schaffen. Van Amsterdam wordt tot ceremoniemeester bij de ope
ning benoemd. Volgens katholiek gebruik zal het gebouw inge
wijd worden, waartoe in verband met de vele niet-katholieken een
korte inleiding over de betekenis daarvan gegeven zal worden.
Mevrouw E.S Veenstra-Pieterse betrekt de conciërgewoning, het
geen geestelijk adviseur kapelaan J.J. Tuyp tegen de borst stuit,
omdat zij van het Witte Kruis is. Zuster Van Beers krijgt de andere
woning toegewezen. Onenigheid over het beheer is er nog steeds
als de grote dag daar is. Op 14 oktober 1959 onthult mevrouw
Leenaers de plaquette met de afbeelding van haar echtgenoot, naar
wie het kruisgebouw is genoemd. In de toespraken wordt dank
gebracht aan de gemeente Castricum, het Leenaersfonds, de
Hoogovens en de stichting Volksherstel voor de financiële steun
verlening. Tot de sprekers behoren onder andere pastoor Minnebo
en G.H. Hemmer als directeur van de Raiffeisenbank. Het zeven
jarig dochtertje van vice-voorzitter Mul krijgt de eer om aan
mevrouw Leenaers de bloemen te overhandigen. Haar zoon G.
Leenaers spreekt een dankwoord uit voor de eer die aan zijn vader
is bewezen.
De stichting
Na de opening onderhandelt men eind 1959 verder over het beheer
van het gebouw. De door de gemeente opgestelde concept-statuten
vinden geen genade in de ogen van het Witte Kruis. Men vindt dat
de gemeente te veel macht houdt ten koste van het particulier ini
tiatief. Eindelijk wordt op 12 februari 1960 de stichtingsvergade
ring gehouden. Meubilair en magazijn moeten in beheer van de
stichting komen, vindt men "Ier voorkoming van eeuwige twistap
pelaldus de notulen. In 1966 komt het Witte Kruis met het ini
tiatief voor een tweede wijkgebouw, dat in Molendijk zou moeten
komen. Het Witte Kruis heeft ondertussen een naamswijziging
gekregen, sinds 1 januari 1966 is het gewijzigd in het 'Groene
Kruis'. Men heeft al een bouwfonds ingesteld. Daarover wil de
gemeente opheldering hebben, waarop het bestuur antwoordt dat
het fonds wordt gevoed met ontvangsten uit de Emmabloemcol-
lecte. Dat is een activiteit van het Groene Kruis" geeft het
bestuur aan. Fijntjes wordt nog even opgemerkt: waarvoor wij
geen extra subsidie hoeven te vragen, zoals destijds wel aan het
Wit-Gele Kruis is verstrekt". Dit plan is nooit uitgevoerd. Wel
wordt in 1970 in Molendijk een dependance in gebruik genomen
en toen dat niet meer nodig was, een dependance als zuigelingen
en kleuterconsultatiebureau in Geesterhage.
Het personeel
In de geschiedenis van de kruisverenigingen zou op de eerste
plaats het werk van het personeel genoemd moeten worden. Zij
zijn het toch die het gezicht van het kruiswerk over tientallen jaren
hebben bepaald. Maar behalve wat administratieve gegevens en
wat losse aantekeningen komt het verhaal van de zuster niet uit het
archief te voorschijn. Het is ondoenlijk om een opsomming te
geven van de vele honderden vrouwen, die in dienst van de beide
kruisverenigingen zijn geweest. Gelukkig is een oud geïllustreerd
weekblad 'De Katholieke Illustratie' zo vriendelijk geweest om in
1952 een artikel over het wijkwerk in Castricum te plaatsen onder
de titel: Wat de zusters doen".
Een sfeertekening
Als sfeertekening volgen daaruit enige episoden:
"We hebben zo'n dorp uitgezocht, een aardig, riant dorp:
Castricum, achter de duinen, en we zijn op stap gegaan met de
twee zusters van hel Wit-Gele Kruis, die daar hun werk doen. Ik
moet u zeggen, dat mijn sympathie voor de bromfiets aanmerkelijk
is gestegen, want de zusters kunnen nu de energie, die ze anders
verbruikten om hun district rond te fietsen gebruiken voor hun
eigenlijke werk. Wat dat werk is? Vraag liever wat ze niet doen.
Ze gaan er op uit om zieken te verplegen: zoals mevrouw Voskuyl,
die lange tijd bedlegerig is. Het was een lang lijstje dat de zuster
nog moest afwerken, maar toen ze eenmaal binnen was, had ze
opeens geen haast. Rustig, gemoedelijk deed ze haar werk. maar
het ging allemaal zo doelmatig, zo zeker, dat je je af\'roeg of er
wel kunst aan was. Klaar? Dan naar het volgende adres, een
boerderij. Even aanrijden daar waar een t.b,c.-patiënt in een lig-
tent kuurt, voor de controle.
Nog een foto, die hij het artikel in de Katholieke Illustratie in
1952 was geplaatst. Dokter de Jongh en zuster Bosdriesz ontmoe
ten elkaar onderweg.
Onderweg naar de volgende boerderij ontmoet ze op een binnen
weggetje de dokter. Bromfiets en auto stoppende dokter krijgt
verslag van haar bevindingen en zij nieuwe instructies: een gewij
zigde behandeling van een patiënt. Dag zuster, dag dokter. Het is
mooi weer vandaag en voor de boerderij wordt de zuster al
begroet door de vrouw des huizes met haar kroost. Johan komt
een handje geven, maar haar volle aandacht gaat uit naar de
jongste spruit, die ze kent vanaf zijn eerste levensuur. In
Castricum is nog geen centrum voor kraamzorg en de zuster van
de wijk is tevens kraamverpleegster. Ze heeft dat boerenzoontje
'zelf gehaald'
Na de controle het advies, kom maar naar het consultatiebureau
voor zuigelingen. Daar zal de zuster ook weer moeten zijn om de
districtskinderarts te assisteren. En kom dan ook maar eens met de
groteren naar het kleuterbureau. Daar is de zuster ook alweer bij.
Voor de verandering eens wat ander werk, we gaan op bezoek bij
een paar oudjes: bejaardenzorg heet dat. Opa Hourik, gepensio
neerd veldwachter, oud drieëennegentig jaar en zijn zevenentach-
tigjarige echtgenote zijn ruim vijfenzestig jaar getrouwd en ze zit
ten nog altijd in hun eigen kleine gedoetje. Als we binnenkomen, is
oma bezig met piepers jassen en opa kijkt belangstellend toe. We
maken een plaatje en als de fotograaf aan oma vraagt om naar
opa te kijken, interrumpeert de oude baas: 'Dat hoefden ze vijfen
zestig jaar geleden ook niet te zeggen'Alles is in orde en we gaan
maar weer. We draaien nog een paar ziekenbezoekjes af en
bewonderen nog ettelijke wolken van baby's.
Ondertussen filosoferen we hoe vrij kort geleden, zo'n veertig
jaren, toen deze gezondheidszorg nog niet bestond, een op de vier
baby' s voor het eerste levensjaar stierf. Dat komt door die 'brom
mende' wijkzusters, die het klaarspelen al of niet eigenwijze moe
ders te leren wat je wel en niet moet doen. Dan brengt de zuster