Restauratie Oude Pancratiuskerk in 1992 Op vrijdag II september 1992 werd de oude Pancratiuskerk na een ingrijpende restauratie en daarbij gelijktijdig uitgevoerde bouwkundige aanpassingen weer officieel in gebruik genomen. Wat gebeurde er in het monumentale kerkje? Al in 1976 werden de eerste plannen gemaakt 0111 het - het monument bedreigende - vochtprobleem aan te pakken. Voor waar geen eenvoudige opdracht. Daarbij stuit men al gauw op vragen van hoe. wat, waar. door wie, wat kost het en hoe kunnen we het financieren. Achteraf gemakkelijk op te schrijven, maar om alles op '11 rijtje te krijgen, moet er nogal wat gebeuren. Gesprekken met deskundigen, autoriteiten, o.a. de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, uitvoerenden, plannen indienen, be grotingen maken, mogelijkheden voor subsidie onderzoeken. Voordat de techniek en het benodigde budget elkaar gevonden hebben, is men al gauw weer enige jaren verder. In 1980 werd na een uitgebreide vochtmeting in de muren besloten de vochtbestrijding in twee fasen aan te pakken: Fase I: het aanbrengen van een drainagesysteem buiten de kerk en het op maaiveldhoogte injecteren van de muren met een vochtkerende laag; daarna een rustperiode van ongeveer zes jaar. Fase 2: controle van het resultaat van fase I en daarna het herstellen van het pleisterwerk aan de binnenzijde en waar nodig het vervangen van de draagbalken. Fase 1 werd in 1981 gerealiseerd. In 1987, na de rustperiode, werden er weer vochtmetingen verricht en bleek, dat er nauwe lijks sprake was van enige verbetering. Een nieuw overleg en onderzoek was noodzakelijk. Inmiddels zijn de technieken en materialen veranderd, maar ook de subsidieregelingen zijn gewij zigd. Als er al iets opgedroogd mocht zijn. dan zijn het de subsidiekanalen. Hier sloegen duidelijk de bezuinigingsronden toe. Ook de geldontwaardingsproblematiek komt om de hoek kijken. Desondanks hield het kerkbestuur de moed erin en ging door met het maken en stimuleren van plannen om het gebouw te behouden. Bij de voorbereiding van de tweede fase. in 1988, kwam het idee naar voren om de kerk gelijktijdig met de ingrijpende restauratie aan te passen aan de behoefte van deze tijd en wel door een optimaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte. In nauw overleg met de architect werden er door de Adviescommissie Verfraaiing en Verbetering Interieur Hervormde Kerk heel ingrij pende voorstellen gedaan en werd er ook gezorgd voor de daarbij behorende kostenplaatjes. Een aantal leden van de Hervormde Gemeente is actief aan de slag gegaan om dit te realiseren. Een restauratiecommissie, voor het belangrijkste deel bestaande uit mensen met een bouwtechnische (beroeps)achtergrond. zorgde voor de technische plannen en uitvoering hiervan. Een fondsenwervingscommissie had zich belast met de taak om de middelen te verkrijgen om een snelle realisatie mogelijk te maken. De aantasting van de pleisterlaag door het vocht. De sleuf langs de binnenmuur voor de aanleg van de drainagelei ding. Op de gemeentevergadering van de Hervormde Gemeente op 9 oktober 1991 werden uiteindelijk de complete plannen gepre senteerd. Kort hierna gaf het kerkbestuur het groene licht en kon fase 2 met aanpassingen beginnen. Na de gebruikelijke procedures van inschrijving en aanbesteding werd op 7 februari 1992 het werk opgedragen aan het Bouwbedrijf Joh. de Nijs te Castricum. Op 16 maart werd de gehele kerk ontruimd en het complete interieur in containers opgeslagen. De verbouwingsactiviteiten bestonden uit de eigenlijke restaura tie aan het oorspronkelijke gebouw en uit een aantal verbouwin gen en aanpassingen van het interieur om de gebruiksmoge- 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 30