C. J. PEPERKAMP; ELECTRISCHE SMEDERIJ I GEDIPLOMEERD HOEFSMID AUTOGEEN LASCH- EN SNIJ-INRICHTING DORPSTRAAT 58 CASTRICUM Afbeelding 6 =s Zo zag de kop van de reke ning van de smid eruit. en consequent vol, dat de meesten er vroeg of laat toch intrapten. Sommigen vlogen zelfs achteraf nog naar de deur om te zien of er werkelijk iemand voorbij gekomen was. Veearts en tandarts Als de paarden ziek waren of een bepaald letsel hadden ging men altijd eerst naar de smid. Hij keek dan wat hij kon doen. Ook bij het paard werd aderlaten toen regelmatig toegepast. Als de boer klachten had over de werklust van het paard en het paard lui en sloom vond, tapte Peperkamp meestal bloed af. Voor het aderlaten gebruikte de smid een hartvormig mesje met een hamertje. Hij bond eerst een touw om de nek van het paard om stuwing te verkrijgen, waardoor de halsaderen zichtbaar werden. Hij smeerde de plek waar de incisie gemaakt zou worden in met een speciaal zalfje en tikte dan met het hamertje op het mesje waardoor de incisie gemaakt werd. Het bloed werd vervolgens in een emmer opgevangen. Men zegt dat het paard er vaak enorm van opknapte, zodat het weer lekker op het Castricumse land kon werken. Tijdens het aderlaten kwam er eens een handelaar langs en Cor Peperkamp, die pas begonnen was, zei: "ga maar alvast naar de vrouw toe, een koppie halen, ik kom zo". Hij had tijdens het aderlaten bloed op zijn schort gemorst en met dat schort nog om kwam hij nerveus binnen. "Wat mij nou is overkomen" riep hij opgewondenhet is verschrikkelijk". - "Nou, wat is er dan, Peperkamp?" vroeg de handelaar bezorgd. En Peperkamp kon dramatiseren "Oh, mijn allerbeste vriend loopt aan de overkant van de straat, hij roept mijn naam en wil naar mij toekomen. Op datzelfde moment komt de tram eraan en hij komt toch met zijn hoofd onder de tram. Het hoofd rolt naar mij toe, hij geeft nog een knipoog en sluit zijn ogen. Ik heb het hoofd maar even onder de kaasstolp gelegd en onder het bed gezet; dan kan de familie er nog even afscheid van nemen". Of de handelaar dit verhaal geloofde Afbeelding 7 De dorpssmid in volle actie aan een wagenonderstel. 38 I Zweren aan de paardenvoeten werden schoongemaakt en behan deld met bruine teer in de holte van de zool. Met het wegsnijden van knobbels was extra voorzichtigheid geboden, omdat er een zweer onder kon zitten. Als er een "straal" (kier) aan de voetzool ontstond ten gevolge van verzwering dan werd dat opgevuld met henneptouw en weer afgeteerd. Het henneptouw was nodig om de kieren te dichten en zo verontreiniging van de wond te voorko men; het paard zou anders kans lopen om rotkanker te krijgen en in die tijd betekende dat een wisse dood. Cor Peperkamp ried ook wel aan om het paard in de zee te laten lopen: zeewater heeft, zoals bekend, een reinigende en genezende werking op ontstekingen. Zelfs kwam het voor dat Peperkamp geraadpleegd werd als het ging om reumatische klachten bij mensen. De man of vrouw werd in zo'n geval naar de doodgraver gestuurd om daar een doodkis- tenschroef te halen, die minstens twintig jaar in de grond gezeten moest hebben. Bij de doodgraver lagen die schroeven in voorraad. Cor Peperkamp smeedde van die oude schroef een ring en vijlde die glad. Door zo'n ring te dragen zou men de reumatische klachten kwijtraken. De smid controleerde ook het gebit van de paarden en dankzij die kunde kreeg hij nog eens bezoek van een man met een ontzettende kiespijn. "Oh" zei Cor, "ik ben overal goed in: ik heb vroeger ook nog voor tandarts geleerd, neem maar even plaats". Hij heeft toen met een grote roestige tang in de smederij die kies getrokken. Het liet hem echter kennelijk niet los, want hij kon 's avonds niet in slaap komen, omdat hij zich ook wel realiseerde dat die tang wel eens voor een flinke infectie zou kunnen zorgen. Zijn kinderen t zeiden: "Ja Pa, had je het maar niet moeten doen, het is je eigen schuld." Gelukkig is de patiënt pas vele jaren later en aan iets heel anders overleden. Het gebit van oma Zo gaat er nog een ander verhaal in de tandheelkundige sfeer. Er kwam eens een deftig meisje uit een ander dorp kijken naar de smid tijdens het beslaan van de paarden. "Nou opa, wat bent u aan het doen hier met die paarden? Ja kind, ik ben die paarden aan het beslaan. Doet dat geen pijn Neen kind, dat doet helemaal geen pijn, opa zal het paard écht geen pijn doen hoor. Plotseling zegt het meisje: "oma is vorige week overleden". Oh, wat vind ik dat erg voor je, dat je oma dood is. Zou ik je eens wat mogen vragen?, vervolgt Cor Peperkamp verder: Opa moet volgende week voor de pastoor invallen bij het preken, maar opa zijn gebit is stuk. Zou opa dan jouw oma 's gebit even mogen lenen Dan krijg jij een dubbeltje van opa". Dus dat meisje kwam later met een doosje met watten en een geel gebit naar hem toe. Hij nam het aan, boog zich een beetje van haar weg, zogenaamd het gebit passend, en zei: "sorry hoor, kind, het past opa helemaal niet, neem het maar weer mee. Zeg moe maar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 38