Dat was natuurlijk alleen in de zomer. In de winter ver
kocht ze in de Sinterklaastijd speculaas en taaipoppen. In het ach
terhuis woonde de familie Lute, een grote familie; die hadden öök
de kamertjes in gebruik, die in de vroegere stal gemaakt waren en
natuurlijk ook een gedeelte van de zolder.
dood vertrok Jacoba Brakenhoff met een paar van haar kinderen
naar Amsterdam. Ze begon een handel in groente en fruit en vol
gens overlevering kwam ze af en toe terug naar het Knophuis en
verkocht daar dan sinaasappelen. Ook Klaas Bos heeft in het
Knophuis gewoond. Piet, een zoon van hem, woonde later in de
boerderij midden in de Dorpsstraat, hij had daar o.a. een handel in
oud papier.
Cornelis Zegwaard heeft vanaf 1932 in een gedeelte gewoond tot
hij, vanwege zijn werk bij de spoorwegen, verhuisde naar het
spoorhuis. Zo was het een komen en gaan in het Knophuis, tot Jan
Steeman eindelijk de hele boerderij beschikbaar had voor opslag
van kolen en turf. Alleen het oostelijke gedeelte bleef bewoonbaar,
tot de familie Jan Steeman verhuisde naar de Geelvinckstraat. Nu
werd het pand nog alleen gebruikt als kantoor en opslag van
brandstoffen. Van de brandstoffen werd overgegaan naar haarden
en kachels, van haarden en kachels werd overgegaan naar een
Centrale Verwarmingsbedrijf, welke thans is verhuisd naar de
overkant in het pand van De Nijs. Op het moment is het Knophuis
wederom in gebruik als woonhuis voor Hans en Els Oudejans.
Hopelijk hebben ze geen moeite met de rondwarende geesten van
alle mensen, die daar eens hebben gewoond!
Jan Lute
E.A. Steeman - Borst
Jan Lute was een vrolijke man, naast zijn werk als vrachtrijder en
landbouwer speelde hij graag viool. Hij werd vaak gevraagd op
bruiloften en partijen om te spelen. In de weken vóór de Castri-
cummer kermis gaf hij dansles op de zolder van de boerderij aan
jongelui, die tijdens de kermis goed voorbereid op de dansvloer
wilden verschijnen. Later heeft hij gewoond in het huis Overtoom
17 (tussen Dorpshuis De Kern en het Knophuis), hij is gestorven
bij zijn zoon Nicolaas in de Schoolstraat. Cornelis Lute, een broer
van Jan Lute. was gehuwd met Jacoba Brakenhoff. Zij had de bij
naam 'rooie Koos', waarschijnlijk kwam dat voort uit de kleur van
haar haardos. Haar man was hier kastelein en landbouwer. Na zijn
Bronnen:
Regionaal Archief te Alkmaar:
- transportregisters (Oud Recht Castricum)
- notariële acten
Rijksarchief Haarlem:
- kadastrale registers
Overlevering inwoners van Castricum.
Jan Steeman en Maria
Mooij in 1926 met hun
kinderen: v.l.n.r. Kees,
Nelly, Niek en Francisca.
Achter de tafel een
Hongaarse logé.
42