samen met een gedeputeerde van de synode in 1635 naar de ambachtsheer gestapt. De verre reis naar Ter Aa bij Utrecht heeft kennelijk niets opgeleverd. In 1637 heeft men de knoop doorge hakt en is Michael Middelhovius door de beide kerkeraden buiten de ambachtsheer om als predikant bevestigd. Predikanten in de 17e eeuw Johannes Polanus uit Schagen heeft van 1639 tot 1648 de beide gemeenten bediend. De kosten met betrekking tot zijn beroeping zijn door de gemeenten van Castricum en Heemskerk broederlijk gedeeld. 'De kerkeraden van beide dorpen bij elkander gecomens sijnde is de rekening overgelevert van de oncosten gemaakt op het examen van Johannes Polanus sijnde een somme van twee en tagtig gulden en agt stuyvers en heeft yder dorp de helfte uvt der kerkmeesters buydel betaeltOver de opvolgers Lambert Cupenius (1649 - 1653) en Rutgerius Hattingius (1653 - 1674) is niets bekend. Bij het beroep van Johannes Menzo (1675 - 1681) wordt inzake het collatierecht een politieke oplossing gevonden. De ambachtsheer van Castricum Cornelis Geelvinck verleende aan de predikant commissie (opdracht) tot het bedienen van beide gemeenten. Sinds 1669 was de rooms katholieke koopman Johannes Wuytiers heer van Assumburg en Heemskerk gewor den. Deze stelde zich in dezen nog al soepel op en ging met het compromis accoord. Op zijn beurt heeft de heer van Assumburg in 1681 Gulielmus (Wilhelmus) Aelstius voorgedragen, hetgeen door Geelvinck is goedgekeurd.De uit Brabant afkomstige Aelstius heeft eerst in Asten en Ommel gestaan en vervolgens in Son en Breugel. Gulielmus Aelstius is na zijn dood op 13 februari 1700 in de Castricumse kerk begraven. Henricus Aelstius Henricus is vermoedelijk de zoon van Gulielmus en wordt in 1700 bevestigd. Zijn zusters Rebecca en Anna Maria wonen ook in Castricum. Op 25 oktober 1727 maakt hij 'ziekelijk te bedde leggende' met zijn zusters een testament. Begunstigers zijn de zusters Chatarina. Hadewich en Johanna voor de ene helft en de gezamenlijke kinderen van Anthonetta Aelstius en Abraham Tempelaar voor de andere helft. Hiermede is verklaard hoe de uit het Brabantse Mierlo afkomstige schout en secretaris Leonard Tempelaar in 1730 in Castricum terecht is gekomen. Hij heeft ruim vijftig jaar als ouderling de kleine hervormde gemeente gediend. De zusters van de predikant Rebecca en Anna Maria overlijden kort na elkaar op 21 en 24 november 1727. Hendricus vraagt in 1733 de classis van Haarlem om met emeri taat te mogen gaan: 'Myne bedoeningen in Christi Kercke van Castricum en Heemskerk is begonnen in den Jaare 1700, die nu 33 jaaren geduurd heeft. Ik heb mynen dienst met blijdschap en vee! gewilligheyd volgens gebruikenisse van de leeden der beyde gemeentens getrouwelijk waargenomen en vervult. De omstandigheden in myn dienst voorgevallen hebben myn lighaam niet weinig gequelt. somers door de hitte, swinters door de coude, die in so verre afgelegene combinatie myn lighaam grootelijk hebben verswackt, soo dat ik tegenwoordig in een pvnelyke toestand ben, die mij dag nog nagt geen ruste laat en mijn lighaam so verswackt heeft dat ik niet in staat ben de H. Dienst langer te vervullen, tot myn groote droefheyd, terwijl claagen en kermen my verder afmad, waarom ik genoodsaakt ben notens volens my tot de Hoogeerw. broederen in 's-Heeren werck te keeren en vriendelijke te verzoeken van mijnen dienst soude mogen ontslagen worden. Uvt aanmerkinge van mynen elendigen gants erbarmelyken toestand in welke God de Heere my heeft gelieven te stellen, sodanig selfs volgens het getuygenis des docters en alle die my sien, soo hooge als lagere standen Hij besluit zijn brief aan de hoogeerwaarde heren, dat zij "nog lange jaaren in gezondheid gespaard moge zvnDoor de Staten van Holland en West-Vriesland wordt hem ontslag ver leend. Hij overlijdt in 1736 te Limmen en wordt in het familiegraf in zijn kerk te Castricum begraven. Het collatierecht De oudste aantekeningen in de notulenboeken van de kerkeraad dateren van 21 oktober 1733 en hebben betrekking op de beroeping van een nieuwe predikant, Ds. De Lange. In de gecombineerde kerkeraadsvergadering van Castricum en Heemskerk wordt hij met algemene stemmen beroepen. De Heer van Castricum maakt gebruik van zijn collatierecht, waarvan de acte van 3 januari 1734 in het boek is opgenomen: 'Ik Lieve Geelvinck Heere van Castrichem Kronenburg Burge meester en Raad der Stadt Amsteldam Successeur Feodaal van myn Hoogedele voorsaten Heeren ende Vrouwen van Castrichem als Jus Patronatus hebbende en ook wesende Collateur en gifter der Kerke Pastorye en Scholasteryen in de Carspelkerke tot Castrichem en zyne Dependantien doe kond...'.. en my niet liever wesende dan dat myne ondersaaten van Castrichem in oefening en exercitie der Christelyke Religie gesterkt en onder houden werden, ik de plaatze niet gaarne leedig soude laten, maar goedvindende deselve met een bequaam persoon wederomme te voorsien. Soo ist dat ik daartoe gecommitteerd hebbe, gelyk ik commiteere by dese de Eerwaarden Heer Johannes de Lange der H. Theologie Candidatus ten eynde onze ondersaten voorsz door denselven met de woorden Gods geïnstitueert met den H. Sacra menten geadministreert en met de Christelyke discipline van het quade moge getogen werden. Bevelende daaromme alle Wethouderen Regenten en Ingezetenen van den voorsz dorpe dat zy denselven alle Christelyke reverentie Vrientschap en Obediëntie bewysen gedurende deze onze Commissie tot onzen kennelik wederzeggen toe mits den anderen een vierendeels jaars te voren opzeggende T'oirconde van desen hebben wy onze signature en gewoonlike zegel hierop gestelt en aangehangen. Gegeven in Amsteldam op den 22 sten October des Jaars onzes Heeren Jezus Christus Seventienhondert Drieendertig: Was getekend Lieve Geelvinck De Vrijheer van Assendelft en Heemskerk Jean Deutz van Assendelft verleent zijn toestemming door middel van zijn ver klaring van approbatie. Het orgel, dat in 1893 door de echt genote van domi nee Reede werd geschonken. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 18