Een kleine gemeente De meesten van de in Castricum werkende predikanten beginnen in de kleine gemeente hun loopbaan en vertrekken in het alge meen weer snel naar een grotere gemeente. Slechts een enkele predikant en enkele predikantsvrouwen zijn in Castricum overle den en begraven. Dominee Johannes de Lange vangt zijn werk in Castricum aan met elf lidmaten. Op de lijst komen o.a. voor: Leonard Tempelaar, ouderling, schout en secretaris en Adriaan de Boer, schoolmeester. De Lange blijft niet lang en vertrekt al in 1735 naar Jisp. Zijn opvolger Cornelis Rogaar doet zijn intrede in de gemeente op 29 april 1735. In het jaar 1736 houdt hij twee keer de Avondsmaalsdienst, doopt een maal een kind en verbindt een paar in de 'H. Egtenstaat'. In 1743 wordt hij te Oosthuizen beroepen. De beroeping van Henricus Hondius Over de beroeping van zijn opvolger Hondius is onder het kopje 'het Instrument van Beroepinge' genotuleerd: 'Alsoo het de almagtige God behaagt heeft de gemeenten van Castricums en Heemskerks kerk te ontbloten van haaren getrou wen Leeraar De Eerw. en Godlievende en welgeb. Heer Cornelis Rogaar vertrokke na de gemeente van Oosthuysen en het nodig is dat deselve wedrom met een stigtelik zielesorger versien worde, soo ist dat wij ouderlingen en diaconen representerende de gemeentens van Jesu Christi tot Castricum en Heemskerk op de vertoonde collatie van de Wel Edele Gestrenge Heer Mr. Nicolaas Geelvinck heer van Castricum en Cronenburg etc, na aanroepinge van Gods naam en rijpe deliberatie in de vrese Gods hebben beroepen gelijk zij beroepen mits desen onder de gunstige approba tie van de Wel Edele Heere hiertoe geregtigt des Eerw. Classis van Haarlem den Eerw. Godsl. en Welgeleerde Heer Ds. Henricus Hondius tot eenen wettige ordinaris Herder en Leeraar onzer gemeentens van Gods Heilig woord in alle nijverheid te prediken. De sacramenten volgens J. C. instellinge te Bedienen. De kerkelike discipline te oefenen in getrouwigheid en verder te vervullen alle andere pligten die tot den Heilige kerkdienst behooren: versoekende se er vriendelik aan de gemelde Henr. Hondius dat zijn Eerw. gelieve dese onze beroepinge in de naam des Heeren aan te neemen belovende van onse sijde sijn Eerw. met alle behoorlik respect, eere en lievde te bejeegenen. Voorts bidden wij den Heere des Oogsten dat het sijne grote majestijd believe dit werk genadelik te segenen dat het moge strekke tot grootmakeinge zijns Heiligen naams, stigtinge deser gemeentens en veeier sielen zaaligheid. Amen De beroepbrief is ondertekend door de ouderlingen Leonard Tempelaar voor Castricum en Jan van Santen voor Heemskerk, alsmede de diaconen Cornelis Vennik voor Castricum en Jan Rijndert Hofland voor Heemskerk. De consulent Johannes van der Sluys, Predikant te Velsen gaat vervolgens naar Haarlem met de ouderling en diaken van Heemskerk om approbatie van de Burgemeester van Haarlem als Heeren van St Jan voor de ge meente van Heemskerk te verkrijgen. De volgende stap is de ambachtsvrouwe van Heemskerk: 'Op 9 maart 1744 naar Amster dam gereisd om op gelijke wijze bij de Wel Edel Welgeboren vrouwe van Heemskerk approbatie te verkrijgen'. Zij stemt 'na rijpe berade' toe met haar brief van 10 maart: 'Wij ondergescrevene Cornelia Maria Bors van Waveren, vrijvrouwe van Assendelft en Assumburg, vrouwe van Heemskerk, Hoogdorp, Nootdorp en Reeuwijk, gesien hebbende het beroep gedaan door den kerkenraad representeerende de gemeente van onsen dorpe Heemskerk in concurrentie met de kerkenraad van Castricum op den Godsl. Heer Henricus Hondius approbere het gedane beroep voor soveel als onse dorpe van Heemskerk aan gaat'. De consulent moet vervolgens weer naar Haarlem reizen: 'Waarop ik met voorsz gecomitteerden dienselven dag des voormiddags, niet eerder als met de schuyt van 10 uuren van Amsterdam na Haarlem ben vertrokken om bij het Eerw. Classis van Haarlem op gelijke wijze approbatie te versoeken, die deselve gunstelik hebben gegeven'. De verklaring is ondertekend door de Scriba van Haarlem Gerardus Twiske. Hondius wordt op 10 mei 1744 in de kerk van Castricum door Ds. Wilhelmus van Asperen bevestigd. Blijvende twist om het beroepingsrecht Henricus Hondius, begonnen in 1744, verdwijnt driejaar later al weer naar Broek in Waterland. De nu twaalf lidmaten tellende gemeente blijft enige jaren -tot 1752- verstoken van een eigen leraar. Zij wordt bediend door predikanten uit de classis van Haarlem. Genoemd worden die van Wijk op Zee, Spaarnwoude, Velsen, Heemstede en Beverwijk. De kerkeraden van Castricum en Heemskerk aangespoord door de heren van Assumburg en Castricum en de burgemeesters van Haarlem kunnen het niet eens worden over hun keuze. Oorzaak is nog steeds het fel betwiste collatierecht. Op 26 september 1747 is er een vergadering 'ten huys van den officier Leonard Tempelaar' met de consulent Johannes van der Sluys en de kerkeraden van Castricum en Heemskerk en notaris Casteleyn. De kerkeraad van Heemskerk laat weten niet accoord te gaan met het voorstel van de Heer van Castricum tot het kerkelijk maken van het collatierecht: 'wijl sij luvdende te saamen daartegen protesteerden en verklaarde deselve te sullen houden van nul en van geene waarde'. De strijd zal nog tientallen jaren uitgevochten worden. Als men na eindeloos geharrewar besluit om het lot over twee kandidaten te laten beslissen, wordt de beroeping door Nicolaas Geelvinck afgewezen. Gebruikmakend van zijn collatierecht beroept hij iemand die hem meer aanstaat: Jan Jacob Oijers. De kerkeraad van Heemskerk protesteert andermaal heftig. De Hoge Raad van de Hove van Holland wordt om een uitspraak gevraagd. Zij beveelt de Heemskerkers uiteindelijk aan om het collatierecht van de Heer van Castricum te respecteren en zich daarnaar te gedragen. Jan Jacob Oijers Uiteindelijk wordt Ds. Oijers op 6 augustus 1752 bevestigd door de consulent Ds. J. van der Sluys uit Velsen. Hij trouwt op 10 juni 1755 met Geertruy Pijl, de weduwe van Pieter Hondius, uit Amsterdam. Bij zijn eerste huisbezoeken treft hij elf lidmaten aan: ouderling Leonardus Tempelaar, diaken Cornelis Vennik, de schoolmeester Willem Amze, Adriaan de Wolff. Johanna Clara Kerkhoven, huisvrouw van L. Tempelaar. Anna Twat, weduwe van Willem Amze, Cornelia Amze, weduwe van Jan Bos, Aafje Geerts. huisvrouw van Jan de Boer, Trijntje Jacobse Peetoom, huisvrouw van Caspar Jansen, Aafje Dirks, huisvrouw van Jan Sijs en Geertje Knuister, wonende als dienstmaagd bij Tempelaar. In de jaren 1752 tot 1761 worden negen kinderen gedoopt en drie huwelijken ingezegend. De kerkeraad houdt zich voornamelijk bezig met de avondmaalsvieringen en benoemingen van ouder lingen en diakenen. Er doet zich een probleem voor over een gemengd huwelijk tussen 'eene Protestantsche en eene Paapsche persoon'. Advies wordt aan de Staten van Holland en West- Vriesland gevraagd bij het huwelijk van de weduwnaar van Aafje Hendriks, ene Jan Hendriksz Zijs met Helena Jans. De dominee blijkt als altijd te moeten handelen "dat denselven geboden van 6 tot 6 weken moeten gaan en na 6 weken na het laaste eerst in den Egt bevestigd worden". Jan trouwt met zijn Helena op 20 Maart 1757. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 19