het kapittel van St. Marie in Utrecht zijn overdragen (7). Ook is er geen indicatie, dat Velsen de moederkerk zou zijn. Als zodanig komt Heemskerk wel en Castricum niet voor op de lijsten in een sacramentarium van het klooster Echternach uit de 1 le eeuw. De strijd om het bezit van de 'Echternachse kerken', waartoe de kapel 'Hemezenkirica, of Emecekirca' behoorde, gevoerd door de abdij van Echternach (waar Willibrord stierf als abt), de bisschop van Utrecht (waarvan hij de eerste bisschop was) en de Hollandse graven werd ten gunste van de laatsten beslist. Of de Heemskerkse kapel werkelijk een dochter van Velsen was is niet zeker; de bisschop van Utrecht beschouwde haar als een aan het bisdom behorend soort wildgroei (8). Nu was in de 12e en 13e eeuw het collatierecht van de parochies van Heemskerk en Castricum in handen van de Heren van Haerlem. ambachtsheren van beide dorpen. Zij bezaten reeds in 1100 landgoederen in Heemskerk en onderhielden een nauwe relatie met de abdij van Egmond. Allard van Haerlem is daar abt geweest (1105-1120) en minstens vier familieleden monnik. Allard van Haerlem, die van zijn voorganger Steven moest trachten een gevecht met de buren van Castricum in der minne te schikken, slaagde daar niet erg in. Als abt heeft hij later nog veel last van hen ondervonden bij pogingen de abdijgronden tegen overstromingen te beveiligen (10). Na het uitsterven in mannelijke lijn, vervielen de rechten van het geslacht van Haerlem aan de grafelijkheid. Graaf Willem 111 droeg op 2 april 1319 'de ghifte van die kercke van Heemskerck' over aan de Commandeur van St. Jan te Haarlem. De Heren van Assendelft werden beleend met de heerlijkheden Heemskerk en Castricum en met het collatierecht van de kerk van Castricum. De van Haerlems zijn mogelijk de opvolgers geweest van een geslacht, waartoe Emece - een in die tijd meer voorkomende naam - behoorde, de stichter van Emecekirica. Hij zou ook de kerk Castricum gesticht kunnen hebben (8.40). Opvallend daarbij is de overeenkomst tussen de namen Heemskerk en de op geestgrond gelegen buurtschap Heemstede, 'woonplaats van Emece'. Heemstede behoorde tot de banne Castricum, maar welgestelde 'buren' konden zeker land in andere dorpen bezitten. Daarente gen kan de kaarsrechte banscheiding een aanwijzing zijn. dat de grens eerst later definitief werd vastgesteld bij de aanleg van de Korendijk in de 12e eeuw. Sint Pancras De schutspatroon van de parochie, St. Pancratius, behoort tot de groep martelaren uit de christelijke oudheid, die in de middel eeuwen opnieuw zeer populair werden. Op het martelaarsgraf van Pancratius, volgens de overlevering in het jaar 304 op 14-jarige leeftijd onder keizer Diocletianus met het zwaard onthoofd, liet paus Symmachus omstreeks 500 een basiliek bouwen. Vanaf dat tijdstip nam de verering van St. Pancratius sterk toe, ook buiten Rome. In de frankische tijd werden bepaalde heiligen in het bijzonder door adellijke geslachten vereerd. Tot deze ridderheiligen be hoorden St.Joris, St.Catharina (Van Assendelft) en St.Pancras. De verering van de laatste is sterk gestimuleerd door de oost- frankische koningen. Vanuit de door hen gestichte kapellen raakte St. Pancras in het noordwesten van Duitsland en in het bisdom Utrecht bekend (9). Van de talloze kerken en kapellen in het bisdom van omstreeks 1100 -1400, zijn er 24 bekend als gewijd aan St. Pancras. Hiervan is minstens de helft, waaronder vier slotkapellen, door de adel gesticht of in bezit gehouden. De patroonheilige van de parochiekerk van Castricum wordt ten onrechte wel eens in verband gebracht met de abdij van Egmond. In een nogal onduidelijke beschrijving van een gebrandschilderd raam in de (nieuwe) Pancratiuskerk. waarop de schutspatroon is afgebeeld lezen we: 'Pancratius werd in Nederland vooral bekend door de abdijen van Egmond en Utrecht)?). Castricum kreeg van de abdij Pancratius als patroon toegewezen'. Nu werd in het bisdom de feestdag van St.Pancras 12 mei) vanaf de 12e eeuw tot 1525 als een zondag gevierd, een festum fori. Op de kalender van het kerkelijk jaar in de abdij van Egmond. komen naast de algemene feesten van de kerk en van de lokale heiligen Adelbert en Jeroen, ook de feesten van het bisdom Utrecht voor, waarbij echter Pancratius, Remigius en Lebuinus ontbreken (10). Beschouwen we het gebied, dat geografisch omschreven kan worden als het stroomgebied van de vroegere veenrivieren de Afbeelding 2 Het koor aan de zuidzijde vóór 1953, archief Architectenburo Rappange b.v. Afbeelding 3 Zuidgevel westzijde vóór 1953, archief Architectenburo Rappange b.v. Schermer en de Wogmer, waar dochterkerken van Heiloo ont stonden: Alkmaar, Oudorp. Vronen. Schermer. Mijsenen Wognum. De abdij van Egmond, die van de graven van Holland de oude Echternachse mater Heiloo met deze dochterkerken had verkre gen. breidde in dit gebied het aantal parochies uit en stichtte in haar eigen omgeving ook een aantal kerken en kapellen. Als patroonheilige komt St. Pancras hier niet voor, behalve dan bij de kapel 'Sinte Pancraes', in 1487 tot parochiekerk verheven. Maar Sint Pancras ligt bij het in 1297 verwoeste dorp Vronen. Vronen duidt op een 'heerlijk' domein, zodat de kapel zijn patrocinium vermoedelijk te danken heeft aan de adellijke bezitter al voordat de abdij er zeggenschap kreeg. Zo ondersteunt ook de naam van de patroonheilige van Castricum de opvatting, dat we te maken hebben met een heel oude en mogelijk door een adellijk heer gestichte parochie.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 5