Castricum - Honderd jaar geleden
In het jaar 1891 zijn er geen bijzondere gebeurtenissen voorgeval
len. Op 1 januari 1891 bestaat het Gemeentebestuur uit burgemees
ter Johannes Mooij, de wethouders Willem Melker en Jacob Kuijs
en de raadsleden Adriaan van der Park. Jan Adam van Soll, Frans
Glorie, Simon Louter en Jan Schuit.
Op 1 jan. 1891 telt Castricum 1674 inwoners, op 31 dec. 1891 is
dit aantal slechts toegenomen tot 1685; in dit jaar worden in
Castricum 49 kinderen geboren, worden 18 huwelijken gesloten
en overlijden 26 personen. Door het geboorteoverschot van 23 en
doordat er 12 personen meer zich elders vestigen (97) dan er in
Castricum komen wonen (85), neemt het inwonertal nauwelijks
toe.
19 februari 1891
In de Gemeenteraad wordt gesproken over P. Esseling, de vaste
werkman van de gemeente: de burgemeester is van mening dat P.
Esseling niet langer aan de gemeente verbonden kan blijven als
vast werkman, vanwege zijn zwak gestel en zijn hoge leeftijd (68
jaar). Het is voor de gemeente ook niet verantwoord om hem
wekelijks zijn geld te geven en daarnaast ook nog een andere vaste
werkman aan te stellen. Ofschoon deze mening door de Gemeen
teraad wordt gedeeld kan men toch niet tot een definitief besluit
komen. In de raadsvergadering van 15 april daaraanvolgend is
toch maar besloten om D. Verduijn als nieuwe vaste werkman aan
te stellen van zeven uur 's morgens tot vijf uur 's middags
gedurende zes werkdagen en voor vier gulden per week.
De kosten voor het luiden van de klok bij het overlijden op 23
november 1890 van Z.M de Koning Willem III bedragen twintig
gulden.
13 mei 1891
De heer G.J. Reyling krijgt -in verband met zijn vertrek naar
Enkhuizen- ontslag als schatter van de lokaliteiten, waarin sterke
drank wordt verkocht.
Het verzoek van de voorzitter om een nieuwe scheipaal te
plaatsen tussen de gemeente Heemskerk en Castricum wordt
goedgekeurd.
9 juli 1891
Het verzoek van M. de Haas, kruidenier alhier, om een
petroleumbergplaats te mogen hebben tegenover de veelading
wordt ingewilligd. Het terrein is 13,2 are groot.
1 september 1891
De nieuw verkozen raadsleden Cornelis Spaansen en Jan Twisk
worden beëdigd, zij komen in plaats van Adriaan van der Park en
Frans Glorie.
Bij de verkiezing bleken er in Castricum 147 inwoners
kiesgerechtigd te zijn.
J.Bakkum wordt aangesteld tot schapenkeurder voor een wedde
van Fl. 7,50 per jaar. Castricum kende in totaal 2 schapenkeurders.
23 september 1891
De gemeenteraad heeft een verordening op het houden van
schapen vastgesteld. Het omvat de volgende artikelen:
1. de keurmeesters zullen -zoo dikwijls zulks door B. en W. wordt
noodig geacht eene algemene keuring houden van alle schapen en
lammeren door de ingezetenen gehouden wordende of in de
gemeente aanwezig; van de dag of de dagen, waarop die keuring
zal plaats hebben, zal aan de schaaphouders bij aanplakking van
biljetten kennis worden gegeven.
2. op die kennisgeving zullen de schapenhouders verplicht zijn
hunne schapen of lammeren tijdig in een hok of schuur bij hunne
woning op te halen; zelve of iemand van hunnentwege bij het
onderzoek tegenwoordig te zijn en den keurmeesters de hulpzame
hand te bieden.
3. De verpligting tot het ophalen bij het vorige artikel vastgesteld,
zal mede van toepassing zijn van schapenhouders, die buiten de
gemeente wonen, doch wier schapen of lammeren op het grond
gebied van deze gemeente geweid wordend, zij zullen daartoe
zorgen den noodigen toegang of de plaats in een hof of schuur bij
de woning van een der ingezetenen binnen deze gemeente te
verkrijgen.
4. De overtreding dezer verordening zal gestraft worden met eene
geldboete van hoogstens 25 gulden.
Het voorstel voor het plaatsen aan 't Over (Overtoom) wordt
aangehouden.
25 november 1891
Het puin van de afbraak van de oude pastorie van de Hervormde
Gemeente wordt verkocht.
31 december 1891
De gemeenterekening over het jaar 1891 bedraagt aan inkomsten
F 11.295,- en aan uitgaven F 10.811,-. Het batig saldo bedraagt
derhalve 484 gulden.
De belangrijkste inkomsten worden gevormd door de gemeente
lijke belastingen (4522,-), aandeel in de rijks personele belasting
(2822,-), het batige saldo van het vorige jaar (855,-), de
rijksvergoeding voor het lager onderwijs (1560,-), verpachting
van gemeentelijke eigendommen (896,-), schoolgeld (407,-) en
overige inkomsten zoals bijvoorbeeld boeten (233,-).
De belangrijkste uitgaven worden gevormd door de kosten van
het lager onderwijs (4544,-), kosten geldlening (2120,-),
bestuurskosten (1272,-), verpleging van krankzinnigen (709,-),
armwezen 402,-), politie (455,-), onderhoud wegen en vaarten
(586,-) en overige uitgaven (723,-).
S.P.A. Zuurbier
60