een bezoekje waar we niet hij horen. Haar zorg strekt zich name
lijk ook uit tot de aanstaande moeders en eerlijk gezegd zo'n con
trolebezoek voor de prenatale zorg is niet iets waar je over moet
schrijven in een Illustratie. We snappen niet hoe de zuster het voor
elkaar speelt om van de morgen tot de avond te jakkeren. En van
haar antwoord dat het 'gewoonte' is, worden we ook niet vee! wij
zer. Er is trouwens sprake van dat er nog een derde wijkzuster
voor het Wit-Gele Kruis komt, als er gemeentesubsidie komt. Voor
de verandering naar het gemeentehuis, waar drie gewichtige man
nen een onderhoud hebben met een wijkzuster. Het zijn burge
meester Smeets van Castricum, burgemeester Sutman Meijer van
Heerhugowaard en tevens secretaris van het Wit-Gele Kruis in
Noordholland en dokter De Jongh, die we straks al op een binnen
weggetje aantrojfen met een van de wijkzusters. Burgemeester
Smeets wil wel, maar ja er is zoveel...
We bezoeken ook nog een verlamde vrouw die al sinds jaren in
een bedstee ligt. De zuster moet er voor zorgen dat het arme mens
je niet doorligt, het niet te koud en niet te warm heeft en voldoende
gevoed wordt. Wat de zuster zelf niet kan, moet zij aan de huisge
noten leren. Aan het einde van de dag maken we de balans op:
prenatale zorg, kraamverpleging, zuigelingen- en kleuterzorg, zie
kenverpleging, gebrekkigen- en bejaardenzorg, t.b.c.-bestrijding
en controle. Is er nog meer, zuster? Ja, 's zomers moet de hygiëne
op het kampeerterrein gecontroleerd worden. De zusters vinden
dat alles 'niet zo veel werk' en 'het is zo gebeurd'maar als je dat
zo'n dertig-veertig keer achter elkaar doet, is het avond voordat er
een uurtje rust overschiet. De avond is al aan het vallen, als we
Castricum verlaten. Onderweg zien we nog hoe zuster Bosdriesz
ergens voor een bezoekje aan de bel staat. Buiten het dorp loopt
zuster Landman alweer met haar trouwe brommer een erf op waar
onder een hemel van drogend wasgoed kinderen en een hond dar
telen. Twee zusters in Castricum, zo zijn er duizenden in het
land"
Personeelsschaarste
Regelmatig is er gebrek aan wijkzusters en de kruisverenigingen
verzinnen van alles om personeel naar Castricum te halen.
Mogelijk kan het te maken hebben met de slechte beloning. De
pensioenvoorziening van zuster Boelrijk is niet best geregeld. Als
zij in 1946 met pensioen gaat, wordt zij afgescheept met een
wandlampje en een pensioen van f 750,- per jaar. Dit leidt nog
jaren later op 14 november 1950 tot een rel tussen de rooms-
katholieke raadsfractie en het bestuur van het Wit-Gele Kruis. De
raadsfractie heeft heftige kritiek op haar lage pensioen. Het
bestuur ontkent heftig, maar haalt ter vergadering bakzeil. Ter
plekke wordt haar pensioen met f 400,- verhoogd. In 1962 worden
Zuster Bosdriesz, zij wordt beschreven in het artikel in
de katholieke Illustratie van 1952. Deze foto komt ook
bij dat artikel voor. Zij is zojuist met haar Solex op de
boerderij van de familie Twisk-Wassenaar aan de
Heereweg gearriveerd.
getrouwde vrouwen opgeroepen om gezinsverzorgster te
worden. Meisjes worden aangespoord om 'een echt
vrouwelijk beroep' in de gezinsverzorging te kiezen. In
een advertentie van 1975 wordt de ligging van ons dorp
aangeprezen als lokmiddel voor de kandidaten: "In het
mooie Castricum, gelegen aan de voet van het natuur-
en recreatiegebied Het Noordhollands duinreservaat
met de prachtige bossen, duinen en het mooie strand
heeft het Groene Kruis voor u vacant de functie van
wijkverpleegkundige"Ook de huisvesting wordt in deze
advertentie aangeprezen: "De woningdienst van de
gemeente Castricum stelt op korte termijn een passende
en zelfstandige woonruimte in het vooruitzicht"Of dat laatste
waar is, is niet duidelijk. Maar het huisvestingsprobleem speelt al
langer een rol. Om deze reden trekken dan ook regelmatig zusters
naar elders. Wanhopig wendt het bestuur van het Groene Kruis in
1967 zich tot de gemeente met het verzoek om een dreigend ver
trek van een gezinsverzorgster te voorkomen. Het gemeentebe
stuur belooft haar 'binnen niet al te lange tijd' zelfstandige woon
ruimte te verschaffen. Men voegt er nog aan toe: "Eventueel over
een half jaar". Maar vier jaar later blijkt de zuster zich nog steeds
te moeten behelpen met 'op kamers' wonen in Castricum en inwo
nen bij haar moeder in Amsterdam. Als zij haar ontslag aanbiedt,
heeft men een onderhoud op het gemeentehuis en trekt de gezins
verzorgster met nieuwe beloften haar ontslag in. Maar een jaar
later is er nog niets veranderd. En andermaal schrijft de vereniging
naar de gemeente. Het antwoord is op 23 juni 1972 eindelijk posi
tief: zij krijgt een woning aangeboden, die zij in het najaar kan
betrekken.
De ontzuiling
Vele tientallen jaren hebben de twee kruisverenigingen naast
elkaar en samen gewerkt. Men begint langzaam in te zien dat het
een inefficiënte wijze van werken is. Het komt voor dat twee zus
ters tegelijkertijd een flatgebouw betreden en dat vervolgens ieder
haar eigen patiënt bezoekt. Via een lange weg van discussies komt
men uiteindelijk tot de conclusie dat men tot fusie moet over gaan.
Men heeft ook weinig keus, want het voortbestaan van kleine
kruisverenigingen wordt door aangescherpte regelgeving en subsi
diëring vrijwel onmogelijk gemaakt.
Op 1 januari 1978 komt de onvermijdelijke fusie tussen het
Groene Kruis en het Wit-Gele Kruis tot stand. De naam wordt
gewijzigd in 'Kruisvereniging Castricum'. Het personeel treedt op
die datum in dienst van de Stichting Samenwerkende
Kruisverenigingen in de IJmond te IJmuiden. Daarmee wordt een
nieuwe weg ingeslagen, waarmee tegelijkertijd een periode wordt
afgesloten. Een periode van twee kruisverenigingen waarin veel
mensen, personeel en bestuursleden hun beste krachten aan de
gezondheid van ons dorp hebben gegeven.
F. Baars
Bronnen:
Archief van het Witte Kruis
Archief van het Wit-Gele Kruis
36