De Noordhollandse familie Stet
De Noordhollandse familie Stet is terug te voeren tot ene Jacob
Corneliszoon van 't Stet, die omstreeks 1650 geboren moet zijn.
Hij woonde in Castricum en trouwde met ene Trijntje Jans. Uit
zijn huwelijk omstreeks 1675 worden twee zoons en twee doch
ters geboren; hiervan zal alleen zoon Cornelis in het huwelijk
treden en het geslacht voortzetten. Dochter Antje en Neeltje en
zoon Pieter blijven ongehuwd; in een opgave van hun bezittingen
in 1755, hoogstwaarschijnlijk vooral verkregen uit de erfenis van
hun vader Jacob van 't Stet, kunnen we vinden: een huis en erf en
Schulpstet met weilanden genaamd Wouterland, Kemsterven,
Deurgang en Stedlaan. Verder had Antje Jacobsdochter (van 't)
Sted in 1731 al een huis, erf en boomgaard aan de Breedeweg
gekocht. Van Cornelis, geboren in 1680, komt het nageslacht; hij
trouwt in 1709 met Jannetje Bruijn en overlijdt in Alkmaar in
1744. Uit dit huwelijk worden de zoons Claas, Simon, Jacob, Jan
en Gerrit Corneliszoon (van 't) Sted geboren; achtereenvolgens
zullen we hier de voortzetting van de Noordhollandse familie Stet
door deze vijf zoons uiteenzetten.
Claas Corneliszoon Stet, de oudste zoon, geboren in 1710, woont
in Castricum. Hij is onbemiddeld en overlijdt in 1780; uit zijn
tweede huwelijk met Ariaantje Jans worden in 1743 en 1752 twee
zoons geboren, resp. Jacob en Jan, die voor nageslacht zorgen.
Zoon Jacob trouwt in 1772 met Antje Koeleveld en woont in
Castricum; hun beider zoon Jacob trekt rond 1800 naar Velsen;
zijn nakomelingen worden hier onder 'de Velser tak' verder
behandeld. Zoon Jan woont in de Schoolstraat in Egmond aan den
Hoef, hij trouwt in 1779 met Kniertje Post en na haar overlijden
in 1787 met Hillegonda Schuit. Hun afstammelingen wonen
tegenwoordig vooral in IJmuiden en Beverwijk; onder 'de
Egmonder tak'in deze inleiding volgen over hen wat meer
gegevens.
Simon Corneliszoon Stet, geboren in 1716, trouwt in 1756 met
Dieuwertje Pauwels; zij gaan wonen in Krabbedam onder de
gemeente Warmenhuizen; hun 3 kinderen worden aldaar geboren.
Simon is op 10 aug. 1771 in het water van de Zijpe verdronken.
Zijn enige zoon Cornelis, geboren in 1765 en gehuwd met Antje
Overtoom, zet deze tak voort; hun afstammelingen wonen
tegenwoordig vooral in Heerhugowaard en Warmenhuizen, zie
hiervoor onder 'de Warmenhuizer tak'.
Jacob Corneliszoon Stet, geboren in 1720, trouwt in 1747 met
Trijntje Gerrits Koore, woont eerst in Castricum en vanaf ca.
1756 in Limmen alwaar Jacob in 1784 overlijdt. Van hun acht
kinderen overlijden er zeven op zeer jonge leeftijd, alleen zoon
Gerrit vormt een uitzondering. Hij woont in Limmen en is aldaar
in 1801 overleden. Uit zijn huwelijk in 1785 met Antje Molenaar,
ook wel Antje Dekker genoemd, worden zes kinderen geboren,
waaronder 2 zoons, die geen nakomelingen hebben.
Jan Corneliszoon Stet, geboren in 1725, trouwt in 1760 met
Neeltje Metselaar en woont in Limmen; uit dit huwelijk worden
te Limmen 3 kinderen geboren; van hen zijn geen verdere gege
vens bekend; misschien zijn zij naar elders getrokken en/of jong
overleden; zij hebben in ieder geval geen afstammelingen Stet,
die nu in Noord-Holland wonen.
De jongste zoon Gerrit Corneliszoon Stet, geboren in 1727, is
vermoedelijk op jonge leeftijd overleden.
De Velser tak
Jacob Jacobszoon Stet, geboren te Bakkum in 1779, arbeider en
landbouwer, trekt omstreeks 1800 naar Velsen. In 1804 trouwt
Jacob met Antje Koopmanschap uit Osdorp; in 1840 is hij te
Velsen overleden. Uit zijn huwelijk worden 11 kinderen geboren,
waarvan er vier jong overlijden. De zoons Jacob, Jan en Pieter,
geboren resp. in 1807, 1815 en 1821 zetten het geslacht voort.
Jacob trouwt in 1831 met Engeltje Sap en gaat in 1854 in de
Haarlemmermeer wonen; hun zoon Klaas Stet, gehuwd met
Maartje Looy, woont eerst in Bennebroek en daarna in Amster
dam. Deze tak heeft zich nog enkele generaties in Amsterdam
voortgezet en leeft nu alleen nog voort in Castricum (Nicolaas
Stet op de Loet) en in Monnickendam.
Jan trouwt in 1843 met Antje van Schinkel en woont in Driehuis,
alwaar hij in 1860 is overleden. Van zijn zoon Pieter, gehuwd met
Maria Schellevis en woonachtig in Velsen tot zijn overlijden in
1926, zijn geen nu nog levende afstammelingen bekend.
Pieter, de derde zoon van Jacob Stet en Antje Koopmanschap,
trouwt in 1848 met Alida C. Scheelings; hij overlijdt op 28-jarige
leeftijd met achterlating van een zoon Jacobus. Van deze Jacobus,
die in 1872 trouwde met Alida Tambach zijn eveneens geen
afstammelingen bekend.
De Egmonder tak
Uit het huwelijk van de hierboven genoemde Jan Stet en Kniertje
Post wordt in 1782 Job Stet geboren; hij is schulpenvisser, woont
in Egmond aan den Hoef en trouwt achtereenvolgens met Gerritje
Klever en Antje Liefting. Job's zoons Gerrit, Jan en Jacob, resp.
geboren in 1810, 1816 en 1832, zullen het geslacht voortzetten.
Gerrit Jobszoon Stet, schulpenvisser, woont in Egmond aan den
Hoef en is aldaar in 1894 overleden; hij trouwt in 1836 met Grietje
Waardijk. Uit dit huwelijk worden negen kinderen geboren,
waaronder de zoons Louwrens en Job. Beide zoons zijn arbeider
en wonen in Egmond aan den Hoef en hebben geen kinderen; zij
waren getrouwd met resp. Guurtje Zonneveld uit Akersloot en
Aaltje Cornelisse uit Limmen.
Jan Jobszoon Stet, schulpenvisser, woont in Bakkum, trouwt
achtereenvolgens met Elisabeth Wiebes en Maartje Schol en
overlijdt alhier in 1873. Van zijn zeven kinderen zal alleen Pieter
het geslacht Stet voortzetten; Pieter, geboren in 1846, arbeider,
woont in Castricum trouwt met Grietje Tuinman. Hun zoon Jan,
geboren in 1878, eveneens arbeider, woonde in Beverwijk en was
in 1906 gehuwd met Geertje Tromp. Van hun zoon Jacob, gehuwd
met Clazina Bont, wonen momenteel in Beverwijk nog enkele
kinderen (o.a. de aannemer Jacob J. Stet).
Jacob, de jongste zoon van Job Stet en geboren in 1832, was ook
arbeider en woonde in Egmond Binnen, alwaar hij in 1882 is
overleden. Uit zijn huwelijk met Antje Zentveld worden geboren
de zoons Job in 1863, Andries in 1871, Pieter in 1872 en Joannes
in 1874. Van Pieter, in 1905 gehuwd met Catharina P. Hes en
Joannes, in 1906 gehuwd met Marijtje Bol, zijn geen afstamme
lingen bekend.
Job, de oudste zoon van Jacob Stet, was o.a. watermolenaar onder
Beverwijk en is in 1902 overleden. Zijn afstammelingen wonen
momenteel overwegend in IJmuiden. Uit zijn huwelijk met
Catharina Bakkum werden twaalf kinderen geboren, waaronder
de zoons Jacobus (geboren in 1888 en gehuwd met Anna Nuijens),
Theodorus (geboren in 1890 en gehuwd met Carolia Dobbelaar),
Johannes (geboren in 1894 en gehuwd met Catharina M. Dolk) en
Job (geboren in 1899 en gehuwd met Anna Rutte). Zij zullen het
geslacht Stet in IJmuiden voortzetten. Jacobus heeft een garage
en rijwielhandel, Theodorus, Johannes en Job zijn bouwvak
arbeider.
Andries Jacobszoon Stet, geboren in 1871, arbeider, woont in