tegenvaller. Als enige maanden later zal blijken dat er nog meer
patiënten naar Duin en Bosch komen door de sluiting van het
psychiatrisch ziekenhuis in Medemblik, vraagt hij om een
hulpprediker, aangezien dat werk niet meer vol te houden is. Op
3 mei 1957 neemt men afscheid van ouderling Hessel, die naar
Canada emigreert.
Een nieuwe tijd
De evangelisatie is intussen opgeheven en heeft haar bezittingen
verkocht of weggeschonken. Van de opbrengst schenkt men aan
de gemeente een avondmaalstafel 'als teken van eenheid in de
kerk'. Als teken van nieuw elan wordt het kerkkoor weer opge
richt, het staat onder leiding van de Heer Teer. Fotograferen in de
kerk vindt men op 9 mei 1958 nog taboe, maar na protest -er zijn
drie huwelijken kort na elkaar aangekondigd- wordt in een
spoedoverleg besloten, dat men wat overhaast heeft besloten en
het 'onder strenge voorwaarden' zal toestaan. Een ander nijpend
probleem komt van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Gemeen
schap (VCJG), mag men bij 'een gezellige vergadering in het
vergaderlokaal een dansje houden bij een piek up?'. De ouderen
vinden het niks. Bij gebrek aan een jeugdhuis moet het dan maar.
De dominee wil wel eens weten hoe men over zijn diensten denkt:
"Ik word weliswaar temidden van de Gemeente bedankt voor mijn
prediking, maar ik wil nu wel iets concreters horen". Hij krijgt
naar zijn mening weinig respons, want enkele maanden later
herhaalt hij zijn vraag. Men wil dan wel een discussie, maar dan
'in een rustige ruimte, waar geen geld geteld wordt'. De predikant
komt met nieuwe plannen: bijeenkomsten met zangkoor en mu
ziek op drie zomeravonden in 1959 voor de 'badgasten' in de oude
kerk. Hij regelt ook een gesprek op 2 oktober 1959 over de NVSH.
"Er is teveel valse schaamte, de kerk mag het probleem van
geboortebeperking niet uit de weg gaan. Het vormt een bedrei
ging van het huwelijksgeluk', aldus de ouderling die het onder
werp aansnijdt.
Ontkerkelijking
Tegen een markt op Goede Vrijdag heeft men geen bezwaar, zo
wordt aan burgemeester Smeets medegedeeld.
Ondanks het goede en verfrissende werk van Papineau Salm
ontkomt de kerk niet aan de geest des tijds. Ook in de hervormde
Verantwoording:
Dank is verschuldigd aan mevrouw E.A. Steeman-Borst voor haar
onderzoek van het oudste gedeelte van het archief van de Neder
lands Hervormde Kerk en aan de oud-archivaris van de kerk de
heer J.H. Hoffman voor zijn adviezen.
kerk neemt de ontkerkelijking snel toe. Vele opzeggingen komen
binnen. Er zijn in 1960 zo'n 400 gezinnen ingeschreven, die
doorgaans bij huisbezoek weinig respons geven en onwennig
reageren. In oktober wordt besproken hoe de jeugd te benaderen.
Ouderling Lodder laat een bandje op de geschonken bandrecorder
horen met muziek 'op Calypso- en Jazzrythme' volgens de
experimenten van Ds. De Bruine en Ds. Julius. De ouderen
vinden het 'zo vreemd', ouderling Bosch echter wil er alles aan
doen om de jeugd te pakken. En de dominee wil de Gemeente
meer in de liturgie betrekken. Het vierde notulenboek van de
hervormde kerkeraad sluit in 1961Op de voorlaatste vergadering
merkt ouderling Cretier op, dat het kerkkoor 'bloedarmoede lijdt,
vooral door gebrek aan mannelijke donors'.
Besluit
Het boek sluit in december 1961 met een verslag van de gezamen
lijke vergadering van de kerkeraad met het College van Notabelen
en Kerkvoogden. Men memoreert nog eens de status van het
college. Het is na de Franse revolutie in het leven geroepen toen
godsdienst geen staatszaak meer was. Men trad in de plaats van
de overheid. Het is van afkomst geen kerkelijk college. Men heeft
het beheer over de kerkelijke goederen, de fondsen en het onder
houd van de gebouwen. De kerkvoogdij moet in de kerkeraad
opgenomen worden. De leiding van de kerk berust nu bij de
kerkeraad.
Met de vermelding van deze notulen uit 1961 wordt de beschrij
ving van ruim vier eeuwen geschiedenis van de Nederlands
Hervormde kerk afgesloten.
De gemeente heeft zichzelf na de komst van Papineau Salm weer
snel hervonden en zich hersteld van de onverkwikkelijke twisten,
die zo vele jaren de kerk verscheurd hebben. Ondanks de
ontkerkelijking die zich vanaf de vijftiger jaren landelijk heeft
voltrokken, is de kerk tot bloei gekomen.
In de afgelopen jaren zijn plannen gemaakt om noodzakelijke
restauraties aan het kerkgebouw mogelijk te maken. De
Castricumse bevolking heeft in 1991 massaal gereageerd op
verzoeken om geldelijke steun. Daaruit blijkt de centrale plaats,
die de kerk in het dorp heeft. Het fraaie gebouw is inmiddels in
1992 gerestaureerd en in volle glorie herrezen. Het zal hopelijk
tot in lengte van dagen voor Castricum behouden blijven.
F. Baars
Bronnen:
-Archief van de Nederlands Hervormde Kerk
-Hoffman. J.H., De oude Pancratiuskerk, uitg. van de kerkvoogdij,
1988.
-Kol.ir.J..In Parochialis Ecclesia de Castringhem, Castricum 1992.
Lijst van predikanten van 1584 tot heden
Jan Pietersz. Castricum
1584 - 1586
Cornelius Rogaar
1736 - 1743
Pieter A. van der Laan
1846 - 1890
Arnoldus Nicolai
1587 - 1595
Henricus Hondius
1744 - 1747
Albert G. Reede
1890- 1898
Franciscus Stockius
1596 - 1631
- gemeente vacant
1747 - 1752
- gemeente vacant
1898 - 1900
- gemeente vacant
1631 - 1637
Jan J. Oijers
1752 - 1769
Abraham van Poelgeest
1900 - 1939
Michael Middelhovius
1637 - 1639
Jacobus de Visscher
1770 - 1772
Johannes N. Seulijn
1939 - 1942
Johannes Polanus
1639 - 1648
Johannes van Doorne
1772 - 1778
- gemeente vacant
1942 - 1945
Lambert Cupenius
1649 - 1653
Jacobus van Pellecom
1778 - 1780
Lambertus Cannegieter
1945 - 1955
Rutgerius Hattingius
1653 - 1674
Arnoud W. Schrader
1780 - 1783
Jean Papineau Salm
1957 - 1973
Johannes Menzo
1675 - 1681
Carolus G. van Achter
1784 - 1785
Cornelis H. Bijl
1973 - 1984
Gulielmus Aelstius
1681 - 1700
Jacobus H. de Wolff
1786 - 1790
Theodoor J. Haitjema
1985 -
Henricus Aelstius
1700 - 1733
Ernst W. Fabritius
1791 - 1827
Johannes de Lange
1734 - 1735
Coert D. Canne
1828 - 1846