De bouw van een direkteurswoning bij de gasfabriek volgens het ontwerp van de architekten Veldkamp en Wenink gaat bij openbare inschrijving; in totaal hebben 16 aannemers op maandag 6 okt. 1913 ingeschreven met aanneemsommen variërend van 4124 tot 5250 gulden. De Raad vindt het bedrag voor de woning te hoog en wil met een nieuw plan komen en dat dan onderhands gunnen aan de laagste inschrijver. Op 17 nov. 1913 wordt opnieuw ingeschreven, echter uitsluitend door de plaatselijke aannemers t.w. G.Borst, G. Kabel, Jac. Res, J. Tromp, Joh. Vlaar en J.Weel. De laagste inschrijver is aannemer Johannes Tromp voor een bedrag van 3389,- aan hem wordt op 20 november 1913 de bouwopdracht gegund. ammoniakwasser (scrubber). In het laatste toestel werd door middel van roterende houten borden het ammoniakgas opge lost in water. Afbeelding 5 Een plattegrond van het fabrieksgebouw met daarbij aange geven de indeling bij de start in 1914. Afbeelding 4 De nieuwe gasfabriek met rechts de directeurswoning. 3. BOUW EN EXPLOITATIE VAN DE FABRIEK Hierna gaat het gas naar het zuiverhuis om te worden gezuiverd van zwavelwaterstof. In het zuiverhuis staan twee zuiverkisten (elk ruim 3 m3), die zijn voorzien van 3 lagen houten roosters, waarop ijzeraarde (ijzeroxyde-hydraat) wordt aangebracht, waardoor het gas stroomt. De afgewerkte ijzeraarde wordt door uitspreiding in de lucht in de regeneratieruimte weer actief gemaakt om opnieuw te worden gebruikt. Na het zuiverhuis passeert het gas achtereenvolgens de fabrieksmeter, de gashouder met een capaciteit van 600 m3 en de regulateur, die het gas op de juiste druk in het buizennet handhaaft. De fabrieksmeter en regulateur staan opgesteld in de meterkamer. I)e opbouw van de fabrieksinstallatie De bereiding van steenkoolgas, ook wel stadsgas genoemd, berust op een vrij eenvoudig principe: steenkool wordt in ovens verhit zonder dat zuurstof vrij kan toetreden; daarbij komt gas vrij dat afzonderlijk wordt opgevangen. Dit gas wordt verder afgekoeld en gezuiverd van ammoniak, teer en zwavelwaterstof en kan daarna worden gebruikt voor verlichting, verwarming en andere doeleinden. Het ontwerp van de gasfabriek in Castricum is gebaseerd op een dagproduktie van 1000 m3. Het gebouwencomplex zal bestaan uit een stokerij met daaraan grenzend een steenkolenloods, waarvan een gedeelte voor werkplaats is bestemd, een toestellenkamer, een zuiverhuis met regeneratieruimte, een meterkamer, een gashouder, een kantoor, magazijn, badruimte en schaftlokaal. In de stokerij worden twee ovens geplaatst, een met 4 en een met 2 retorten. De 4-retortsoven zal in de drukste tijden in bedrijf zijn en de 2-retortsoven in de zomermaanden. De ovens zijn zogenaamde generatorovens met horizontale retorten. Retorten zijn ca. 3 meter lange buizen gemaakt van vuurvaste steen, ze worden gevuld met steenkool; door uitwendige verhitting worden de steenkolen omgezet in kooksgas en kooks. Elke oven heeft een eigen schoorsteen boven het ovenblok, aan de achterzijde wordt 'geslakt' en aan de voorkant is een bedieningsgalerij. Vanuit de retorten komt het gas via een verzamelbuis (de main) en door een ringvormige koeler (condensor) voor de eerste afscheiding van koolteer, ammoniak en water. Een vleugel- pomp (exhauster) in de meterkamer zorgt voor het verdere transport van het gas door de teerafscheider (pelouze) en de Even buiten de fabriekshal wordt een waterdichte put gebouwd van gewapend beton met een inhoud van 25 m3 voor berging van teer en ammoniakwater. De opdracht aan de firma Spruit en Bakker omvat bovendien de levering van: 50 complete lantaarns (met staande gloeilichtbranders, dagvlam, kousen en kraan met hevel) 30 lantaarnpalen (20 bestaande palen waren nog bruikbaar) buizennet van in totaal 4250 meter muntmeters gereedschap voor smederij en fitterij Afbeelding 6 Hier een voorbeeld van retortovens; hier meerdere ovens met elk 9 retorten in de grote gasfabriek te Alkmaar. 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1991 | | pagina 7