Het bestuur van Het Witte Kruis De eerste vermelding van een bestuurslid komt voor in de brief van 1908 met betrekking tot de oprichting van het Witte Kruis. Het is secretaris H.A. Nijsen, die schoolhoofd is van de tweede openbare lagere school aan de Van Oldenbarneveltweg te Bakkum. Deze school kreeg later meer bekendheid als 'de school met den bijbel'. In 1945 wordt een voorlopig bestuur gekozen bestaande uit: voorzitter N. Blokdijk, secretaris/ penningmeester J. Joosse, G. Ronk, G.W. Verhoeven, N. de Jonge en de dames G. Hogenstijn-van Maarleveld en G. Jacobs-Wentink. In 1949 neemt Joosse het roer van de vereniging over en zal meer dan 30 jaar voorzitter blijven. De vereniging wordt opgedeeld in 2 afdelingen. De heer S. Kramer wordt secretaris/penningmeester van de afde ling Uitlening, Wijkverpleging en TBC-bestrijding. G.J. Schutter heeft diezelfde functie voor de afdeling Gezinsverzorging. De dames G. Schutter-Verpoorten en J. Joosse-Hellinga hebben veel bijgedragen tot de stichting van de afd. Gezinsverzorging, waar van mevrouw T. Offenberg-Podevin de leidster wordt. Het bestuur heeft niet alleen de taak om de vereniging te leiden, maar stopt veel tijd in de omvangrijke administratie. Die bevat naast de ledenadministratie en de inning van de contributies van duizenden leden, ook de uitleenadministratie. De in de loop der jaren steeds groter wordende personeels- en salarisadministratie wordt jarenlang door deze functionarissen onbezoldigd bijgehou den. De boeken worden in 1958 tijdens een bezoek van de provin ciaal penningmeester van het Witte Kruis ten huize van Kramer en Schutter gecontroleerd. Beiden wordt in een brief lof toegezwaaid voor de goede wijze waarop zij hun werk belangeloos hebben ver richt in het belang van de gezondheidszorg van de Castricumse bevolking. In 1958 dreigt de gemeentesubsidie als gevolg van een gering overschot te worden gekort. Pas dan neemt men het besluit om tot vergoeding van de administratieve werkzaamheden over te gaan. Schutter doet kennelijk het meeste werk, een bedrag van 240,- per jaar vindt hij genoeg. In de zeven jaar dat hij het doet, is het werk meer dan verdubbeld. Als op 16 november 1983 het 75- jarig bestaan van het kruiswerk in Castricum wordt gevierd, krij gen Job Joosse en Ger Schutter voor hun grote verdienste van bur gemeester Gmelich-Meijling de medaille van verdienste opge speld. Zij hebben dan meer dan 30 jaar hun beste krachten aan de Castricumse gemeenschap gegeven. Financiën Het inkomen van de kruisverenigingen komt aanvankelijk grotendeels van con tributies van de leden, aangevuld met wat subsidies. Tot de vijftiger jaren wordt het kruiswerk deels nog gezien als een vorm van liefdadigheid. Dit blijkt uit het feit dat het inkomen af en toe wordt aange vuld met de opbrengsten van fancy-fairs, collecten en dergelijke. Door de financië le crisis dreigt Het Witte Kruis in 1949 met haar activiteiten in de gezinsverzor ging te stoppen. Door persoonlijk ingrij pen van burgemeester Smeets wordt dat voorkomen. Het gemeentebestuur zegt financiële steun toe. In de vijftiger jaren zijn de financiële zorgen zo groot, dat Het Witte Kruis besluit tot een actie onder bedrijven en instellingen om fond sen te verwerven. Er gaan in 1955 brie ven uit naar Duin en Bosch, PWN en de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. In de brieven wordt er melding van gemaakt, dat met de PTT, de Hoogovens en de Koninklijke Marine al overeenkomsten zijn afgesloten. De provincie Noord-Holland wijst het verzoek af; wat het ant woord van de anderen is, wordt niet vermeld. Als argumenten voor de verzoeken worden genoemd, dat de gezinsverzorgsters geen rijwielvergoeding en ook geen vakantiegeld krijgen, wat ze rechtens toekomt. Een financieel overzicht uit 1954 van het Witte Kruis vermeldt een bedrag aan salariskosten van 5600,-. In 1973 is dat gestegen tot 305.000 en staan er 50 personen op de perso neelslast. De aanvankelijk kleine vereniging is uitgegroeid tot een middel grote onderneming. De overheid komt in de zestiger jaren geluk kig met een goede regeling, waardoor het kruiswerk uit de hoek van de liefdadigheid wordt gehaald en aan de financiële zorgen goeddeels een einde komt. Voor 2/3 wordt het werk van de kruis verenigingen voortaan vergoed door rijks- en gemeentelijke subsi dies. Het restant moet door de leden opgebracht worden. De con tributies van de duizenden leden worden tot in de zestiger jaren nog steeds huis aan huis opgehaald. Voor het Wit-Gele Kruis is in de vijftiger jaren mej. Van Amsterdam ingeschakeld om de contri buties te innen. Zij krijgt er een kleine vergoeding voor. Voor elk nieuw lid, dat zij ronselt, krijgt ze een gulden. Langzamerhand ziet men in dat het ophalen van geld aan huis te tijdrovend en te kost baar is. Nog in 1969 wordt gesproken over het probleem van de contributie-inning 'in het veraf gelegen Molendijk'. Kort daarna verdwijnt de geldloper uit het dorpsbeeld en gaat men over op een geautomatiseerde administratie en contributie-inning. Men veron derstelt, dat men daarvan de primeur voor Castricum heeft. Daarom laat men in 1970 een artikeltje in het Nieuwsblad voor Castricum opnemen, waarin dat trots wordt vermeld. De verpleeg ster die de gezinnen goed kent, wordt regelmatig in probleemge vallen om advies gevraagd. Als een gezin de contributie niet kan opbrengen, wordt een aangepast tarief gerekend 'volgens de beoordeling van de kraamverpleegster'. 'Dreestrekkers' krijgen ook contributievermindering. TBC-bestrijding Tot 1960 heeft Nederland te maken gehad met tuberculose- epide mieën. De kruisverenigingen hebben een belangrijke rol gespeeld in de strijd tegen de volksziekte nr 1zowel in de preventieve als in de verzorgende sfeer. Vele door de ziekte getroffen Castricummers worden veelal voor enige maanden in ziekenhui zen en sanatoria opgenomen. Volstrekte rust is de remedie om van de gevreesde ziekte te genezen. Namen van sanatoria zullen voor vele Castricummers een bekende klank hebben. In Berg en Bosch in Bilthoven, Dekkerswald in Groesbeek, Maria-oord in Rosmalen en Erica in Nun- speet hebben tientallen dorpsgenoten enige tijd doorgebracht. Aan de opnamen hebben de kruisverenigingen veel werk gehad. Men is in coördinerende en administratie ve zin ingeschakeld in de grote landelijke campagne om de vreselijke ziekte voor- Zuster C. Boots, wijkverpleegster bij het Wit-Gele Kruis van 1931 tot 1966. Tot haar pensioen heeft zij haar werk aanvankelijk in Akersloot, daarna in Limmen en Castricum op de fiets gedaan. 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1994 | | pagina 32