De Castricumse familie Stet Deze familie wordt door ons zo genoemd, omdat de huidige generatie Stet, die nu in Castricum woont bijna uitsluitend tot de Castricumse familie behoort; deze familie wordt in dit jaarboekje tot in de huidige generatie uitvoerig behandeld. De stamvader is ene Arie Janszoon Stedt, die omstreeks 1665 geboren moet zijn en in 1688 trouwt met ene Aagje Claasdochter. Hun acht kinderen worden te Limmen gedoopt, terwijl Arie ook als boer in Rinnegom (gemeente Egmond) te boek staat. Van dit gezin zetten de drie zoons Claas-, Dirk- en Wulbert Ariensz Stedt het geslacht voort. De oudste zoon Claas wordt gedoopt in Limmen in 1690 en trouwt met Maartje Cornelisse; hun kinderen waaronder Cornelis- en Albert Claasz Stet, worden eveneens in Limmen gedoopt en wel in resp. 1726 en 1727. Dirk Stedt, de tweede zoon van stamvader Arie Janszoon Stedt wordt gedoopt in Limmen in 1696, trouwt met Jannetje Jans en woont in Bakkum. Zijn kinderen Aagje-, Arie- en Laurens Dirkse Stedt zijn o.a. erfgenamen van Guurtje Banckeris, weduwe van Cornelis Swaag, die vele eigendommen had in Bakkum en Castricum, waaronder een huis, boet en erf genaamd 'de Tor' met een stuk land daarnaast, ter grootte van 308 roeden, het geheel gelegen aan het Schulpstet. Arie Dirkszoon Stedt had een boerderij met een stuk land aan de westzijde van de Heereweg te Bakkum; zijn dochter Guurtje woont later op het Schulpstet met Cornelis Zonneveld, die vletschipper en schulpenvaarder van beroep is. Na enkele generaties sterft het nageslacht van Dirk Stedt uit. Wulbert Stedt, de derde zoon van stamvader Arie Janszoon Stedt wordt gedoopt in Limmen in 1698. Na zijn huwelijk in 1735 woont hij in Heiloo en overlijdt daar in 1773. Zijn nageslacht sterft na enkele generaties uit. Keren we terug naar Cornelis en Albert Stet, de eerdergenoemde zoons van Claas Ariensz Stedt. Cornelis Claasz Stet wordt in Limmen gedoopt in 1726; hij woont na zijn huwelijk eerst in Bakkum en sinds 1764 op het Noordend in Castricum. Cornelis koopt zeer veel stukken land en enkele huizen in Castricum; hij is ook schepen in het gemeentebestuur en overlijdt in 1792. Zijn enige zoon Arie trekt na het huwelijk in op de kapitale boerderij met ruim 15 morgen land gelegen op de Hofgeest onder Velsen en eigendom van zijn echtgenote Cornelia Havik. Arie schenkt in 1794 aan het kerkbestuur van de R.K. kerk een stuk land 'liggende nabij de Zomerweg binnen deze Heerlijkheid genaamd Jan Evertsven'. Op dit stuk land zal in 1860 de R.K. Kerk verrijzen, op dezelfde plaats waar nu ook de huidige R.K. Pancratiuskerk staat, die in 1911 werd gebouwd. Arie en Cornelia verkopen hun bezittingen in Velsen in 1801 en gaan in Castricum wonen; zij hebben geen kinderen dus sterft ook deze tak uit. Blijft over Albert Claaszoon Stet, gedoopt in 1727. Alle familie leden van de Castricumse familie Stet zijn op hem terug te voeren. Albert trouwt in 1753 met Jannetje Reijersdochter van Houten en gaat wonen in de Nieuwpoort bij Alkmaar. Hij overlijdt ook in Alkmaar in 1777. Hun enige zoon Reijer, genoemd naar Jannetjes vader, trekt naar Castricum; misschien dat hij op een stuk land van zijn oom Cornelis Claaszoon Stet is terecht gekomen. Met deze Reijer of Reinier komt ook de naam Reinier in de familie Stet, een naam die we nu nog in vele familietakken kunnen aantreffen. Reijer Stet trouwt met de Castricumse Neeltje IJpelaan; zij gaan wonen op de boerderij van haar vader, gelegen in de Oosterbuurt op de hoek van het Kronenburgerlaantje en de Doodweg. Zij krijgen twee zoons: Albert en Klaas. Albert is geboren omstreeks 1787. Hij is eerst arbeider, later broodbakker en woont dan in Rinnegom; zijn zoons Cornelis en Reijer wonen na hun huwelijk resp. in Egmond Binnen en Egmond aan den Hoef. Ene Albert, weer een zoon van deze Cornelis, is de stamvader van de familie Stet uit Heiloo. Reijer, de andere zoon van Albert, krijgt twee zoons: Albert en Arie Stet, die resp. in Castricum en Uitgeest gaan wonen. Klaas, de tweede zoon van Reijer Stet en Neeltje IJpelaan, is geboren in 1793. Hij is veehouder, heeft meerdere boerderijen en verscheidene stukken land in Castricum. Hij is vele jaren wethou der, poldermeester en kerkmeester. De meeste leden van de Castricumse familie Stet zijn van hem afkomstig via zijn zoon Reijer Stet en vervolgens zijn kleinzoon Johannes Stet. In dit artikel is de Castricumse familie Stet verder gedetailleerd uitge werkt; in het schema en de bijbehorende tekst zijn de hiervoor genoemde personen gemakkelijk terug te vinden. SLUuLPStCT 1 Hviye aorvt Dit huisje heeft bij het Schulpstet gestaan (tekening van Sijf Porte- gies). 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1993 | | pagina 40