stuur van Castricum toestemming om stropers van konijnen en wild in zijn gehuurde duinen te bekeuren en te beboeten. Op 24 februari 1806 wordt hij officieel beëdigd. In die functie is in een notariële acte een verklaring van Jan Groentjes, als beëdigd koddebeier, op 24 november 1806 opgetekend door notaris Jacob Nuhout van der Veen, zoon van de schout. in Nederland in totaal 83 naamgenoten voor. Hiervan wonen er 78 in Noord Holland, verdeeld over de volgende gemeenten: Castricum (50), Hoorn (8), Limmen (8), Alkmaar (5), Amsterdam (4) en verder in Bloemendaal, Egmond Binnen en Wormerveer (elk 1). In Amsterdam wonen in 1947 ook nog 3 mensen met de naam Gruntjes. Jan verklaart: "dat hij op Vrijdag 14 November 1806 des na de middags circa 2 uuren gaande langs den Schulpweg, lopende door de voorduinen en onder anderen over de Mientenberg, en achter de aangelegene bosschen binnen deeze Gemeente en genaderd zijnde tot achter het bosch van Pieter Bruijn, genaamd 'de Kroft aan Duin' in het Duin van den Heere Deutz van Assendelft, weinige treden afstands en alleen afgescheiden door een bergje hetwelk hem het gezicht belette, heeft hooren schieten. Dat hij daarop toetredende, terstond heeft ontmoet de personen Pieter Jansz Kuijs en Tijs de Graaf, alhier wonende, staande bij elkander, waarvan de eerste een jagtgeweer in de hand had en welk eenen Haas op den grond lieten vallen, toen zij hem Deposant (Jan Groentjes) zagen aankomen. Dat de eerste Pieter Jansz Kuijs, terstond wegliep met het gezegde jagtgeweer in de hand en dat de laatste Tijs de Graaf hem bleef afwachten. Dat hij Deposant den gevallen Haas ziende liggen, den voornoemde Tijs de Graaf had afgevraagd, hebt gij hem niet gehad bedoelende daarmeede of de Haas door hem niet geschoten was). Dat Tijs de Graaf hem Deposant ziende naderen, om den Haas op te nemen, denzelven van den grond heeft genomen en gezegd: "Ja Goddome wij hebben hem wèl", en daarop al vloekende en den Haas omhoog heffende onder het zeggen: "daar is hij, wat wil je daarvanwilde voortgaan. Dat hij Deposant daarop heeft geantwoord: "lk wil niets, maar ik gijzel je beiden, onthoudt je dag Tijs gooide hem de haas voor de voeten en riep: "Daar ligt hij Goddome". Jan Groentjes verklaarde zeer wel gezien te hebben, dat de haas een geschoten haas was". De opeenvolgende generaties Jan Groentjes en Jannetje Groenveld krijgen vijf zoons, waarvan er drie op jonge leeftijd overlijden en één zoon ongehuwd blijft, alleen zoon Pancras geboren omstreeks 1797 zal het geslacht via zijn zoons Jan en Hendrik voortzetten; van zijn zoon Jan zijn alle nu in Castricum levende naamgenoten afkomstig. Zoon Hendrik trekt naar Alkmaar, zijn nageslacht woont in Alkmaar/ Bergen. Keren we terug naar de uit Duitsland afkomstige stamvader Hendrik Groentjes, die naast zijn oudste zoon Jan ook nog de zoons Willem, Gerrit en Maarten had. Hiervan sterft het nage slacht van Willem en Gerrit in de naam Groentjes uit. Maarten woont in een klein huisje in de Oosterbuurt aan de westzijde van de Breedeweg, nu ongeveer ter hoogte van het zwembad. In 1805 vertrekt hij met vrouw en vijf kinderen naar Heiloo, alwaar hij in 1813 overlijdt; een jaar later verkoopt hij het huisje aan de Breedeweg. Maarten heeft maar één kleinzoon; deze kleinzoon, ene Willem Groentjes, trekt naar Hoorn. Uit de Hoornse tak kwam Catharina Groentjes voort, die veel aan het stamboom onderzoek heeft bijgedragen. De verspreiding van de familie Groentjes in Nederland De familie Groentjes is, zoals reeds aan het begin van dit artikel wordt gemeld, een kleine familie gebleven en voorzover is na te gaan, zijn alle nu nog levende Groentjes terug te voeren tot de Castricumse stamvader Hendrik Groentjes. Bij de meest recent gepubliceerde volkstelling van 1947 komen Wapen Op verzoek van Pancratius J. Groentjes (zie nr 19) is in 1989 een wapen officieel geregistreerd in het Register van Familiewapens van het Centraal Bureau voor Genealogie. Het wapen is ontwor pen door J. Zeeman en symboliseert de agrarische achtergrond van de familie Groentjes en de verbondenheid met Castricum. De officiële omschrijving luidt als volgt: Gedeeld: I in rood drie gouden klaverbladen; II in zwart een zilveren sikkel met gouden hand vat. Helmteken: een gebladerde tak (uit wapen van Castricum) tus sen een gouden vlucht. Dekkleden: rechts: rood, gevoerd van goud, links: zwart, gevoerd van zilver. Het tegenwoordige wapen van de familie Groentjes dat de agrari sche achtergrond en de verbondenheid met Castricum symboliseert. Stamboom In het bijgevoegde schema is de stamboom van de Castricumse familie Groentjes weergegeven; onder de toegevoegde nummers 1 t/m 29 zijn de gezinnen verder uitgewerkt. Voor de duidelijk heid van het schema zijn alleen de gehuwde mannelijke naamge noten opgenomen. N.B. Tenzij anders vermeld in de hierna volgende uitwerking hebben de geboorten, huwelijken en overlijden in Castricum plaatsgevonden; de afkorting EB staat voor Egmond Binnen. 47

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 47