banden, waarbij hij zelfs nog patiënten in Heemskerk wist te bezoeken. Spreekuren in Castricum werden eerst gehouden in de banketbakkerswinkel van Juffermans (later Uljee) aan de Dorpsstraat en toen dat ook niet meer mocht werd de praktijk, inbegrepen de apotheek, in één dag verplaatst naar Hermana State, waar tijdelijk onderdak was gevonden. Atto H. van der Werff, 1944-1958 Van der Sluis schijnt, in tegenstelling tot Leenaers en Van Nievelt, sympathiek te hebben gestaan tegenover de bezetter, hoewel de meningen over de mate van zijn 'fout' zijn verschillen. In 1944 vertrok Van der Sluis uit Castricum, nadat hij zijn praktijk en woonhuis had overgedaan aan de 27-jarige arts Atto Hessel van der Werff, die had gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht. Van der Werff, die in februari 1944 was getrouwd, vestigde zich met zijn echtgenote in Castricum in een moeilijke periode en hij had zich waarschijnlijk onvoldoende rekenschap gegeven van de problemen, waarmee hij geconfronteerd zou worden. Hij werd slechts één week door Van der Sluis ingewerkt, die daar na naar Amsterdam vertrok. De symphatiën van Van der Sluis voor de bezetter werden, niet onbegrijpelijk, maar wel ten onrech te, ook aan zijn opvolger toegeschreven en daarom had Van der Werff aanvankelijk maar weinig patiënten. Bovendien kon hij het huis aan de Bakkummerstraat niet betrekken, omdat de Duitsers dit inmiddels hadden gevorderd. De familie Van der Werff ging daarom eerst wonen aan de Pernéstraat en kort daarna aan de Wilhelminalaan. uitgerekend tegenover de toenmalige burgemees ter van Castricum, die als zeer fout bekend stond. Van artsen, die zich nieuw in een plaats vestigden werd geëist, dat zij lid waren van de Artsenkamer en omdat Van der Werff dit had geweigerd was hij nog in 1944 gedwongen uit Castricum te vertrekken en dook hij tijdelijk onder bij zijn schoonouders in Utrecht. Atto van der Werff, arts te Castricum in de periode 1944 - 1958. De eerste jaren na de oorlog Kort na de bevrijding keerden dokter Van der Werff en zijn vrouw naar Castricum terug (op de fiets!), om zich aanvankelijk opnieuw aan de Wilhelminalaan te vestigen. Later kwam het huis aan de Bakkummerstraat weer beschikbaar, waar enige tijd een Duits hos pitaal in gevestigd was geweest. Van der Werff wist zijn praktijk nu tot bloei te brengen en was vele jaren een zeer gewaardeerd Castricums arts. Hij werd kort na de oorlog door het PWN aangesteld tot arts van het kampeerterrein Bakkum. In een kranteninterview over deze taak verklaarde hij het meest te worden geconfronteerd met pols breuken. In de kindervakantie zelfs gemiddeld één per dag. Op een vraag of hij wel eens naar het strand werd geroepen voor een ver- drinkingsgeval verklaarde Van der Werff: "Zeer zelden; de kam peerders zijn niet roekeloos. Als dit het geval is zijn het meestal de Duitsers, die zich te ver in zee wagen" Op de vraag of hij wel eens 's nachts naar het kampeerterrein werd geroepen antwoordde Van der Werff: "Zeker. En ik vind het pret tig te kunnen zeggen, dat de kampeerders ons ptactisch nimmer voor niets laten komen. Een paar jaar geleden werd ik zelfs geroe pen voor een vroegtijdige geboorte. Meestal stuur ik de moeders in-spé tijdig naar huis, of zijn ze zélf zo wijs niet naar Bakkum te komen. Maar ja. dit geval was niet te voorzien... Een paar weken geleden werd ik 's nachts op het weekend-terrein geroepen. Bij het olielampje van de buurvrouw constateerde ik een acute blinde darmontsteking. Tja...en dan zakt zo nu en dan een kind 's avonds wel eens door de po met alle gevolgen daarvan..." In 1958 doet Van der Werff zijn praktijk over aan de arts Ch.A. van Leesten en verlaat hij Castricum om zich als verzekeringsge- neeskundige te vestigen in Zwolle. Zijn vertrek schijnt vrij onver wacht te zijn geweest en kwam bij zijn patiënten hard aan. Er werd zelfs actie gevoerd om hem in Castricum te behouden. Hij over leed in 1992 op 74-jarige leeftijd in Amerongen. Dokter Van Nievelt keerde direct na de bevrijding terug in zijn huis aan de Mient. Zo langzamerhand kwamen de andere oor spronkelijke bewoners ook weer terug en begon zijn praktijk zich snel uit te breiden. Van Nievelt was niet getrouwd en werd in zijn praktijk geassisteerd door zijn zuster, die apothekersassistente was. Ook Van Nievelt werd ingeschakeld bij de medische verzor ging van de kampeerders en hield vele jaren lang een regelmatig spreekuur in de E.H.B.O.-post. Rond 1950 begon dokter Van Nievelt te denken over het laten bouwen van een eigen huis op een plek aan de Geversweg, die hem zeer dierbaar was. Naarmate de bouw vorderde ging het projekt hoe langer hoe meer voor hem betekenen. Het was de kroon op zijn werk en na het betrekken in 1952 heeft hij er nog een aantal gelukkige jaren gewoond. Helaas openbaarden zich in 1959 de eerste symptomen van een ernstige ziekte, waardoor hij tenslotte in 1963 zijn praktijk moest neerleggen. Hem werd in juni 1964 eervol ontslag als gemeente arts verleend. In 1982 is dokter Van Nievelt overleden. Adrianus P.W.A.M. de Jongh, 1946-1971 Tot slot willen we nog één arts memoreren, wiens vestiging in Castricum ook met de oorlog te maken had, want onder zijn over wegingen speelde het plichtsgevoel een rol om de praktijk voort te zetten van zijn in 1944 overleden zwager Leenaers, de praktijk, die tijdelijk door Van Nievelt was waargenomen. Dit was Adrianus Petrus Wilhelmus Anthonius Marie de Jongh, die zich in 1946 in Castricum vestigde en die vanwege zijn vele voornamen door zijn collega's wel Apwam werd genoemd. De Jongh. die in Amsterdam had gestudeerd, was voor zijn komst naar Castricum eerst een aantal jaren in zijn geboortedorp, het Brabantse Son, werkzaam geweest en had ook nog een jaar als scheepsarts geva ren. Hij schijnt geen moeite te hebben gehad om in Castricum een grote praktijk op te bouwen. In een interview met Onze Krant uit 1970 zegt zijn dochter, die lange tijd in de praktijk van haar vader assisteerde, hierover: "Hij viel destijds meteen bij de bevolking in het kuiltje, want hij kwam als katholieke arts en vroeger was zeker 70% van de Castricumse bevolking katholiek en zeer streng" Inderdaad voorzag De Jongh wat dit betreft in een behoefte, want zijn collega's, de artsen Van Nievelt en Van der Werff waren niet katholiek. Uit opgetekende verhalen komt De Jongh als een zeer kundig en sociaal voelend arts naar voren. Na een motorongeluk schafte hij zich een auto aan, maar omdat hij geen rijbewijs had

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1994 | | pagina 27