Schoonhoff lid van de regionale gezondheidscommissie
Yeh Schoonhoff, arts te Castricum in de periode 1905 - 1926.
teriiggende tuinen in 1906 en vertrekt in juli van datzelfde jaar met
vrouw en kind naar Almelo.
Yeb Schoonhoff is nu de enige arts in Castricum. dat inmiddels
ruim 2200 inwoners telt. Hij trouwt in augustus 1906 te Bolsward
met Petronella Bruinsma. Zijn eigenlijke aanstelling tot gemeente
arts vindt plaats op 28 december 1906, wanneer hij in de gemeen
teraad verschijnt en de eed aflegt.
Schoonhoff toonde aanvankelijk belangstelling voor de verloskun
dige praktijk in Castricum, maar later draagt hij bij aan een soort
eerherstel van de ontslagen vroedvrouw Elisabeth Kieft-Slot, zoals
hiervoor besproken, omdat een dubbele taak hem te zwaar valt.
In zijn beginjaren zal het Schoonhoff niet ontgaan zijn dat de sterf
te in Castricum vrij plotseling toenam. Stierven in 1908 van de ca.
2500 inwoners er 48, in 1911 was dit opgelopen tot 114 op ruim
3200 inwoners Oorzaak was de komst van Duin en Bosch,
waar de sterfte aanvankelijk schrikbarend hoog was. De geschie
denis van Duin en Bosch wordt in een volgend jaarboekje afzon
derlijk besproken.
Gedurende zijn periode in Castricum blijft Schoonhoff op
Zorgvlied wonen, dat hij omdoopt in Hermana State, een naam.
die teruggaat op zijn Friese afkomst. De loopbaan van Schoonhoff
in Castricum duurde meer dan 20 jaar en eindigde in het jaar 1926.
waarin hij zich als arts terugtrok. Er leven nog Castricummers, die
uit hun jeugd een vage herinnering aan hem hebben bewaard: een
lange, statige man. zeer deskundig, maar in de omgang met patiën
ten wat afstandelijk. Hij trok in Castricum veel aandacht als één
van de eerste bezitters van een auto. een 3-wielige Hanomag.
waarmee hij patiënten bezocht.
Schoonhoff was ook een kunstzinnig man. Hij tekende, maakte
houtsnijwerk en hield zich met stereo-fotografie bezig. Helaas zijn
slechts enkele van zijn foto's bewaard gebleven. Wat zijn werk
zaamheden als arts betreft doet het verhaal de ronde, dat hij op
zekere dag bij patiënt Willem Baars werd geroepen, die onder de
tram was geraakt en waarvan met spoed een been moest worden
geamputeerd. Omdat hij op een dergelijke operatieve ingreep qua
medische apparatuur niet was ingesteld gebruikte hij voor de
amputatie primitief gereedschap uit een naburige stal.
In 1902 werden, als uitvloeisel van de Wet tot regeling van het
Staatstoezicht op de Volksgezondheid uit 1901. gezondheidscom
missies ingesteld. Castricum maakte met Beverwijk, Wijk aan
Zee, Assendelft, Akersloot. Limmen, Uitgeest, Heemskerk, de
Egmonden. Heiloo. Oudorp. Bergen, Koedijk en Schoorl deel uit
van de Noordhollandse Commissie III. met als zetel Beverwijk.
Rond 1920 maakte Schoonhoff een aantal jaren deel uit van deze
commissie en werd zijn medisch oordeel dus van belang voor de
gehele regio geacht. Als zodanig had hij invloed op een groot aan
tal ontwikkelingen in de volksgezondheid, die kenmerkend waren
voor het begin van deze eeuw. Naast Schoonhoff telde de commis
sie nog vijf leden, waaronder een apotheker en twee aannemers.
Het lidmaatschap van aannemers is niet zo verwonderlijk, want de
volkshuisvesting, waaronder het beoordelen van woningen,
behoorde tot de onderwerpen waarover de commissie advies uit
bracht en maatregelen voorstelde.
De commissie uitte zich hierover soms in harde bewoordingen,
zoals in 1920 in een brief aan het gemeentebestuur van Beverwijk:
"De toestand van het meerendeel der door ons bezochte
woningen is zoodanig, dat de meeste voor onbewoonbaarver
klaring, enkele voor herstellingen, in aanmerking komen"En
even verder:
"Het heeft ons getroffen, dat hoewel door onze Commissie
reeds geruimen tijd geleden over een tweetal plannen tot bou
wen van volkswoningen advies is uitgebracht, tot nu toe voor
de uitvoering dier plannen geen spade in den grond is gesto
ken. Van de ernstige gevolgen, die uit de bestaande wantoe
standen kunnen voortvloeien is Uw College ongetwijfeld niet
minder overtuigd dan onze Commissie. Het geldt hier gevaren
voor de volksgezondheid op moreel en physiek gebied, meer in
het bijzonder wat betreft de kinderen. Het is de Commissie
opgevallen, dat de kleine kinderen in deze woningen er in het
algemeen zwak. ongezond, suf. vuil uitzien. Bij de heerschende
overvulling, de zeer onvoldoende woningruimte, onbehoorlijke
gelegenheid tot slapen in kasten, op de vloeren, in duffe, duis
tere, vochtige overvulde bedsteden, kan van een behoorlijke
verzorging in het algemeen geen sprake zijn. Hoewel de
Commissie erkent, dat in sommige gevallen de bewoners zei
ven schuld hebben aan de bijna walgelijke vervuiling en den
toestand van verval van enkele woningen, zoo moet hier toch
het bestaan van een wisselwerking tusschen bewoners en het
milieu, waarin zij verkeeren, niet uit het oog verloren worden.
Er gaat van het langdurige wonen in een overvulde, have-
looze, duffe omgeving in vervallen huizen, een nederdrukken-
de, desorganiserende werking uit op het gezin en bewoner"
Sommige taken van de commissie doen ook nu nog modern aan.
Zo werd bijvoorbeeld wat betreft de relatie tussen besmettelijke
ziekten en hygiëne over de toestand van bodem, water en lucht
gerapporteerd. De aanleg van waterleiding en riolering waren in
dit verband punten van aandacht.
Vertrek Schoonhoff
Op 27 mei 1926 schrijft Schoonhoff een korte brief aan de
gemeenteraad, waarin hij meedeelt zijn praktijk te hebben neerge
legd en waarin hij verzoekt om ontheffing als gemeentearts. Op 9
juli 1926 volgt het raadsbesluit tot eervol ontslag van Schoonhoff
en wordt tevens het besluit genomen tot benoeming van H. M. J.
M. Leenaers tot gemeentearts. Schoonhoff nam ontslag op 52-jari-
ge leeftijd, niet om als arts opnieuw een carrière te beginnen, maar
kennelijk als een vervroegde pensionering, om zich met zijn niet-
medische interesses bezig te kunnen houden. Hij kon zich dit per
mitteren. omdat hij niet onbemiddeld was, wat waarschijnlijk niet
zozeer met zijn Castricumse praktijk, dan wel met de nalatenschap
van zijn vader te maken had. Hij onderneemt nu reizen met een