lijkheden te vermeerderen. Alleen voor de restauratie kon Rijkssubsidie worden verkregen. De restauratie Aan de binnenzijde van het gebouw werden de muren tot aan de voet blootgelegd, waar nodig gerepareerd en een drainageleiding aangelegd en vervolgens de sleuf' weer gedicht met grind en zand. Daarna werd de bestaande - door vocht aangetaste - pleisterlaag afgebikt en gestraald en voorzien van een nieuwe vochtbestendige pleisterlaag. Vier eikenhouten staanders werden gedeeltelijk ver vangen. te gebruiken en in te richten tot de ingang van de kerk. Het is een mooie ruimte, met een fraai gewelf, waarin zich ondermeer de brandweeraansluitingen - zowel voor de toren als voor de kerk - bevinden. Deze blijven daar uiteraard zitten. Om het tochten in de kerk te voorkomen (de ingang ligt op het westen en westenwind is in deze regio geen onbekende), is er een volautomatische tochtsluis aangebracht, waarin tevens een klein niveauverschil (straat-kerk) is overbrugd om de toegang van invalidenwagens mogelijk te maken (2). De mogelijkheid om de klok te luiden, is verplaatst naar de eerste verdieping in de toren. Door de tochtsluis zijn we aangekomen in de ontvangstruimte (3). Links vindt u achtereenvolgens de toegang tot het - volgens de De consequentie van het graven van een gleuf langs de gehele kerkmuur was, dat de houten vlonders geheel en de bestaande zerkenvloer gedeeltelijk moesten worden opgenomen. De tot dan onbekende kwaliteit van de zich onder de houten vlonders bevin dende zerkenvloer was van een zodanige samenstelling dat er van herleggen geen sprake kon zijn. Na het verwijderen van de vlonders is eerst de gehele zerkenvloer gefotografeerd en later in kaart gebracht (zie hierover het artikel van ir. J. Kol). Vast stond dat de 'beschreven' zerken de kerk niet mochten verlaten en derhalve weer een waardige plaats in het gebouw moesten behouden. Hiertoe is een nieuw zerkenplan gemaakt en met grote nauwkeurigheid hebben alle 'monumentjes' weer een plaats gevonden. In het kader van de restauratie is in de kerk een deel van het plafond in het koor vernieuwd en is het interieur in z'n geheel afgeschilderd. Aan de buitenzijde zijn de koperen goten van het schip geheel vervangen en zijn er in de gehele kap ventilatie openingen aangebracht. Tevens is er 18 m van het leien dak vernieuwd en zijn er om inspectie van de kap - door de Monumentenwacht - mogelijk te maken, bronzen ladderhaken aangebracht. Daar waar nodig is het voegwerk hersteld en is het houtwerk geschilderd. Verhouw en aanpassingen We gaan nu het kerkgebouw binnen door de deuren onderin de toren I); (de hier gebruikte nummers verwijzen naar afbeelding 4 en 5). De gemeente Castricum, eigenaar van de toren, heeft toestemming gegeven de ruimte op de begane grond van de toren De inrichting van de kerkruimte (westzijde) op de eerste verdieping. daarvoor gestelde eisen voor gehandicapten - aangepaste toilet (4), de cv-ruimte (5), de keuken (6) en een berging (7), de garderobe (8) en het trappenhuis (10). Aan de rechterkant bevindt zich de nooduitgang (9) en de scheidingswand, waardoor het mogelijk is de ontvangstruimte te scheiden van de kerkruimte en deze zonodig als zelfstandige ruimte te gebruiken. Via het nieuwe trappenhuis 10) bereikt u een halletje met toilet (12) en de ingang van de consistoriekamer (13) en de nieuwe vergaderruimte (14). Om deze ruimte te kunnen maken, was het nodig om de vloer (plafond van de ontvangstruimte) 45 cm te laten zakken, zodat men zonder pijn aan het hoofd onder de bestaande balken door kan. Om van deze ruimte tijdens de kerkdienst gebruik te kunnen maken, is er optimaal aandacht 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 31