H
5
SI
r
1
r
N.A
M
i
IV*
Cf
«Li
V
y
Afbeelding 10
Wapen en huismerken, in 1992 nog aanwezig in de oude dorpskerk
(29). Van Klaas en Cornelis Adryaense Schoorel: in een ovaal
hangend aan een balk een gedeeld wapen, rechts een leeuw, links een
ankerkruis. Het ankerkruis is het wapen van Johan van Oldenbarne-
velt, de 10e ambachtsheer van Bakkum 1613-1619).
YOHAN NOO"RMAN "P.
CASTRICUM OBHT DEN Zf MAY l6<}2
Afbeelding 11
Midden voor in het koor de zerk van pastoor Willem Jansz. van
Assendelft (29). Rondschrift: [Hier leyt] begravë Heer Wille, .ansz
P[ast] va Castercö [sterf] A[XX]... Medaillon met miskelk
en hostie, waaraan een schuin hangend schild. Boven een stok met
wimpel of vaan, waarop een spreuk.
5: Tryn Jans D.
21: Maertien Claes D.
37: Aeffie Maertens
52: Neeltien Arents
44: Aeryen Pietersen van Clevbroeck
39: Raynier van Hoockercken
53: Klaes Adryaense Schoorel
54: Cornelis Adryansen Schoorel
van iedere gelovige, maar al spoedig een tiende, althans formeel,
van de opbrengst van grondbezit. De tienden werden eerst
geheven door de bisschop, om de parochie-geestelijkheid te
kunnen onderhouden. Al gauw werden domkapittels en kloosters
de ontvangers en ook leken, meest van adel, die dit recht door
belening, aankoop of het bezit van een eigen kerk, hadden
verworven of zich hadden aangematigd (10).
In het testament van Dirk (V), waarvan de akte kort voor zijn
overlijden werd gepasseerd (40), staat dat Gerrit 'mynen oud
sten zoon', Willem 'mynen anderen zoon' en Jan 'mynen iongsten
zoon' zich verbonden hadden zijn nalatenschap, leen en onleen,
'rusteliken te delen' naar zijn aanwijzingen op verbeurte van
duizend gouden leeuwen. Bij de verdeling zou Gerrit (VI) de
lenen krijgen, maar bepaalde tienden en land weer in leen moeten
geven aan Willem. Jan, de jongste, kreeg ook zekere renten en
gelden, waarmee een landgoed gekocht moest worden dat hij en
zijn nakomelingen als erfleen van Gerrit zou ontvangen. Na
betaling van de schulden en de kosten van de uitvaart moesten de
broers de onroerende goederen, die geen leen waren, en de
roerende goederen kavelen en bij loting delen.
Dat de kerk van Castricum en het collatierecht 'in de familie'
bleef, in leen bij Gerrit (VI), kan worden afgeleid uit het testa
ment van zijn zoon Claes (VII), echtgenoot van Alyd van Kijfhoek,
verleden op de Assumburg 8 October 1500. Daarin benoemt Claas
van Assendelft zijn vrouw tot erfgename van al zijn goederen
gelegen binnen de heerlijkheden Heemskerk en Castricum, en van
die heerlijkheden, welke hem en zijn vrouw door aankoop of van
beide ouders aanbesterven zijn. Zijn oudste zoon Gerrit zal de
vrije heerlijkheid Assendelft ontvangen en na de dood van zijn
moeder ook alle in haar bezit zijnde leen en eigen goederen,
gelegen binnen Heemskerk en Castricum alsmede de heerlijkhe
den zelf.
Naar de wens van de testateur, die overleed op 5 september 1501
werd hij bij zijn ouders in de 'van Assendelft kapel' van de kerk
van Den Haag begraven. In het testament worden de kanunnikken
12