met hun knegts soodanig aanleggen, dal de selve noit bijna agter eeuw in steden werkzaam was, kan men grofweg opmaken, dat g£ 't secreet van hun konst geraken en noit soo handige artsen wor- een aantal van ca. 600 inwoners een chirurgijn een bestaan kon den, als sij behoren te zijn. latende hun leerlingen sonder instruc- bieden. In Castricum en Bakkum werd naar schatting dit inwoner- p| tie, aan deselve hun remediën niet ontdekkende"tal tegen het einde van de 17e eeuw gehaald en inderdaad gaan de q oudste gegevens over in Castricum gevestigde chirurgijns terug tot pr Een vaak negatief oordeel over hun beroep hadden de chirurgijns ongeveer die periode. In het vervolg van dit artikel zal op de q ook aan zichzelf te wijten. In de eerste plaats was de vreemde Castricumse chirurgijns nader worden ingegaan en zal worden jn combinatie van kapper en geneesheer een steeds terugkerend getracht een indruk te geven van de omstandigheden waaronder zij onderwerp van kritische discussie, niet alleen in toenmalige medi- werkten en de problemen waarvoor zij werden geplaatst. p sche kringen, maar ook bij het grote publiek. Als ons vandaag de dag bij een bezoek aan de kapper een aderlating zou worden aan- geprezen zouden we angstig opkijken, maar dat was in de tijd van De oudst bekende Castricumse chirurgijns m de chirurgijns ook al het geval. Tegen een ingreep door de kapper- chirurgijn werd minstens zo opgezien als tegenwoordig tegen Het oudste tot dusver aangetroffen gegeven over een in Castricum |1£ behandeling door de tandarts en de behandeling werd dan ook zo gevestigde chirurgijn betreft een inscriptie op een grafzerk in de lang mogelijk uitgesteld. N.H. Kerk te Castricum: Hier leyt begraven Martinus Duym, Bovendien trok onkunde in het medisch handelen van chirurgijns soon van Mr. Jan Duym, schout en chyrurgijn van Castricum, obiit regelmatig de aandacht, al werd er door de plaatselijke overheden den 16 September Ao 1677'. Men kan zich afvragen of 'schout en p, vaak tegen opgetreden, bijvoorbeeld door het stellen van vesti- chyrurgijn' nu slaat op Martinus, dan wel Jan Duym maar het p£ gingseisen. Ook hielden de chirurgijnsgilden er soms frauduleuze meest aannemelijk is, gezien ook de aanduiding 'meester', dat Jan /A praktijken op na, zoals rond 1735 in Amsterdam, waar het lid- Duym de chirurgijn was. jn maatschap werd verkocht aan barbiers, die niet in staat waren het Als schout behoorde Jan Duym tot de plaatselijke elite, wat sugge- pj volledige examen af te leggen. reert, dat hij niet tot het in de inleiding geschetste type chirurgijn /a van negatieve reputatie behoorde. Over zijn werkzaamheden als lf) chirurgijn zijn echter geen gegevens aangetroffen. ju Kwakzalvers ju Er is eveneens weinig bekend over de Castricumse chirurgijn Jan Zagen de aan hogescholen opgeleide medici neer op de chirur- van Zijl, die in een akte uit 1728 met betrekking tot de verkoop gijns, deze hadden op hun beurt weinig waardering voor allerhan- van een huis aan de toenmalige Kerkeweg met Mr. chirurgijn de medische kwakzalvers en charlatans, die zij als een bedreiging wordt aangeduid. Dit huis had hij in bezit gekregen door zijn j, voor hun bestaan zagen. Waarschijnlijk nog meer dan tegenwoor- huwelijk met Marijtje Cornelis in 1723. Hij blijkt eerder gehuwd e£ dig, mochten alternatieve genezers zich in de tijd van de chirur- te zijn geweest met Grietje Claes, uit welk huwelijk in 1712 in gijns in grote belangstelling van het publiek verheugen, omdat de Castricum een zoon. Jan Nicolaus, werd geboren. Deze spaarzame |n officiële geneeskunst voor vele kwalen, zoals besmettelijke ziek- gegevens suggereren, dat Jan van Zijl minstens een periode van £j( ten, geen uitzicht bood en bovendien geneesmethoden bezigde, die 1712 tot 1728 in Castricum woonachtig en werkzaam is geweest. pj soms niet minder dubieus waren dan die in het alternatieve circuit. Banga, een bekend medicus en geschiedkundige uit de vorige m eeuw, laat zich over de beunhazerij in de geneeskunde in de perio- I)e chirurgijnsfamilie Toulouse, ca. 1725-1775 lK de van ca. 1550 tot 1800 beeldend uit: Het denkbeeld van het volk jn over geneeskunde was een jammerlijk mengsel van onkunde en Een Castricumse chirurgijn, waarover we beter geïnformeerd zijn, jn bijgeloof. Iedere vreemde onbeschaamde pogcher, die zich als is Daniël Toulouse. Er is voor deze spelling van zijn naam geko- p£ geneeskundige opwierp, voor gereede betaling volkomen genee- zen, hoewel ook andere spellingen zijn aangetroffen, zoals zing beloofde, en zijne ongehoorde grollen voor het oog der Touloose, Toulouze, Tholusse en Tholuge. De voor onze streken q menigte in een heilig donker wist te hullen, werd geloofd en aan- ongewone naam Toulouse, die nu nog in ons land voorkomt vrij- sc genomen. Zij vertrokken met gevulde zakken naar elders en lieten wel uitsluitend in Maastricht), suggereert dat hij uit het buitenland lI£ de armen lijders, aan de gevolgen eener onberadene ruwe behan- kwam. Een beknopt genealogisch onderzoek leverde echter vrij- p( deling kwijnende, sterven". wel niets op, met uitzondering van een mogelijke relatie met het p, geslacht Toulouse, in de 17e eeuw woonachtig in Reningen uj Wellicht nog meer dan van rondtrekkende genezers ondervond de (België), waarbij opvalt dat de naam ongeveer dezelfde spellings- ja chirurgijn ook concurrentie van plaatsgenoten, een smid, een variaties vertoont. onderwijzer of een geestelijke, die meenden over geneeskrachtige pp gaven te beschikken. Er zijn vele geschiedenissen opgetekend. De vestiging van buitenlandse chirurgijns in het toenmalige w waaruit blijkt hoe dergelijke lieden een reputatie wisten op te bou- Holland was overigens niet ongewoon. Zij kwamen in tijden van M,( wen, die soms tot in het buitenland reikte. oorlog mee met de legers en bleven dan na het terugtrekken van de p,£ Beroemd waren bijvoorbeeld, als een soort voorlopers van de troepen soms achter. Ook trok op de Hollandse schepen een grote q tegenwoordige manueel-therapeuten, de Jisper ledezetters, waar- behoefte aan medische verzorging buitenlanders aan. aa onder Willem Taemsz, bijgenaamd 'De IJseren Duijm', die sulc- Scheepschirurgijn was een zwaar en onzeker beroep en de meesten 2£ ke harde Vingers en Handen heeft gehad, jae, soo een hartigh namen na één of enkele reizen de kans waar zich aan de wal te pp gemoet, dat hij de ellendige Menschen armen en heenen brack en vestigen, waarbij vooral de dorpen op het platteland in trek waren, a] op ladderen bondt, dat hun van benauwtheijdt het Sweet, als een omdat men zich daar minder dan in de steden bekommerde over „c Rivier, langs de kinnebacken rolde". de kwalificaties van chirurgijns. Vervolging om een geloofsover- w tuiging kan ook een drijfveer zijn geweest om zich hier te vesti- „j De kwakzalverij nam soms zulke vormen aan, dat lokale overhe- gen, denk aan de Hugenoten, maar dat lijkt in het geval van Daniël ov den overgingen tot het nemen van maatregelen om de ergste uit- Toulouse onwaarschijnlijk, omdat hij tot de Rooms Katholieke w wassen te beteugelen, wat door de plaatselijke chirurgijns uiter- kerk behoorde. 0j aard werd toegejuichd. ge De oudste gegevens over Daniël Toulouse als inwoner van as Uit beschikbare gegevens over het aantal chirurgijns, dat in de 17e Castricum betreffen een register, waaruit blijkt dat hij hier in 1725 ne 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1994 | | pagina 4