De oudste afbeelding uit 1908 van enke le huizen aan de Mient aan het gedeelte tussen Brakenburgstraat en Dr. Leenaersstraat. Rechts op een duintje langs de Mient het bouwvallige houten huisje van Antje Breedveld, weduwe van Pieter Stuifbergen. een duintje aan de Mient. op de afbeelding hier boven is dit nog goed te zien. Lourens woonde in dit huisje met zijn vrouw Maartje Castricum, acht kinderen en zijn grootmoeder Maartje Zonneveld, dus samen elf personen. In 1905 bouwde Lourens Breetveld vlak bij hun huisje een nieuw huis. Dit nieuwe huis heeft er niet lang gestaan, want het moest verdwijnen voor het rechttrekken van de huidige Mient. In het bouwvallige huisje woonde zijn zus Antje Breetveld, beter bekend als 'zwarte Ant', weduwe van Pieter Stuifbergen. Ook woonde daar Engel Lute. Zijn zoon Arie trouwde in 1918 met Jansje Breetveld en ging in het huis van zijn vader wonen. Rond 1900 woonde daar ook Dirk Stuifbergen; Dirk had nog aan de aan leg van de spoorlijn gewerkt; zijn vrouw Willemijntje Knaap was op deze buurt zeer geliefd: vooral de kinderen vonden bij haar een goed onthaal. Met Sinterklaas mochten zij bij buurvrouw hun stoeltje zetten en vonden die 's morgens volbeladen met taai-taai en speculaas. In dezelfde buurt woonde sinds 1896 ook Gerrit Bos. Hij had daar een boerenbedrijf met vrachtrijderij met drie paarden. Hij woonde in een klein huisje naast zijn karrenhok. Het huisje had maar een kamer met een achtereindje. Toch woonden hier elf mensen. De bedsteden in dit huisje hadden twee ver diepingen: een boven- en een onderkot. In het eerste huis vanaf het station gere kend aan de spoorzijde van de Mient woonde de oude Willem Res, hij was tuinder en had een paar koeien. Zijn zoon Jan Res is na zijn huwelijk in 1912 hier met zijn vrouw gaan wonen. De begaanbaarheid van de Mient is nog zeer slecht, hetgeen wordt bewezen door een massale actie in 1906 van 58 dorps bewoners allen dorpsbelastingbetalenden"die een brief onderte kenen, waarin zij de gemeenteraad oproept in overweging te nemen de onhoudbare toestand der dorpsweg, genaamd de Mient, vanaf de heer Engel Lute tot en met de heer W. Res. Daar die weg een van de drukste verkeerspunten is vanaf het station tot Bakkum en andere wijken, voor tuinders, bouwers, bioemkweekers. tot het vervoer van mest en producten, ook voor elk neringdoende en ook voetgangers, de naaste weg van en naar het station, dienaangaan de twijfelen, wij ondergeteekenden niet of de vertegenwoordigers der gemeente zullen er gunstig advies over uitbrengen, de toestand der weg te verbeteren, hetzij met koolasch, grint, schelpen of beharding met geklopte puin". De naamgeving Rond 1916 zijn er plannen om de Mient te bestraten en te brengen op een breedte van 3 meter. Omdat een gedeelte van de weg hun eigendom is, vraagt het gemeentebestuur van Castricum aan de Staatsspoorwegen om toestemming. In de betreffende brief zegt het gemeentebestuur letterlijk: "Het ligt in ons voornemen den Zwarten weg, ook wel genaamd 'de Mient' te bestraten". Onbe kend is waarom en wanneer de Gul- lenweg de Zwarte weg is gaan heten. De naam Mient werd al in het begin van deze eeuw gebruikt. Deze naam komt in onze regio vaker voor (o.a. Alkmaar). Volgens wetenschappelijke bronnen komt de naam Mient van Meent, een naam die gegeven werd aan een gemeen schappelijke weide of gemeenschappe lijk grondbezit. Onduidelijk zijn de ach tergronden van het toekennen van de naam Mient in het begin van deze eeuw. Mogelijk dat het bezit van de Algemene Armen van enkele percelen grond en twee huizen langs deze weg hierop van invloed is geweest. v, w y Op deze foto, genomen in 1916 vanaf de stationszijde, is de scherpe bocht in de Mient zeer duidelijk waarneembaar. 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1995 | | pagina 32