De ambachtsheer kreeg echter zijn zin. Jan Pietersz. werd ook in Heemskerk beroepen, hoewel dat wel tegen de nieuwe Kerken ordening inging, die onder meer de beroeping van predikanten regelde. De classis Haarlem, waaronder Heemskerk viel, verlang de daarom een verklaring, waarin deze fout werd toegegeven, maar was overigens met de persoon van Jan Pietersz. zeer tevreden. Zijn ambtsperiode in zeer kleine gecombineerde gemeente van Castricum en Heemskerk zou spoedig ten einde zijn. Jan Pietersz. stierf op 21 november 1586 en werd begraven in de kerk van Castricum. Op een kleine zerk (17, nr.6), is in gotisch schrift te lezen: Geraadpleegde literatuur: 'JOHANNES CASTRI/COMI' PREDICANT/ STARF Ao 1586/ DEN 21 NOVÉBRIS'. Onder de tekst, hangend aan een knoestige stok een wapenschild je met een naar rechts gewende springende haas. Na de stichting van de oude dorpskerk waren ongeveer 500 jaren verlopen toen zij in handen van de gereformeerden kwam. In deze lange periode deed zij dienst als de parochiekerk van Castricum, gewijd aan Sint Pancratius. Van dit verleden, waarvan wij niet zoveel weten, is het kerkgebouw zelf de belangrijkste getuige. Een monument om zuinig op te zijn. ir. J. Kol 1Vos. P.C., De relatie tussen de geologische ontwikkeling en de bewoningsgeschiedenis in de Assendelver polders vanaf 1000 v. Chr., Westerheem, jrg. 32, nrs. 2/3, mei 1983. 2. Groen, A., De terp te Dorregeest, Westerheem, jrg.30, nr.5, 1981. 3. Besteman, J.C. en A.J. Guiran, De middeleeuwse bewonings geschiedenis van Noordhoiland boven het IJ. etc., Rotterdam Papers V, Rotterdam, 1986. 4. Gysseling M.. en D.P. Blok, Studies over de oudste plaats namen van Holland en Utrecht, Amsterdam, 1959. 5. St. Werkgroep Oud-Castricum. 6e. 9e, 12e Jaarboekje. 1983, 1986, 1989. 6. Hoffman, J.H., De oude Pancratiuskerk, kerkvoogdij Herv. Gemeente Castricum, 1988. 7. Kol, J„ 'Tot best ende repareringe', Geschiedenis van de Uitgeester dorpskerk. Uitgeest, 1984. 8. Groesbeek, J.W.. Heemskerk onderweg van verleden naar heden, Gemeente Heemskerk, 1978. 9. Kok. H.J.. Onderzoek van de patrocinia in het middeleeuwse bisdom Utrecht, Assen, 1958. 10. Hof, J. monnik van Egmond, De abdij van Egmond van de aanvang tot 1973, Den Haag, Haarlem, 1973. 11. Oppermann, O.. Fontes Egmundensis, Utrecht. 1933. 12. Post. dr. R.R.. Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middel eeuwen, Utrecht, Antwerpen, 1957. 13. Reder, W.J.. De St. Pancratiuskerk te Castricum, documen tatie van de restauratie 1953-56. St. Oud- Castricum, le Jaar boekje, 1978. 14. Joosting, mr.J.G.C. en mr. S. Muller, Bronnen voor de ge schiedenis van de kerkelijke rechtspraak in het Bisdom Utrecht. Den Haag, 1914-1924. 15. Cordfunke, E.H.P. e.a., KennemerContouren,Zutphen, 1979. 16. Janse, H., Stads- en Dorpskerken in Noordholland, Zaltbom- mel. 1969. 17. Bloys van Treslong Prins, mr. P.C. en mr. J. Belonje, Genea logische en Heraldische Gedenkwaardig-heden in en uit de KERKEN DER PROVINCIE NOORD-HOLLAND, Deel I- V, Utrecht, 1928. 18. Loos, Pastoor J.C. van der, Geschiedenis van Uitgeest, 1925. 19. Krom, J.C., Het Molenrijk Uitgeest, Uitgeest, 1980. 20. Deelen. D. van. Historie van Castricum en Bakkum, Schoorl, 1973. 21. Oudheden en Gestichten van Kennemerland, Amstelland, Noordholland en WestVriesland, le deel (H.v.R Leiden 1721. 22. Heussen, H. van. Kerkelijke Historie en Outheden der Zeven Verenigde Provinciën, 4e deel, Leiden, 1726. 23. Bruins, Cl., Noordhollandsche Arkadia, Amsterdam, 1732. 24. Ollefen, L. van. Stad- en Dorpbeschrijver van Kennemerland. Amsterdam, 1796. 25. Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Neder landen, 3e deel, Gorinchem, 1841. 26. Arkel, G. van en A.W. Weissman, NOORD-HOLLAND- SCHE OUDHEDEN, 2e stuk, le ged., Amsterdam, 1894. 27. Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Ge schiedenis en Kunst, deel V, Utrecht, 1921. 28. St. Werkgroep Oud-Castricum, Op zoek naar Castricum's verleden, Castricum, 1992. 29. Kol, J., 'In patriochalis esslesia de Castringhem'. Historische en genealogische studie bij een nieuwe inventarisatie van de grafzerken, 1992, (Streekarchief Noord-Kennemerland, Alkmaar). 30. Lams, W. Gerritsz, Het groote Previlegie ende Hantvest Boek van Kennemerlandt en Kennemer-Gevolgh. Amster dam, 1664. 31. Register wegens de Ontfangsten opt Trouwen en Begraven te Castricum (Streekarchief. Noord- Kennemerland, Alkmaar). 32. Belonje, mr. J., 'Tempelaar', De Brabantsche Leeuw, 29e Jrg., 1980. 33. Archief Hervormde Gemeente, Kerkboek nr.1, 1733-1796 34. St. Werkgroep Oud-Castricum. 3e Jaarboekje, 1980. 35. Kol, J., 'Kleine Monumenten in steen'. Onderzoek van de vloer van grafzerken in de Ned. Herv. kerk van Akersloot, 1991. (Streekarchief Noord-kennemerland). Alkmaar). 36. Grijpink. P.M., Holtkamp, C.P.M., Register op de Parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars, 3e deel, Kennemaria, 1930. 37. Handvesten en Privilegiën mitsgaders Keuren en Ordonnan tiën van Assendelft, Amsterdam. 1768. 38. Archief ir. J. Kol, Genealogie van het geslacht van Assendelft. 39. Molhuysen. P.C.. P.J. Blok e.a.. Nieuw Nederlands Biogra fisch Woordenboek, 1911-1937. 40. Holleman, mr. F.A., Dirk van Assendelft, Schout van Breda en de zijnen, Zutphen, 1953. 41. Scholtens, H.J.J., Uit het verleden van Midden Kennemer land, Arnhem, 1968. 42. Groesbeek, J.W., Middeleeuwse kastelen van Noord-Holland, Haarlem, 1981. 43. Bijdragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, (Jrg.I-IV, VIII-X, XVII. XXI e.a. vanaf 1873). 44. Ghaunu P. (red.), L'Aventure de la Réforme, Parijs, 1986. 45. Berkhof, H., Geschiedenis der Kerk, Nijkerk. 1935. 46. Brandt, Geeraardt, Historie der vermaarde Zee- en Koopstadt Enkhuisen, Hoorn, 1746. 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1992 | | pagina 16