De Rijkstollen Nu een begin is gemaakt met de bestrating van de weg tussen Alkmaar en Velsen, worden ook plannen gemaakt om langs de nieuwe weg vier tollen te plaatsen. Bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1820 zullen de volgende tollen worden geplaatst: de eerste tol op 1852 m uit het centrum van Alkmaar bij de hofstede Pikbergen tegenover de Regulierslaan. De tweede tol staat 4718 m verder en wel 270 m benoorden de banpaal tussen Heiioo en Limmen. Op dezelfde plaats heeft vele jaren het "Café Tolhuis" gestaan, het als café verbouwde en ingerichte oorspronkelijke Tolhuis, waar nu het Motel Heiioo is gevestigd. De derde tol staat 5040 m verder ongeveer een tiental meters ten zuiden van snackbaar Veronica wat toen het einde van het dorp Castricum werd genoemd. De vierde tol staat 5000 m verder halverwege tussen het buurtje Noorddorp onder Heemskerk en Beverwijk. De plaats van de tollen is zo gekozen, dat de mensen die slechts van een gering gedeelte van de weg gebruik maken geen tol hoeven te betalen en ook zo dat er geen misbruik van bijwegen kan worden gemaakt om langs de tol heen te kunnen komen; in een enkel geval zal daartoe zelfs een bijweg moeten worden afgeslo ten. Op 19 juli 1820 vindt de openbare aanbesteding plaats van de 5 tolhuizen tussen Alkmaar en Velsen. Aannemer Jan van der Meer uit Zaandijk krijgt voor 8300 gulden de opdracht. Volgens dezelfde acte moest de pachter de volgende tarieven hanteren: Dieren: elk los paard of muilezel elk rund of ezel elk kalf, schaap of varkens een kudden schapen of varkens meer dan 50 Rij- en voertuigen: rijtuigen of voertuigen met twee wielen en sleden voor elk aangespannen paard, muilezel, ezel of os rij- of voertuigen met vier wielen voor als boven diligences en postwagen, ingericht voor niet meer dan zes personen voor elk paars idem voor zes t/m twaalf personen idem voor dertien t/m achttien personen idem voor meer dan achttien personen ƒ0,05 ƒ0,01 ƒ0,01 ƒ0,50 /0,07'/2 ƒ0,10 ƒ0,10 ƒ0.121', ƒ0,15 ƒ0,171/, Niet iedereen hoefde tol te betalen: vrijgesteld werd het transport met paarden en rijtuigen, die werden gebruikt voor of door het Koninklijk Huis. door bisschoppen, voor de brievenposterij, voor het onderhoud of het toezicht van de weg, voor militair transport en door landbouwers voor het binnenhalen van de oogst en het vervoeren van mest. De verpachting van de tollen In een openbare bijeenkomst werden de tollen gelegen in de gemeenten Heiioo, Limmen, Castricum en Heemskerk bij opbod en afslag verpacht. Zo vinden we een notariële acte dat op 29 september 1829 van de verpachting van de tol in Castricum de heer W.P.M. van Odijk wonende te Utrecht voor een bedrag van 1585,- de hoogste bieder geworden. Aan elke verpachting was een groot aantal voorwaarden verbon den. die bij Koninklijk Besluit waren vastgesteld. Zo moest de pachter een borgsom storten of als onderpand onroerende goede ren inbrengen ter waarde van drie maanden pacht. Voor de 10e van elke maand moest hij de maandelijkse pacht betalen vermeer derd met het bedrag van de door hem bij overtredingen geïnde boeten. De verpachting gold voor een periode van driejaar, terwijl zowel de regering als de pachter het recht had na elk jaar de pacht op te zeggen. Een pachter moest over enig kapitaal beschikken om de borgsom te kunnen betalen. We zien dat de pachter veelal meerdere tollen pacht, elders woont en voor het innen van het tolgeld een tolgaarder aanstelt. De tolgaarders De tolgaarder woont in het tolhuis; in vroeger tijd werd de tol of het tolhuis ook wel de Gabel genoemd. De tollen langs de 'Nieuwe Weg' waren genummerd; het tolhuis te Castricum had nummer 4 en stond bij het begin van de Oude Weg, ongeveer een tiental meters ten zuiden van snackbar Veronica staat. Schuin tegenover het tolhuis op de hoek van de Dorpsstraat - Kramersweg stond omstreeks 1830 de herberg van Cornelis Steeman. De situatie omstreeks 1830 bij de oprichting van het kadaster. Op de kaart is de plaats van het tolhuis aangegeven, gelegen tussen de oude en de nieuwe weg. Duidelijk is ook te zien hoe de 'Nieuwe Weg' verschillende percelen weiland heeft doorsneden. 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1993 | | pagina 28