De opening De eerste steenlegging is op dinsdag 24 maart 1959. De tekst op de door burge meester Smeets gelegde steen is: Eerste steenlegging Dr Leenaershuis 24 maart 1959". Besloten wordt om het meubilair via boekhandel C. Stuifbergen aan te Het Leenaershuis. in 1959 in gebruik genomen voor de gezamenlijke kruisver enigingen. Aanvankelijk zou er nog een vleugel met een badhuis aangebouwd worden, hetgeen uiteindelijk niet meer nodig was. maken. Het ontwerp moet voorzien zijn van een badhuis met 15 cellen. Men vindt dit wel wat veel. maar de gemeente acht dat aan tal noodzakelijk. De besturen van de beide kruisverenigingen gaan eens een kijkje nemen in Volendam waar zojuist een kruisgebouw is geopend. Daar hoort men dat de exploitatie van een badhuis niet rendabel is. Mede gelet op de bouwvoorschriften voor de woning bouw waarin een badvoorziening moet zijn opgenomen, besluit men uiteindelijk om het badhuis uit het ontwerp te schrappen. Een andere optie Burgemeester Smeets spreekt op 3 januari 1956 in aanwezigheid van beide besturen de wens uit dat elke vereniging voor zichzelf een eigen gebouw moet stichten. Maar de beide kruisverenigingen vrezen voor een exploitatietekort. "Geld speelt geen rol. als het wijkgebouw er maar komt", moet de burgemeester gezegd hebben, aldus de notulen van het Wit-Gele Kruis. Maar al tijdens de verga dering komt hij tot andere gedachten. Er moet een gebouw komen dat door beiden geëxploiteerd gaat worden. Het Witte Kruis heeft er weliswaar wat moeite mee, maar gunt de andere partij uiteinde lijk de eer om het gebouw te stichten. Zij zijn het toch geweest die het initiatief hebben genomen en daar is nog het (katholieke) Leenaersfonds. Men blijft opzien tegen de hoge kosten van een nieuw gebouw en als de pastorie van de Nederlands Hervormde kerk aan de Overtoom leeg komt. laat men daar zijn oog op vallen. Het aankoopbedrag van 14.000,- is weliswaar niet zo hoog. maar het gebouw is zeker niet geschikt om er zo maar in te trekken. De verbouwing zal veel meer kosten, zo'n 60.000,- is de raming. En bovendien blijkt dat het de eerste 3 jaar niet ter beschikking zal komen. Deze mogelijkheid laat men dan ook al snel weer vallen. Noodziekenhuis Op zoek naar exploitatiemogelijkheden wordt van alles bedacht om het kruisgebouw rendabel te maken. Zo is er het idee om van de eerste verdieping van het kruisgebouw een noodziekenhuis te maken. Ook samenwerking met het Rode Kruis en de EHBO komen als opties uit de hoge hoed. De geestelijk adviseur van het Wit-Gele Kruis geeft in een vergadering nog eens zijn standpunt weer. dat de katholieken alles in eigen hand moeten houden en beslist niet moeten samenwerken met 'die anderen'. De voorzitter reageert zeer geagiteerd en zegt dat degenen, die dat willen ook maar voor geld moeten zorgen. De burgemeester juicht de samen werking nu toe, maar het bestuur van het Witte Kruis heeft een andere mening. Voorzitter Joosse van het Witte Kruis vindt dat de stichting van een kruisgebouw een gemeentelijke activiteit moet zijn. Vervolgens zou het beheer in particuliere handen moeten komen. Hij pleit voor een beheerscommissie onder voorzitterschap van de burgemeester. Hij ziet het gebouw als een gezondheidscen trum voor Castricum, dat ook voor andere doelen dan alleen het kruiswerk gebruikt zou kunnen worden. Op 30 januari 1956 vindt nog eens een bespreking met alle partij en plaats op het gemeentehuis. Aan de orde is de herziene begro ting. De burgemeester zegt dat de gemeente garant zal staan voor de rente van de geldlening. Het bestuur van het Witte Kruis wei gert om haar handtekening te zetten. "Dat is het werk voor de stichting". "Maar er is nog geen stichting, die komt pas na bouw", zegt voorzitter Mul. In de vergadering van 4 juli 1956 besluit men uiteindelijk om nieuwe tekeningen te laten maken. Het nieuwe gebouw zal geen badhuis krijgen en ook geen zusterkamer, waar aan volgens de besturen geen behoefte bestaat. Op 20 september 1956 blijkt dat men nog steeds geen overeenstemming heeft bereikt over wie de opdrachtgever gaat worden. Moet het nu het Wit-Gele Kruis worden of de gemeente'? De geestelijk adviseur doet ook nog een duit in het zakje. Hij heeft er een contributiever hoging voor over om alles in katholieke handen te houden. Maar hij vindt geen enkele bijval en zijn idee wordt eensluidend afge wezen. Het Wit-Gele Kruis gaat verder met de ontwikkeling van de plannen en uiteindelijk kan Mul op 15 november 1958 meede len dat de aanbesteding kan beginnen. Er is nog een laatste premie binnengehaald voor de 2 woningen die op de eerste verdieping zijn gepland. Met de gemeente is een erfpachtcontract afgesloten dat afloopt op 31 december 2008. Het gemeubileerde gebouw wordt in een stichting ondergebracht. Het Witte Kruis weigert nu met dezelfde argumenten de exploitatiebegroting te ondertekenen. In die vergadering zijn twaalf leden van het Witte Kruis, drie van het Wit-Gele Kruis en twee doktoren aanwezig. Het zijn dokter A.H. van der Werff en dokter H. Wieringa. De laatste doet nog eens een beroep op eensgezindheid. Bij al deze halsstarrigheid wijst de burgemeester op de afspraken die op 23 oktober 1956 zijn gemaakt, waarin men accoord is gegaan met de constructie om het Wit-Gele Kruis de eer van het bouwen te laten. Ten langen leste komt het er dan toch van en vindt op 16 december 1958 de aanbe steding voor de bouw van het wijkge bouw met 2 bovenwoningen plaats. In De Rustende Jager zijn de Castricumse aannemers uilgenodigd. De laagste inschrijver blijkt Jan Res te zijn. die voor 83.250,- het gebouw mag realise ren. 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1994 | | pagina 34